28 JUNI 2001
218
behoud van deze woningen en nieuwbouw op deze locatie moeten worden afgewogen dan
dient dat in de openbaarheid plaats te vinden. De raad heeft het gedachtegoed van de
Monumentennota gekoesterd en goed tussen de oren zitten. Dat betekent dat de zaak van
voldoende belang is om nu al een uitspraak te doen, niet zozeer, wat mij betreft, onmiddellijk
over de handhaving van die woningen, maar wel over het in de openbaarheid bespreken en
bediscussiëren van deze kwestie. Ik dien op dat punt dan ook een motie in met de strekking dat
de raad zich uitspreekt dat, in het geval er een verzoek tot een artikel 19-procedure wordt
ingediend, en dat gaat gebeuren, de raad de behandeling daarvan aan zich trekt.
Wethouder ADANK
Bij interruptie. De kwalificatie historisch erfgoed doen we toch niet op eikaars blauwe ogen.
Gelet op de context van de maycretewoningen in het hele land in het algemeen en in Breda in
het bijzonder win je daarover eerst een advies in bij de commissie WAM. Zo hebben we ook met
de Klankbordgroep Monumenten gecommuniceerd. Dat lijkt mij de meest geëigende
procedure.
De heer DE ROOS
Inderdaad heeft die communicatie met de Klankbordgroep Monumenten plaatsgehad. De
klankbordgroep zegt: deze woningen moet je voor de stad behouden. Dus op dat punt is er al
enige duidelijkheid. Overigens, en ik herhaal datgene wat ik zojuist zei, gaat het er nu niet om
dat we op dit moment al een uitspraak moeten doen over het moeten handhaven van deze
woningen, maar ik denk wel, gelet op het gestelde en ook behoorlijk onderbouwde belang, dat
het volstrekt redelijk, aanvaardbaar, gewenst en noodzakelijk is dat deze kwestie in de
openbaarheid door de raad wordt bediscussieerd. De tweede kwestie die ik hier aan de orde wil
stellen heeft betrekking op ontwikkelingslocatie 9, de voorgenomen en toegestane uitbreiding
van Super De Boer. Er is een uitbreiding toegestaan met 600 m2 en dat levert, naar de
overtuiging van de GroenLinks-fractie, extra druk op op de schaarse ruimte in dit gebied met
alle parkeer- en verkeersproblemen van dien. Bovendien ontstaat er extra overlast als gevolg
van het laden en lossen en het daarmee gepaard gaande lawaai van verkeer. De beantwoording
van de zienswijzen over dit onderwerp en ook de naderhand gegeven informatie is, naar onze
overtuiging, niet overtuigend geweest. Op dit punt dien ik dan ook een amendement in en de
strekking van dit amendement is dat de genoemde zienswijzen alsnog, al dan niet geheel of
gedeeltelijk, gegrond worden verklaard in ieder geval op dit onderwerp en dat uiteindelijk
zowel in de voorschriften als in de plankaart deze ontwikkelingslocatie wordt geschrapt.
De VOORZITTER
Door de heer De Roos is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is
voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer De Roos namens de fractie van GroenLinks ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake het bestemmingsplan Princenhage;
overwegende dat:
1. uit het onderhavige raadsvoorstel en de bespreking daarvan genoegzaam is gebleken dat met
betrekking tot de locatie waar de maycretewoningen in Princenhage gelegen zijn een verzoek
en procedure als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening te verwachten is;