28 JUNI 2001 227 doen wij dus niet. Wij nemen wel een standpunt in, maar dat zal mede op grond van dit argument tegen zijn. Overigens zijn daarvoor nog meer argumenten. Wij vinden, en dat is een heel principiële houding, dat het openbaar vervoer typisch een van die zaken is waarbij je niet aan privatisering moet denken. Het is een publieke taak en die zou zo moeten blijven. Het is in ons land maar ook in andere landen gebleken dat als je dit soort zaken gaat privatiseren de kwaliteit er niet bepaald op vooruitgaat. Neem de NS, sinds kort ondervinden we het aan den lijve maar wel hevig dat de prijs omhoog gaat, de service naar beneden gaat en dat het net langzaam wordt uitgekleed. Er worden lijntjes uitbesteed aan andere bedrijven zoals Loversrail die het heeft mogen proberen. Ik heb het een keer uitgeprobeerd en ik heb heel goed begrepen waarom zij alleen maar enkele reisjes verkochten. Wij vinden dan ook dat op grond van deze argumenten de besluitvorming hier veel te snel gaat. Wij zijn tegen privatisering. Ook het volgende is zeer belangrijk. Naar onze optiek is er geen enkele garantie ingebouwd voor de reizigers, en daar gaat het om. Wij hebben het zojuist gehad over de OR. Daarin wordt heel veel gesproken over de positie van het personeel. Wij vinden het uitmate belangrijk dat die is gewaarborgd, maar bij het openbaar vervoer, en dus ook bij de BBA en bij het privatiseren daarvan, gaat het ook over de belangen van de reizigers. Wij praten hier over het openbaar vervoer, maar wij hebben het idee dat we er steeds minder mee te maken krijgen, we kunnen geen vinger aan de pols houden, we kunnen alleen maar bijspringen en gelden fourneren om het openbaar vervoer te promoten en voor de rest kunnen we afwachten of dat ook allemaal bewaarheid wordt. In de bijlage die bij het voorstel is gevoegd staat: "aanbesteding dient te leiden tot", ik zal het even noemen want het klinkt erg prozaïsch, "toename van het aantal reizigers, kilometers, betere dienstverlening, gelijkblijvende of lagere tarieven, gelijkblijvende of lagere kosten voor de overheid", dus toch een soort bezuiniging, "verbetering van de veiligheid van het openbaar vervoer en van de arbeidsomstandigheden van de medewerkers, behoud van de werkgelegenheid in het openbaar vervoer en garanties voor bereikbaarheid en toegankelijkheid." Maar in het voorstel, en daarover stemmen we, wordt over dit soort zaken, dus over met name de reizigers en de condities van het openbaar vervoer zelf, niet of nauwelijks gesproken. En daar gaat het om. Echter, daar hebben wij nog maar zijdelings mee te maken en wij vrezen ten zeerste dat we straks alleen maar lijdzaam kunnen toezien hoe het wordt uitgekleed. Wij zijn dan ook op grond van deze argumenten tegen dit voorstel. De heer KWISTHOUT In de uitgave van 20 juni jongstleden schrijft BN/De Stem in een commentaar met betrekking tot de openbaarmaking van de tot dan toe geheime stukken: "de plannen van CGEA zijn niet zodanig verrassend dat ze niet voorspeld konden worden: de tarieven gaan omhoog en de onrendabele lijnen gaan verdwijnen." Een verslechtering voor de reiziger dus, en dat is, in de optiek van de SP-fractie, een logisch gevolg van deze privatisering, want een bedrijf, zeker een beursgenoteerd bedrijf zoals CGEA, moet nu eenmaal winst maken. Wij voorzien na de privatisering twee mogelijkheden. De ene mogelijkheid is dat de afbraak van de voorzieningen zich voortzet zoals is voorspeld in BN/De Stem en zoals we ook in andere landen, zoals Engeland, hebben kunnen zien bij de privatisering van het openbaar vervoer. Er worden lijnen geschrapt, het onderhoud wordt slechter, het wordt duurder et cetera, en het voorzieningen niveau voor de reiziger gaat achteruit. Die ontwikkeling achten wij niet wenselijk, temeer omdat de gemeente Breda eind dit jaar over de vervoersproblematiek wil gaan praten en ook het openbaar vervoer daarbij een belangrijke rol toedicht. De andere mogelijkheid die wij zien is een beetje dezelfde die zich bij de exploitatie van de zwembaden in Breda voordoet, namelijk dat dit soort dingen gebeurt en dat er achteraf krokodillentranen worden gehuild en dat we zeggen: zo hadden we het toch eigenlijk niet bedoeld, dit hadden we in feite toch niet gewild. Als voorbeeld en ter vergelijking noem ik de abonnementsprijzen voor de zwembaden die meer dan verdubbeld zijn en het openbaar bestuur moet dan weer bijspringen. CGEA zal zeggen: wij willen alles doen, mits u daarvoor betaalt. Wij zijn het dus absoluut niet eens met deze privatisering en wij zijn het ook niet eens met het argument dat de wet die scheiding nu eenmaal eist. De wet eist een scheiding tussen de eigenaar en de concessieverlener, maar daarvoor zijn allerlei mogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld de aandelen in een trust onderbrengen of een overeenkomst sluiten met andere publieke organen. Ook op die manier kun je je aan die wet verplichten en de zaak toch in publieke handen houden. Wij zullen tegen dit voorstel stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 227