28 JUNI 2001 228 De heer LEUNISSE Wij benaderen dit punt toch van een wat andere kant. Wij hebben getracht dat ook in de commissie te doen en de fractie heeft mij gevraagd dat ook hier te doen, want dit is een heel belangrijke en indringende zaak die op termijn misschien grote juridische consequenties kan hebben. Waar gaat het om? Op 1 januari 2001 is de nieuwe Wet personenvervoer, WP 2000, in werking getreden. En niet voor niets. Waardoor is dat gekomen? Ik denk dat we dienaangaande heel duidelijk moeten zijn. Het gaat niet zo best met het openbaar vervoer in Nederland en het zou dan ook beter zijn om het openbaar vervoer te laten regelen door bedrijven die dat goed kunnen. De overheid was zowel de vervoerder als de uitbesteder en die dubbelrol wil men splitsen want die kan niet. Maar dat heeft gevolgen. Je kunt zeggen: we gaan de vervoersrol verkopen, dat zijn dus de aandelen, maar de uitbesteding houden we in eigen hand, want zo kunnen we de vervoerder in de loop der jaren steeds volgen en een beter product proberen te krijgen. Wat gebeurt er nu? De wet is op 1 januari 2001 aangenomen en in de geest van de wet is heel duidelijk te vinden dat we die twee rollen niet meer spelen. We gaan nu niet alleen de vervoersrol verkopen maar de zaak ook uitbesteden. Ik weet dat het een heel moeilijk punt is, maar wij willen het graag zuiver houden. Als eenmaal de zaak bij de markt komt, en de markt werkt met wetten en wetten worden beschermd door de wet en daarover gaat de rechter die heel snel de weg naar de wet kan vinden, dan zijn wij bang dat we, als het zover is, moeten constateren dat De VOORZITTER Mijnheer Leunisse, u zegt: wetten worden beschermd door de wet. Maar wie beschermt die nu weer? De heer LEUNISSE Dat zijn woordspelletjes. U weet heel goed wat ik bedoel. Het is een zeer serieuze zaak en ik denk niet dat we hier De VOORZITTER Dat zijn de wethouders. De heer LEUNISSE Ja, u lacht wel, maar u zult een proces aan uw broek krijgen, dan zult u wel anders lachen. Wij willen hiermee zeggen dat het heel moeilijk is om in de zin van de wet te handelen. Ik heb het zojuist al een paar keer horen zeggen: doe op het juiste moment de juiste dingen. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Als we als raad ja zeggen tegen voorstellen dan moeten we ons tevens realiseren wat daarvan de consequenties zijn. Wij denken dat de consequenties in dit geval best belangrijk zijn. In de wandelgangen wordt gepraat over bruidsschatten, en die bruidsschatten houden in dat in de komende jaren die aanbesteding nog niet gebeurt, dus dat er geld voor moet worden betaald. Ik begrijp best waarom iemand aandelen wil kopen met de aanbestedingsbedragen, maar dan handel je niet in de geest van de wet. Daar wil ik de raad op wijzen. Denk daar goed aan. Wij zouden graag met dit punt meegaan als hierover meer duidelijkheid was. Misschien kan de wethouder hierover nog iets zeggen? Voorts wil ik nog De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Dit is dus eigenlijk het enige punt van het voorstel dat u bekritiseert en in uw ogen is dat een belangrijk punt. Mag ik daaruit begrijpen dat u met de privatisering an sich akkoord gaat? De heer LEUNISSE Ik wil nog even doorgaan, want ik wil nu met het tweede punt beginnen. Het eerste punt is puur formeel en wettelijk bepaald. Ik ben blij dat wij vanmiddag een officiële fax hebben gekregen dat in ieder geval de ondernemingsraad heeft getekend. Dat was voor ons een heel heikel punt, want deze week was dat nog niet het geval, wel was er een intentieverklaring. Ik heb echter horen zeggen, en anderen hebben dat bevestigd, dat het wel was gebeurd, maar het was dus een intentie. Pas vanmiddag is er getekend. Toen is het licht op groen gegaan en dat is heel belangrijk. We moeten echter niet vergeten dat dit marktpartijen zijn en dat wij ervoor zijn om ervoor te zorgen dat alles gaat zoals de wetgeving dat bedoelt. En daarop duid ik dus. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 228