28 JUNI 2001
229
wet die op 1 januari 2001 is aangenomen heeft een andere geest. Eigenlijk is het niet zo
bedoeld. Ik ben bang dat we daarmee problemen krijgen. Want als het eenmaal op de markt
ligt en stel dat andere partijen hiermee niet content zijn en zij gaan de rechter daarop
aanspreken, dan moet ik nog zien dat wij daar goed doorheen komen. Ik wil nog even een
vervolg geven op het andere betoog. Ik heb deze week nog een aantal stukken opgevraagd,
namelijk de bijlagen 8, 9 en 10. Ik wil dat toch even memoreren, want ik heb daarmee veel werk
gehad met name door ook zelf naar Den Bosch te bellen, en gelukkig heeft de steller dat ook
nog gedaan. In Den Bosch waren ze niet aanwezig, in Tilburg waren de stukken niet
voorhanden omdat degene die daarover ging ziek was. Ik vind het toch wel bijzonder jammer
dat de adviseurs van de gemeente, de raadsleden, niet kunnen beschikken over stukken die erg
belangrijk zijn, ongeacht het feit dat de wethouder dat niet vindt. Wij vinden dat namelijk wel.
De heer POSTHUMA
Wij waren eigenlijk niet van plan om hierover het woord te voeren, maar ik heb toch de
behoefte om naar aanleiding van enkele opmerkingen die nu zijn gemaakt door GroenLinks, de
SP en De Parel even te reageren. Het belangrijkste argument van GroenLinks en de SP om tegen
dit voorstel te zijn, zo heb ik begrepen, is dat beide partijen sowieso tegen privatisering zijn. Ik
kan me daar van alles bij voorstellen. Ik vind het ook een heel interessant onderwerp om er een
keer over te praten en ik wil daar graag een keer aan meedoen, maar niet in deze raadzaal, bij
voorkeur op een andere plek. Ik denk dat wij als raad van de gemeente Breda niet anders
kunnen doen dan ons domweg aan de wet houden en de wet staat nu eenmaal niet langer toe
dat de concessieverlener tevens eigenaar of aandeelhouder is.
De heer KWISTHOUT
Bij interruptie. Ik heb in mijn betoog aangegeven dat u op dat punt inderdaad correct bent,
maar dat het punt niet direct inhoudt dat er moet worden geprivatiseerd, dus dat het eigendom
naar een private marktpartij moet gaan. Ik heb in een voorbeeld aangegeven waarom dat niet
noodzakelijk is. Overigens is het wel zeker zo dat de gemeente Breda er alles over heeft te
zeggen, want alle gemeentes, alle aandeelhouders hebben een vetorecht. Als wij vanavond
"neen" zeggen dan gaat het niet door.
De heer POSTHUMA
Maar wij zien geen aanleiding om onder de gegeven omstandigheden "neen" te zeggen.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik denk niet dat u nu moet verder discussiëren over een foute beredenering die het vetorecht
betreft. Er is namelijk geen vetorecht. Dan word je overruled door de anderen, want het gaat
om de meerderheid.
DeheerSCHELTENS
Bij interruptie. Ik vind het heel interessant van de heer Posthuma te horen op basis van welke
argumenten wij tegen zijn. Ik zou het veel interessanter vinden om met name van uw fractie,
maar ook van het CDA, die ook op de sprekerslijst staat, te horen waarom u vóór dit voorstel
bent. Los van het feit of u voor- of tegenstander bent van privatisering vraag ik u: wat zijn
hiervan de voordelen op termijn voor het openbaar vervoer in Brabant en in Breda? Dat hoor ik
heel graag van u en dan kunnen we daarop later nog eens terugkomen. Verder lijkt het mij een
enorme uitdaging om straks bij een biertje in Publieke Werken over privatisering te praten.
De heer POSTHUMA
Als we het erover eens zijn dat wij ons in ieder geval binnen de perken van de wet willen
begeven dan denk ik niet dat ik nu gehouden ben om de voordelen van privatisering van het
openbaar vervoer aan u duidelijk te maken. Waar het om gaat is dat wij op grond van de wet
dienen te verkopen. Als PvdA-fractie hebben we wel geconstateerd dat we hier te maken
hebben met een verkoop die uitermate zorgvuldig is voorbereid en waarbij, denk ik, alle
relevante zaken uitvoerig aan bod zijn gekomen. Twee zaken, en die wegen voor de Partij van
de Arbeid in belangrijke mate mee, zijn in ieder geval geregeld. In de eerste plaats is
veiliggesteld dat de BBA voorlopig, en dat geldt in ieder geval voor de eerste acht jaar, in Breda
gevestigd zal blijven. Daarnaast is het voor ons altijd van groot belang hoe met de belangen van