28 JUNI 2001 234 wel brokken van komen. De overheid kan wel zeggen: we zijn in gesprek, we zien elkaar en de Fransen worden van harte uitgenodigd in het knooppunt Breda. Dat is allemaal prachtig. Maar uiteindelijk zitten we met een businesspartner aan tafel, en dat zijn keiharde jongens en het gaat om keiharde zaken. Het gaat hier om zaken op papier en die moeten getekend zijn. Je kunt dan wel zeggen, ja De VOORZITTER Mijnheer Leunisse, mag ik u als voorzitter even onderbreken? Ik denk toch dat de wethouder die deze zaak namens het college moet behartigen ook niet zacht is. Wilt u dat in uw besluitvorming straks ook meenemen? Wethouder VAN BEUSKOM-NIX Voorzitter, ik begrijp dat dit niet onaardig is bedoeld? De heer LEUNISSE Ik hoop niet dat we conflicten aan tafel krijgen. Ik wil mijn betoog afronden. Nogmaals, wij wijzen erop Wethouder VAN OS Ik ben er ook nog. De heer LEUNISSE U voelt zich geroepen om ook wat te zeggen? Ik ben blij met die belangstelling. Misschien zijn er nog anderen die iets willen zeggen? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Neen, dat is geen belangstelling. Wij zijn nooit te oud om te leren, wij hebben dat leerproces nodig en wij proberen daarop in te spelen. De heer LEUNISSE Ik heb vanavond ook weer iets geleerd, namelijk De VOORZITTER Mijnheer Leunisse, probeert u tot een afronding te komen. De heer LEUNISSE dat je op het juiste moment de juiste dingen moet doen en in de juiste volgorde. Ik denk dat de juiste volgorde is: eerst de aandelen verkopen en direct daarna de aanbesteding doen en niet de aanbesteding doen en tegelijk de aandelen verkopen en dan een aantal jaren wachten en maar zien hoe het gaat. Ik denk dat dat de vinger is naar de markt en dat we daarmee straks juridische problemen kunnen krijgen. Want als marktpartijen denken dat er iets is gebeurd dat de aanbestedingen niet op tijd worden of zijn gedaan of dat dat mee is verkocht dan hebben wij grote problemen en daarvan willen wij ons distantiëren. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het is heel ingewikkeld. Als ik mijnheer Leunisse begrijp dan zou ik echt zijn uitgeleerd. Maar ik wil graag blijven leren, en het lijkt me reuze eng om dat allemaal te begrijpen. Naar aanleiding van datgene wat er is gezegd het volgende. Ik vind het een heel moeilijke redenering als wordt gezegd: zo leuk waren die onderhandelingen niet, zo goed waren ze niet. Als een OR met aanvullende eisen komt die zijn ingewilligd dan denk ik dat er buitengewoon goed is onderhandeld. Bovendien, en daarover heb ik het zojuist ook met collega Van Os gehad: hoe denkt u dat onderhandelingen verlopen? Denkt u dat er wordt gezegd: had u dat gehad willen hebben? Dat zullen we doen. Dat zijn stevige zittingen. Daar zitten de vakbonden bij, de OR zit erbij en uiteindelijk worden op het laatste nippertje nog meer eisen ingewilligd. Ik zou zeggen: dan zijn die zaken daar bijzonder goed geregeld. En daar moet je ook buiten blijven. Al deze onderhandelingen hebben plaatsgevonden omdat de steden afscheid nemen van hun aandelen, ook Breda met een heel klein percentage. En met dat heel kleine percentage is voor Breda een niet mis te verstane winst binnengehaald. De heer Posthuma zei het al: het personeel blijft hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 234