28 JUNI 2001 236 "prognose" gevallen. Prognoses zijn in de regel cijfers en die moeten voor alle partijen, denken wij, helder en eenduidig zijn. En dan kunnen ook door alle partijen de juiste conclusies worden getrokken. Het is van het grootste belang dat de communicatie over en weer tussen gemeente en schoolbesturen op dit punt zeer zorgvuldig wordt gevoerd. Daarnaast wil ik opmerken dat het scholenveld zelf zich zal moeten bezinnen over de spreiding in de stad. Het is, naar onze opvatting, voor de ouders zeer belangrijk om keuzes te kunnen maken op welke gronden dan ook, maar het is niet gewenst dat schoolbesturen elkaar een plaatsje onder de zon betwisten, en die indruk hadden wij een beetje aan de hand van dit onderwerp hetgeen wij overigens ook zo in de commissie hebben gezegd. Ons voorstel in dezen is dan ook dat vanuit de regierol die de gemeente heeft ten opzichte van het onderwijs de discussie over een evenwichtige spreiding wordt aangezwengeld. Naar de mening van mijn fractie is het dan niet aan de gemeente om daarin voor te schrijven of te sturen. Het enige belang dat wij als gemeente moeten dienen is het waarborgen van de keuzevrijheid van de ouders. Wij zien met belangstelling uit naar die interessante discussie. Voorzitter, u mag dit als een stemverklaring beschouwen. De heerSCHELTENS Dit punt zou eigenlijk bij beide agendapunten aan de orde kunnen en moeten komen. Ik was even een slokje aan het drinken en toen was agendapunt 11 al voorbij, zo gaat dat blijkbaar tijdens de laatste raadsvergadering. Onze fractie wilde het volgende naar voren brengen. Wij zijn, zoals u weet en in de commissie hebben wij dat ook naar voren gebracht, met beide voorstellen heel blij, en dat is nog zacht uitgedrukt, ook vanwege enige betrokkenheid. Maar wij vinden toch dat we moeten zeggen, en die discussie is toen ook gevoerd, dat er naar ons idee beter, meer en vaker moet worden gekeken naar andere locaties die vlakbij zijn, of ze nu wel of niet van dezelfde nominatie zijn. In het geval van de St. Jozefschool noem ik bijvoorbeeld de school De Spoorzoeker, dat is ook een katholieke school. Niet dat dat voor ons erg veel uitmaakt, maar als daar lokalen vrij zijn dan moet er toch enige samenwerking kunnen worden gecreëerd, zeker als ze onder dezelfde nominatie vallen. Wij vinden dat dat in feite helemaal moet worden opengegooid. Dat lijkt ons ook een heel leuke discussie mét de heer Posthuma én de heer Adriaansen, die er helaas niet is, en die discussie zou misschien ook wel in een ander café dan Publieke Werken kunnen plaatsvinden. De heer KWISTHOUT Als wij de aanvragen van de vier stichtingen bekijken en we bekijken de argumentatie van het college om ze alle vier niet te honoreren dan kan ik daar ten aanzien van twee voorstellen best mee leven, maar ten aanzien van twee andere voorstellen helemaal niet en dat zijn voorstel A. en voorstel D. Voorstel A. heeft betrekking op de Vivesstichting. Als je kijkt naar de prognoses van het schoolbestuur en je zet daar de prognoses van de gemeente, die significant lager zijn, tegenover, en je ziet dat de dichtstbijzijnde basisschool Kievitsnest, die een leegstand heeft, toch op een bijzonder flinke afstand ligt dan denk ik dat deze afwijzing niet te rechtvaardigen is. Hetzelfde geldt voor de afwijziging onder D, de stichting van een openbare basisschool in Westerpark. De gemeente heeft natuurlijk een belangrijke rol in het zorgdragen voor met name voldoende openbaar onderwijs. Als hier wordt gesteld: in de directe omgeving van de school in Westerpark staat de Apollo te Prinsenbeek en De Vlier in Princenhage, dan denk ik niet dat aan het criterium voldoende is voldaan. Vanwege die twee gronden denken wij dat het niet wijs is om voor dit voorstel te stemmen. De heer POSTHUMA Ik wil kort reageren op met name datgene wat mevrouw Vossenaar zei. Zij zei: laat nu de scholen onder de regie van de gemeente met elkaar spreken over de spreiding in denominatieve zin en misschien ook anderszins. Ik heb in de commissievergadering gezegd, en ik wil dat toch graag namens de Partij van de Arbeid onderstrepen, dat overleg met de scholen natuurlijk altijd belangrijk is en dat dat zeker heel erg zwaar weegt als het om onderwijsinhoudelijke zaken gaat. Maar als het gaat om de denominatieve spreiding van de scholen over de stad, dan is dat toch in de eerste plaats een politieke keuze. Ik wil niet zeggen dat je dat buiten de scholen om moet doen, natuurlijk zullen zij bij dat gesprek moeten worden betrokken. Maar ik denk dat het zeer terecht is dat de raad daarin het voortouw gaat nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 236