28 JUNI 2001
238
moeilijker omdat het ministerie voor de inzet van de WE-middelen eist dat er ook een
doorgaande lijn naar de basisscholen is. Wij gaan nu kijken, en dat zullen we ook met het
scholenveld bespreken, of we anderszins door verschuiving van onderwijskansengelden of met
kinderopvanggelden in De Driesprong zo snel mogelijk de wachtlijst die nu is ontstaan kunnen
bestrijden. Het heeft alle aandacht en we proberen daar ook na de vakantie zo snel mogelijk
actie op te zetten. Maar over het geheel genomen verwacht ik in ieder geval op de korte
termijn geen problemen.
Akkoord.
14. SPORTNOTA BREDA 2001.
De heer GEMMEKE
De Sportnota Breda 2001 voorziet, wat ons betreft, in een dringende behoefte van de Bredase
sportwereld. Het heeft wel even geduurd voordat de nota er kwam, de laatste was van 1989,
bijna vooroorlogse tijden, maar er ligt nu toch een stevig product dat de lezer helder maakt hoe
de gemeente Breda omgaat met sportbeoefening.
De heer SCHRODER
Bij interruptie. Ik heb een vraag aan de heer Gemmeke. Kunt u mijn fractie misschien duidelijk
maken op welke wijze deze nota voorziet in de behoefte van de Bredase sporters? Want eerlijk
gezegd, en dat gemis constateert mijn fractie, is het voor ons onduidelijk waar die behoefte
precies zit en in hoeverre deze nieuwe nota, met kennelijk een omslag in het beleid, daarin zou
moeten voorzien. Dit is overigens geen kritiek. Maar wij willen daarover graag duidelijkheid.
De heer GEMMEKE
Er is u iets niet duidelijk en ik zal proberen om die onduidelijkheid op te heffen. Ik heb de
commentaarnota gelezen die gevoegd is bij dit stuk en in die commentaarnota zeggen de
sportverenigingen van Breda wat zij van de conceptnota vinden en ik kom daarin overwegend
constructieve opmerkingen tegen en daaruit leid ik af dat de sportwereld in Breda blij is met de
Sportnota die er nu ligt. En daarop baseer ik mijn uitspraak dat de sportwereld in Breda met
verlangen uitziet naar deze nota. U bent tevreden, mijnheer Schroder?
De heer SCHRODER
Ik heb nog twee termijnen, mijnheer Gemmeke.
De heer GEMMEKE
Logischerwijs, en zo gaat dat met een nota die goed is en goed in elkaar steekt, en ik vind dat
dat zo is, kom je onderwerpen tegen die gaan over het belang van de sport, over het realiseren
en in stand houden van de sportaccommodaties, hetgeen belangrijk als je sport wilt toepassen
vanuit het verenigingsverband, over subsidiëring en tarieven wat ook met sportbeoefening
heeft te maken, en nu zit Breda ook op het spoor om zowel de breedtesport als het
topsportklimaat te bevorderen, hetgeen ook wel mag in een stad met 160.000 inwoners. Wij
zien die onderwerpen niet voor de eerste keer voor ons, we hebben ze in de
commissievergadering van 5 april en 7 juni jongstleden ook besproken. Wij hebben per saldo als
CDA-fractie positief gereageerd op de nota zoals die er lag en wij bevestigen die opstelling
nogmaals. Ook nu moet ik mij even richten tot de heer Schroder, want hij zal ook nu bemerken
dat onze oordeelsvorming voor een groot gedeelte is bepaald door de reacties die vanuit de
achterban, vanuit de sportwereld op dit soort bestuurlijke geschriften van de gemeente Breda
tot de burgers komen. Het is nu eenmaal een hebbelijkheid van het CDA dat wij graag rekening
houden met datgene wat de achterban ervan denkt. Dat vertalen we ook in het standpunt dat
wij hier innemen. Ik heb toch nog een tweetal opmerkingen die ik ook in de commissie heb
gemaakt. De eerste opmerking gaat over het integratiebeleid. In Breda doen wij daar veel aan,
wij hechten daaraan veel waarde en vinden het van groot belang dat daaraan goed wordt
gewerkt. Nu dachten wij, wetende en lezende dat sport een uitstekend middel is om te
integreren, dat het begrip integratiesubsidie een uitstekend middel zou kunnen zijn om te
bevorderen dat die integratie inderdaad handen en voeten krijgt en wordt bevorderd. Wat
bedoelen wij daarmee? Wij denken eraan om sportverenigingen die zich actief inzetten om