28 JUNI 2001 239 allochtonen en/of gehandicapten in een sportvereniging op te nemen en ze de gelegenheid te bieden sport te beoefenen daarvoor te belonen in de vorm van een materiële subsidie. Dat is nieuw, dat staat niet in de nota, maar we leggen het toch even op tafel. Wij weten bijvoorbeeld dat hockeyvereniging Push in Breda zich heel actief inzet voor het opvangen van gehandicapte sportertjes en daarmee goede resultaten boekt. Je zou dat idee kunnen uitbreiden met de allochtonen, want ook voor hen is het van groot belang dat de integratie in de westerse samenleving goed verloopt. We hebben gelezen, begrepen en ervaren dat juist sportbeoefening daartoe een uitstekend middel is. Vandaar dat we nog eens even stevig promoten om het begrip integratiesubsidie te gaan toepassen. We missen dat in de nota en daarom leggen we dat nu even op tafel. De heer SCHRODER Ik wil het beleid van de heer Gemmeke niet ontkrachten, maar ik signaleer toch dat in de nota bijvoorbeeld afstand wordt genomen van het subsidiëren van de jongerensport, althans van de wijze waarop de subsidiesystematiek tot nu toe werkt. U zult toch, als CDA, ook het belang ondersteunen om jongeren in een vroeg stadium bij sport te betrekken en ze de mogelijkheid te bieden om te sporten, want de maatschappelijke functie en de onderlinge vriendschappelijke contacten daarvan zijn ook belangrijk. Desnoods zie je het als het weghalen van jongeren van de straat en het ervoor zorgen dat zij zinvol op een andere wijze bezig zijn. Waar u aan de ene kant motiveert dat het integratiebeleid voor gehandicapten en allochtonen prima is, neemt u anderzijds, als u de nota helemaal overneemt, daarvan gedeeltelijk afstand. Dat lijkt mij toch wat vreemd. De heer GEMMEKE Ik neem geen afstand van de nota. Ik denk dat ons voorstel ertoe kan leiden dat de nota aan kwaliteit wint door bijvoorbeeld aan het totale subsidiepakket, zoals we dat nu aantreffen in de nota, een derde vorm toe te voegen of een verbijzondering, zo mag je het wat mij betreft ook noemen. Als we in ieder geval maar het begrip integratiesubsidie in de nota tegenkomen, dan ben ik zeer tevreden. En u begrijpt waarom wij dat bepleiten. Ik heb nog een tweede opmerking. De nota spreekt over Breda als een stad met een hockeycultuur. Daarvan willen wij niets afnemen, dat vinden wij ook, want Breda heeft die. Echter, het verbaast ons toch dat in de nota met geen woord wordt gerept over Breda als een stad met een hippische cultuur. U begrijpt dat dat wat anders is dan een hippiecultuur. Een hippische cultuur heeft te maken met de paardensport en die is in Breda zelfs van een internationale allure. Ik denk daarbij aan de vierspannen die wij ieder jaar mogen meemaken, ik denk aan de Military, die nu een andere naam heeft maar in ieder geval ook een paardensport is, ik noem Breda Derby, een evenement dat nu gebundeld gaat worden in één totaalevenement waarvoor een locatie wordt gezocht. Verder moet ik ook wijzen op het feit dat Breda, zeker sinds de herindeling, in het rijke bezit is van een aantal landelijke rijverenigingen die toch ook een belangrijk deel van de sport voor hun rekening nemen in deze stad. Mijn conclusie is dan ook dat Breda niet alleen een hockeystad is, een stad met een hockeycultuur, maar ook een stad is met een gerenommeerde paardensportcultuur. De heer SCHRODER Bij interruptie. Haalt de heer Gemmeke nu niet het evenementen- en sportbeleid door elkaar? Straks beweert hij nog dat ook de wandeling van jazzliefhebbers naar de binnenstad onder het sportbeleid van mevrouw Heerkens moet vallen. De heer GEMMEKE Mijnheer Schroder, ik wil u wel even uit de droom helpen. Het is juist dat sportactiviteiten weieens kunnen uitmonden in evenementen. In die zin is er natuurlijk een samenhang. Maar er is in deze stad een aantal verenigingen dat regelmatig paardensportactiviteiten beoefent en daarover vind ik in deze nota niets terug. Dat mis ik in deze nota. Datgene wat wij graag willen is het volgende. Wij vinden dat de nota pas echt compleet is als daarin ook aandacht wordt besteed aan de hippische sport en met name in de zin van het beschikbaar stellen van accommodatie voor de mensen die die sport beoefenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 239