28 JUNI 2001 241 verenigingsleven betrokken zijn geweest. De uitwerking is wat mager. Wij hebben gezegd: er is wel een behoorlijke inventarisatie, maar keuzes worden er onvoldoende expliciet gemaakt. Op zich wordt wel gekozen voor spreiding van sportvoorzieningen over de districten, maar een echte inventarisatie van welk voorzieningenniveau we in de districten nodig hebben en op welke wijze de districten zelf invulling kunnen gegeven aan de besluitvorming missen wij in deze nota. De relatie tussen topsport en de breedtesport ofwel de amateursport in dit geval ontgaat ons ook. In het verleden, en dan praat ik over ongeveer tien jaar geleden, is al gesproken over het feit dat met name met de topsport ook afspraken moeten worden gemaakt over haar invloed op de amateursport, niet alleen om te proberen daar talentvolle leden weg te halen, maar met name ook om in de vorm van trainingen en stimulering kwaliteit te geven aan de amateursport. Ik doel dan met name op voetbalvereniging NAC die in dat opzicht een voorbeeldfunctie zou moeten volgen. Met NAC zijn er concrete afspraken gemaakt maar, in onze visie, wordt daaraan weinig invulling gegeven. Onvoldoende nog in de uitwerking maar ook in de motivering van de keuzes is het voortbestaan van Sportpunt en het laten voortbestaan van de subsidiëring via Sportpunt. Een gegeven is dat Sportpunt hét loket is voor de verenigingen. Bij de invoering van Sportpunt, ongeveer vijf jaar geleden, heeft mijn fractie al gezegd: we moeten heel zorgvuldig volgen of dat wel loopt en voldoet aan de verwachtingen van de verenigingen zelf. Wij missen dienaangaande nu een behoorlijke evaluatie of een doorkijk van Sportpunt om te beoordelen of dat a. tot tevredenheid van de verenigingen functioneert en of het b. in het verleden ook een juiste keuze is geweest om Sportpunt tussen de verenigingen en de gemeente te plaatsen. Misschien dat dat zo is, maar wij kunnen dat in deze nota niet lezen. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan, maar dan kom ik op een detailniveau dat wij ook al in de commissie hebben gehad. Wij stellen vast dat hier een degelijke inventarisatie ligt. In de toekomst moeten we met regelmaat kijken of daar elementen uit te halen zijn voor de verdere beleidsontwikkeling, waarvoor u aan de raad mandaat vraagt, maar waarbij wij de vinger aan de pols willen houden. Wat betreft de terreinen die de heer Gemmeke noemt, en dan ook met name de uitwerking van de subsidieproblematiek, willen wij als raad zeker de vinger aan de pols houden. Op dit moment krijgt u van de GroenLinks-fractie het voordeel van de twijfel en zullen wij instemmen met deze nota. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Het is al gezegd, de Sportnota is een belangrijk stuk waarmee heel wat burgers te maken hebben en de omslag in de subsidiesystematiek roept bij hen dezelfde vragen op als bij de nota Alles heeft zijn Prijs. Daarom is het ook goed dat u de verenigingen een jaar extra geeft om ze te leren omgaan met deze nieuwe voorwaarden. Wij hopen wel dat in dit jaar niet de conclusie moet worden getrokken dat het aanvragen van voldoende subsidie voor een gewone vrijwillige bestuurder eigenlijk onmogelijk is. In dat geval zijn maatregelen noodzakelijk en wij zouden graag zien dat u ons in de loop van het komend jaar informeert over deze gang van zaken. Ik heb nog een korte inhoudelijke opmerking. Het accent op de breedtesport is voor mijn fractie erg belangrijk. De functie van topsport als inspiratiebron voor anderen is natuurlijk onmiskenbaar, maar bij iedere nationale overwinning is die functie toch al aanwezig, dat is geen lokale zaak. Dat betekent voor onze fractie dat de financiën primair moeten worden besteed aan die breedtesport en de daarbij behorende voorzieningen. Een topsportplatform bijvoorbeeld is prima, maar wij zijn wel van mening dat zo'n instelling slechts uiterst beperkte financiële consequenties voor ons als gemeente mag hebben. Bij toekomstige nieuwe accommodaties daarentegen zou je wel meteen de mogelijkheden kunnen meenemen om bepaalde vormen van topsport te bedrijven, dan vang je twee vliegen in een klap, en we denken dan bijvoorbeeld aan een nieuw sportcentrum. Wij sluiten ons toch wel graag aan bij de opmerkingen die de heer Gemmeke maakt over de integratiemogelijkheid die sport nu eenmaal biedt. Aangezien activiteiten binnen het subsidiekader van deze nota subsidiabel worden gesteld is, naar onze opvatting, daaraan op de een of andere manier zeker vorm te geven. Wij verwachten veel creativiteit in dit opzicht, zowel van de wethouder als van haar ambtelijk apparaat alsook van de verenigingen zelf. Onze instemming met deze nota heeft u, voorzitter, dat hebben wij ook in de commissie al duidelijk gemaakt. De heer JOOSSE In twee commissievergaderingen hebben wij uitgebreid bij de Sportnota stilgestaan. Ik zal dan ook proberen om het vanavond kort te houden en ik zal ook niet al te veel nog inhoudelijk op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 241