m 30 AUGUSTUS 2001 270 TWEEDE TERMIJN Mevrouw DUNSELMAN-ROSMAN Ik ben blij dat er dus een inventarisatie van de tractie is. Het verzoek is dan ook om deze te mogen inzien en bij de commissie op de agenda te zetten. De heer LEUNISSE Ik hoop dat mevrouw Dunselman het me niet kwalijk neemt en ik hoop dat we nog samen door één deur kunnen, want dat is wat mij betreft best, dat is geen enkel probleem, maar ik ben zo blij met de heldere antwoorden van de wethouder. En als ik die zie in het kader van de commissie-Elzinga van na 6 maart 2002, dan denk ik dat hij heel snel van ons een uitnodiging zal krijgen om tot het college toe te treden als onafhankelijk wethouder. Wethouder OOMEN Ik kan weinig eraan toevoegen. Als mevrouw Dunselman een inventarisatie bedoelt van voertuigen, auto's en dergelijke qua leeftijdsopbouw, dan heb ik geen enkel probleem daarmee. Zo'n staat kan ik u verschaffen. Maar daar waar het gaat om het aanschaffen van bedrijfsmiddelen is het zo dat ik het nog niet eerder in deze raad heb meegemaakt dat we een discussie daarover moesten hebben. Het was één grote bulk die in één keer aan de raad werd voorgelegd. Alleen heb ik deze keer hier even pas op de plaats gemaakt omdat ik er zeker van wilde zijn dat datgene wat ik aan uw raad ging vragen ook echt moest. Vandaar dat er enige vertraging in zat. Dus als het gaat om de leeftijdsopbouw van de apparatuur dan zal ik proberen die u te leveren. De VOORZITTER Het lijkt mij een voldoende toezegging. Akkoord. 8. ZELFANALYSE GROTESTEDEN BELEID. Mevrouw KNIPSCHEER Heel kort. Er is al ontzettend veel over gesproken. We hebben in alle commissies over de behaalde resultaten en ook over de verbeterpunten gesproken. Eigenlijk wensen wij het college, de ambtenaren en allen die verder daaraan meedoen, hele goede visitatiebijeen komsten, maar wij hopen vooral ook dat het voor onze stad weer leerpunten oplevert, want ik denk dat dan de tijd en alles wat we erin hebben gestoken ook nuttig zal zijn geweest. Veel succes ermee. De heer HAARHUIS Wij zijn tevreden over de zelfanalyse en ook wel tevreden over de discussies die we daaromtrent in de diverse commissies gezamenlijk hebben gevoerd. Ik denk dat die een goed beeld oplevert van de sterke en zwakke punten op de beleidsterreinen die we hebben onderzocht en die welke we nog gaan onderzoeken samen met de visitatiecommissie. We hoorden gisteren tot onze verrassing dat in de stadsmonitor recent is gebleken, als je dat afzet tegen andere steden, dat we op sommige punten zelfs nog beter scoren dan we al dachten. Ik meen dat het ging om het punt van leefbaarheid en dergelijke. Dat is heel plezierig. Aan de andere kant blijven er natuurlijk nog voldoende knelpunten over en zitten we ook met een aantal weerbarstige problemen die we moeilijk de baas kunnen worden en waaraan we echt moeten blijven werken. We hebben het met elkaar in ander verband al gehad over de zwerfjongerenproblematiek en de maatschappelijke opvang. We hebben afgesproken daar een capaciteitsuitbreiding op te zetten. We moeten natuurlijk zien, we hebben dat ook al eerder gezegd, of zo'n uitbreiding voldoende is en of we, wanneer het cijfermateriaal en de consequenties van dat beleid en de goede gevolgen aan ons worden overgelegd, of we dat politiek uiteindelijk met elkaar ook voldoende vinden. Dat zullen we in de toekomst nog verder moeten bekijken. Het is in ieder geval een punt van aandacht geweest en dat zal het ook zeker blijven. Ik denk dat we ook op het punt van de volkshuisvesting met elkaar een goed debat hebben gevoerd, wat ook heeft geleid tot een bredere oriëntatie op de verdeling van de woningen en op de beschikbaarheid en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 270