30 AUGUSTUS 2001
272
Mevrouw KNIPSCHEER
Mag ik een interruptie, voorzitter? Ik vind het zo jammer dat nu deze discussie gevoerd gaat
worden. Wij hebben net de woningmarktanalyse binnengekregen, we gaan volgende week
daarover praten, daarna komt er, en ik hoop dat we daarvoor de ruimte krijgen, een grote
raadsbrede discussie over dit onderwerp. Ik hoop dat we daarvoor op 25 september, maar liefst
in oktober of november, ruim de tijd krijgen. En dan vind ik het jammer dat we daar nu kort
even over praten.
Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN
Het staat nou eenmaal in de tussenbalans, dat dat de aanpak moet worden van het tekort aan
betaalbare woningen, dus dan ga ik daarop in.
De heer POSTHUMA
Voorzitter, ik zou daarop nogmaals willen reageren. Ik denk dat de conclusie die hier nu wordt
getrokken een verkeerde is. Ik denk dat het nu juist niet zo is dat we ons heel eenzijdig fixeren
op één instrument, met name doorstroming, om van daaruit al onze problemen maar op te
lossen. Ik ben het overigens met mevrouw Van Hasselt eens. Ik denk dat het weinig zinvol is om
op dit ogenblik die discussie
Mevrouw REM IE-VERWEIJM EREN
Zij heeft nog niks gezegd.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Ik vind het wel aardig, mijnheer Posthuma, dat u zo aan mij denkt.
De heer POSTHUMA
Neemt u mij niet kwalijk
De heer SCHRODER
Waarschijnlijk loopt de heer Posthuma alvast vooruit op de opvatting van mevrouw Van Hasselt,
die ongetwijfeld de eigen wethouder zal willen steunen.
De heer POSTHUMA
Daarop durf ik heel veilig te anticiperen. Maar om dan toch het betoog even af te maken: het is
zo weinig zinvol. De discussie die we met elkaar gaan voeren over het volkshuisvestingsbeleid in
Breda zal heel wezenlijk zijn, die zal bepalend zijn voor het volkshuisvestingsbeleid dat we de
komende jaren met elkaar zullen gaan voeren.
De VOORZITTER
Dat is nu niet aan de orde, dus ik zou willen voorstellen
De heer POSTHUMA
Neen, dat is nu niet aan de orde, maar ik vind het, en dat wil ik wel even benadrukken, van heel
erg groot belang dat we ruim de tijd daarvoor nemen, dat wij ruimschoots de gelegenheid
krijgen om ook bij onze achterban alle inbreng te kunnen verzamelen die we nodig hebben.
Daarom ondersteun ik ook het verhaal van mevrouw Knipscheer, die zegt: laten we daarvoor de
tijd nemen en als dat in oktober of november zal plaatsvinden, dan vinden wij dat prima, want
we hebben het over een langetermijnprobleem en laten we dat alstublieft zorgvuldig doen.
De VOORZITTER
Ik stel voor dat mevrouw Remie nu haar bijdrage afrondt.
Mevrouw REM IE-VERWEIJM EREN
Het tweede punt waarover ik het wilde hebben betreft de cultuurparticipatie, die met tien
procent zou moeten toenemen. Maar de cultuurparticipatie is sinds 1998 gelijk gebleven, en
met de huidige bezuinigingen bij de dienst Cultuur lijkt een toename van tien procent wel haast
uitgesloten. Daar moet dus meer grotestedengeld naartoe. Kortom, de GroenLinks-fractie kan
zich in deze zelfanalyse niet vinden en zal tegenstemmen.