22 FEBRUARI 2001
28
echter wél moeten doen. Wij hebben in het verleden inderdaad een aantal keren moeten
constateren dat het misschien langer duurde dan de bedoeling was, waardoor er wat onrustige
bewegingen werden gemaakt en we op een gegeven moment toch problemen kregen. Dan
wordt het probleem waarover het gaat toch min of meer verdoezeld. Niet verdoezeld ten
nadele, maar het duurt dan gewoon te lang. Ik denk dat je als commissie ook schuldig bent als
je daarover geen goede afspraken met elkaar hebt gemaakt. Het reglement zegt niets over
besloten, openbaar, weer besloten, weer openbaar. Het is even de vraag aan het college of dat
inderdaad ook kan. Er is zojuist gesproken over een besloten bijeenkomst van de
coalitiepartijen. Ik ben daarover niets tegengekomen in het Reglement van Orde. Het reglement
kent geen politieke partijen, dus daarom kom ik het daarin niet tegen. Ik weet dus ook niet hoe
men daarmee moet omgaan. Ik denk dat vooropstaat dat daar waar het kan vergaderingen
openbaar moeten zijn, en dat in overleg met raad of commissie beslotenheid in acht moet
worden genomen. Tot zover mijn bijdrage in eerste termijn.
De heer SCHRODER
Bij interruptie, mag ik mevrouw Boidin eens wat vragen? U hebt het gehad over de procedure
ex artikel 10. Maar er wordt vooral gesproken over geheimhouding, niet over vertrouwelijkheid
of beslotenheid van vergaderingen. Kunt u daarover de gedachten van uw fractie eens laten
gaan? Uw laatste zin frappeerde mij. U zegt dat daar waar het kan vergaderingen openbaar
zouden moeten zijn. Zouden ze niet altijd openbaar moeten zijn, tenzij het niet kan? Dat is
precies de omgekeerde weg, maar dat zou wat mij betreft de logische gedachtegang zijn.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Dat laatste mag u zo formuleren, maar ik denk dat het merendeel van de raad heel goed heeft
begrepen wat ik daarmee bedoelde. Over artikel 10 heb ik al gezegd dat ik dit een heel
interessant artikel vind. Ik zal heel eerlijk zijn: ik heb het nu echt voor het eerst helemaal goed
doorgenomen en regel voor regel bekeken, want men moet soms weieens een aanleiding
hebben om iets uit te zoeken. Dat was nu in dit geval bij mij toch dat ik buitengewoon
geïnteresseerd, ja zelfs een beetje nieuwsgierig werd. Ik heb gezegd dat artikel 10 criteria biedt.
Er staat in vermeld: 'uitzonderingsgronden en beperkingen', en vervolgens geeft men een hele
lijst. Over geheimhouding, mijnheer Schroder, wordt met name iets teruggevonden, niet in de
Wet Openbaarheid van Bestuur, maar in de Gemeentewet, artikel 93. Daarin staat een heel
duidelijk stuk over de geheimhouding
De heer SCHRODER
De inhoudelijke argumenten vindt u in de WOB. Daarnaar wordt ook vanuit de Gemeentewet
verwezen, mevrouw Boidin. En dan gaat het inderdaad om geheimhouding. In de kwestie-
Montessori, en dat is ook bij andere commissies die in beslotenheid hebben vergaderd aan de
orde geweest, werd geen geheimhouding opgelegd, alleen werd er kennelijk op basis van wat
dan ook beslotenheid afgesproken. Wat ons betreft trechteren wij dat uiteindelijk toe naar:
waar ligt de verantwoordelijkheid, en: moet dat in het kader van de WOB, zou dat vatbaar zijn
voor geheimhouding? U noemde de eerste punten: spreken over personen of over
gemeentefinanciën. Waar de financiële belangen van de gemeente aan de orde zijn is het wat
ons betreft volstrekt geen punt van discussie dat die vergaderingen in beslotenheid
plaatsvinden.
De heer KWAKKENBOS
Ik denk dat een woord van dank aan mevrouw Boidin op zijn plaats is. Het is toch heel bijzonder
om de eerste tien minuten van je fractievoorzitterschap getrakteerd te worden op zo'n
hoorcollege met deze voorbereiding. Nogmaals mijn dank daarvoor. Ik hoop dat u het mij nu
ook wilt vergeven dat ik in diezelfde tien minuten dit niet dunnetjes ga overdoen. Ik wil het
hier kort even hebben over het principe van openheid en ik denk dat het duidelijk zal zijn dat
de VVD daar volledig achter staat. Ons uitgangspunt is: vertrouwelijkheid of geheimhouding
spreek je af als dat nodig is en vervolgens ga je zo spoedig mogelijk weer in openheid verder.
Dat is wat ons betreft de werkwijze die te verkiezen is. De heer Schroder gaf het zelf ook al aan.
Die kwestie van vorige week was een aanleiding en die is geen kern van de discussie van
vanavond, dus daarop wil ik nu ook niet ingaan. Eén opmerking van mevrouw Boidin trof mij
toch wel en dat was toen zij zei: we zijn nu een tijd hier bezig, een soortgelijke periode, en het