27 SEPTEMBER 2001 298 De heer KWISTHOUT Geeft u nu aan dat u ook een museumstuk bent geworden? De heer DE ROOS Wilt u eens een lijst inleveren van uw nevenfuncties, mijnheer Leunisse? De VOORZITTER Is dat werk van u ook aan te kopen? De heer LEUNISSE Als u het mij toestaat, voorzitter, dan ga ik verder. De VOORZITTER Toegestaan. De heer LEUNISSE Dank u wel. Ik wil eerst toch nog even reageren op de opmerking van mijn buurman over dat museum. Ik kan hem geruststellen, dat is grafisch. Maar weer even to the point, het gaat er natuurlijk om, waar we nu zitten, wat we kunnen besteden en waar we naartoe gaan. Breda is in ieder geval erg trots op De Beyerd en ook op de Artotheek. Mensen die daar in de buurt wonen of daar een bezoek brengen, en ook de vrienden van De Beyerd zullen zeggen dat het fantastisch is. En natuurlijk, er komt iets nieuws aan de horizon en dat is dus zo'n Grafisch Museum. Als dat allemaal kan, en de portemonnee laat dat toe en iedereen denkt dat alles goed gaat en datgene wat we hebben behouden we en dat wat noodzakelijk is, is allemaal ingevuld en het onderhoud is in orde: wat let ons? Maar welke berichten krijgen wij van de straten, de buurten en de wijken? Er zijn nog zeer veel wensen. Er zijn daar donkere wolken. Bijvoorbeeld als het gaat over het lenen van boeken. Bibliotheken worden gesloten. Grote partijen: jullie moeten het gewoon bij de naam durven noemen, niet eromheen draaien en gewoon zeggen zoals het is. Laat die zaken eerst in orde zijn. Natuurlijk heeft Breda '97 volkomen gelijk dat de dorps- en wijkraden zeer nadrukkelijk nog vele wensen, plannen en ideeën hebben en al jaren daarover zeuren. Echt zeuren dat ze het moe worden. De gemeente moet in alle mogelijke standen gaan staan om zich aan haar woord te houden. Dat vind ik geen goede zaak. En dan krijg je natuurlijk bepaalde uitspraken van burgers, ik zal er toch één citeren: "elitair gedoe". Daarvan zeg ik dat ik het zonde vind, want het is toch goed bedoeld, maar ik kan het me best voorstellen. Als ik niet meer naar een bibliotheek in de buurt kan, omdat die wordt gesloten, en in de buurt wordt dan wél een Grafisch Museum geopend, dan zeg ik: waar moet ik mijn kinderen dan naartoe doen, of waar kan ik ze boeken laten lenen? Voorzitter, in het kort, ik hoop dat uit mijn betoog duidelijk is geworden dat wij niet zo'n voorstander van dit voorstel zijn, en zeker niet van de financiële onderbouwing die ook nog niet helemaal af is. Dus ik moet u helaas teleurstellen: op dit punt gaan we niet met u mee. Wethouder ADANK Mieke Telkamp zong indertijd het lied: "Waarheen, waarvoor?". Dat is in de periode geweest dat dit de heer Leunisse waarschijnlijk nog bijzonder aansprak. Juist die twee woorden 'waarheen, waarvoor' zijn voor het college aanleiding geweest om, met het raadsbesluit in de achterzak, te kijken naar de Stadsvisie, en de Stadsvisie te vertalen in een aantal programma's waarin wonen, werken, zorg en cultuur bij elkaar zijn gevoegd om juist die meerwaarde en de kwaliteit van de stad en datgene wat het voor de burgers zou kunnen betekenen, van concrete projecten te voorzien. Welnu, van wonen weten we vanuit de actualiteit en de discussie waar we naartoe gaan. Dat geldt ook voor werken en voor zorg. Maar ook cultuur heeft enerzijds met die kwaliteitsslag te maken waaraan we nu hard werken, anderzijds spreken we ons wel degelijk uit, niet alleen in het beleid maar ook in de praktijk, voor meer cultuurparticipatie. Welnu, vandaag is het Bredaas Museum voor Grafische Vormgeving, dit is overigens nog een werktitel, vanuit de eerste steigers langzaam aan het ontstaan. We zijn aan het bouwen, zo zou ik het heel kort willen samenvatten. En dat daar hopelijk wat minder ambachtelijk werk voorhanden komt dan bij andere bouwprojecten, dat hopen we samen. Vandaar dat we hier voor een heel gedetailleerde en minutieus voorbereidingstraject hebben gekozen. Ons college heeft in ieder geval indertijd de raad aan zijn zijde gevonden om dit voorstel te gaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 298