27 SEPTEMBER 2001
300
Wethouder ADANK
de interdepartementale commissie voor de economische structuurversterking,
De heer DE ROOS
Voorzitter,
Wethouder ADANK
dat is die club die moet proberen bij de departementen het structurele geld los te weken, ik
kom eraan, mijnheer De Roos, ook het Grafisch Museum een plaats heeft gekregen. Wanneer
dat wordt gehonoreerd, is nog maar de vraag, maar we zullen daar in ieder geval een duidelijke
inzet op plegen.
De heer DE ROOS
Ik wil even in vragende zin reageren op wat de wethouder vertelt over het gesprek dat
plaatsvond tussen Frank Tiessing, onze directeur van De Beyerd, en staatssecretaris Van der
Ploeg. Mijn vraag is of daarbij ook aan de orde is geweest de investering die de gemeente heeft
voorzien voor het realiseren van het Museum voor Grafische Vormgeving, en ten tweede, in
hoeverre de staatssecretaris eventueel ook bereid is om van rijkswege daaraan bij te dragen?
Wethouder ADANK
Zoals geen enkel lid van ons college, of een staatssecretaris in een kabinet, toezeggingen zal
doen alvorens duidelijk is dat in overleg met de partners een garantie daarvoor kan worden
gegeven, zal ik dat ook niet doen. Dat heeft de heer Van der Ploeg ook niet gedaan. Hij heeft
alleen bevestigd dat Breda hem deze zomer over het initiatief heeft laten weten dat het plan
van aanpak klaar was en dat deze stukken vervolgens in de commissievergadering van
september zouden liggen. Morgenvroeg zal de brief op de post gaan waarin de staatssecretaris
duidelijk wordt gemaakt dat de raad de volgende stap heeft genomen. Gisteren heeft hij laten
weten dat hij tot nu toe het initiatief van deze gemeente mede gelet op de steun van de
Provincie en het Rijk als bijzonder positief waardeert. Er hangen geen garanties en geen
toezeggingen van het departement van af. Dus nogmaals, als u vraagt om de discussie over de
Artotheek alsjeblieft zorgvuldig te doen, dan kan ik u zeggen dat ons college dat ook wil. Wat
betreft de opmerking van de heer Braat over het in opbouwend kritische zin volgen van de
voortgang en de uitwerking, merk ik op dat ik van hem niet anders gewend ben. Ik zou graag,
zeker als het gaat om de discussie in de commissie, alle vraagpunten die overblijven, zeker gelet
op datgene wat we met elkaar uitdiscussiëren over het besluitvormingsschema, in alle openheid
en in alle duidelijkheid willen uitdiscussiëren, zodat er gestuurd en bijgestuurd kan worden op
een moment dat dat nodig is. En dan gaat het om de uitgewerkte plannen zoals u ze vindt in
het besluitvormingsschema. De opmerking van de heer Snier heb ik goed begrepen, ook in de
commissie. Vanzelfsprekend zal het niet zo zijn dat het concept van de architect het
uitgangspunt is voor de ambities van deze raad. Dat moet mede in relatie staan en prioriteit
hebben in zijn functionele invulling. Dus een groot accent zal worden gegeven, ook de komen
de maanden, op het inhoud en vorm krijgen van een Museum voor Grafische Vormgeving in
relatie tot het bestaande, de exposure van de Kunsthal. Want die hebben we dus niet over
boord gegooid. Dat moge in het verloop van de afgelopen maanden duidelijk zijn geweest. Het
is én én. Alleen zal het ene meer gelinkt worden, om in de taal van het museum te blijven, naar
de component van de grafische kunst. En daarmee had De Beyerd als kunsthal overigens al een
zekere naam verworven. Dus enerzijds innovatie anderzijds continuïteit en de derde poot is
zorgen datje het borgt bij de bevolking, en daarvoor zullen we ons best doen. De opmerkingen
van de heer De Roos, die, dacht ik, voldoende van interrupties zijn voorzien door mevrouw
Boidin en de heer Snier, vind ik zeker niet in relatie staan tot de post initiatieven en
experimenten, zeker niet in relatie tot wat ik in de chronologie heb gezien van experimenten
hier in Breda, die hogelijk zijn gesteund, ook financieel, en zeker niet in relatie tot wat ons
college en uw raad hebben toegekend aan cultuureducatie. Ik denk bijvoorbeeld ook aan
cultuurbereik met 1 miljoen en 1 miljoen matching, waarin we proberen alle lagen van de
bevolking en alle leeftijden te bereiken, waardoor de cultuureducatie alleen maar zal
toenemen. Alleen op de spanning tussen vraag en aanbod zal iedere vakdirectie, en dat is het
bezuinigingsverhaal, zelf alert moeten zijn. Je kunt niet scoren door meer middelen uit te geven
dan de gemeenteraad ter beschikking heeft gesteld. En daar wordt enigszins