22 FEBRUARI 2001
30
De VOORZITTER
Dit zijn toch geen interrupties? U reageert op wat anderen hebben gezegd. U krijgt een tweede
instantie. Laten we deze termijn nou even fatsoenlijk afronden, want mijn handen jeuken ook
om eens even te vertellen hoe het precies in elkaar zit.
De heer HAARHUIS
Om af te sluiten, het is absoluut nooit de bedoeling van de Partij van de Arbeid geweest om
zaken te verbergen, te versnoezelen of te verdoezelen. Openbaarheid vinden wij een
ontzettend belangrijke punt. Je moet ook niet voor elk wissewasje geheimhouding afdwingen,
maar het kan zo zijn, zoals de heer Schroder aangeeft, datje daarover heel erg hard en helder
moet zijn. Oké, dan moeten we dat als commissie procedureel met elkaar wellicht in sommige
opzichten wat handiger uitspelen. Misschien is de les van mevrouw Boidin daarbij dan ook wel
heel verstandig. En overleg tussen de coalitiepartners is een andere kwestie. Ik vind dat
coalitiepartners die gezamenlijk een programakkoord hebben afgesproken waaraan ze zich
moeten houden en waarmee zij een zware verantwoordelijkheid op zich hebben genomen, het
volstrekte recht hebben om met elkaar te overleggen als daaraan behoefte is. Daarbij wil ik het
op dit moment even laten.
De heer SCHRODER
De verantwoordelijkheid voor het bestuur van de stad is voor de Partij van de Arbeid net zo
groot als voor de fractie van GroenLinks. Die heeft niets met coalitie of met
De heer HAARHUIS
Zo is dat, maar zoals u ook met uw oppositiepartners op sommige momenten overlegt en in de
raad een standpunt inneemt, zo vind ik het ook volstrekt terecht en volstrekt niet laakbaar als
coalitiepartners met elkaar in overleg treden. Daar is helemaal niets mis mee.
De heer VAN YPEREN
Bij geheimhouding gaat het voornamelijk over afspraken en afspraken nakomen. Zonder enige
twijfel dienen we volgens vaste regels geheimhouding gedurende een vastgestelde periode te
garanderen, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp gericht is op personen of op financiën.
Wanneer we daarvan afwijken kunnen we personen of de gemeenschap met onherstelbare
schade, die ook financieel kan zijn, opzadelen. Schade die niemand wil. Dus geheimhouding is
meer dan een afspraak tussen burgemeester en wethouders en de coalitie en de raad. Het kan
dus niet zo zijn dat een politieke partij om politieke winst zich niet houdt aan afspraken die van
tevoren zijn gemaakt. Het is ten enenmale onjuist en in strijd met het beginsel van besturen dat
men voor eigen gewin de geheimhouding breekt. Wanneer men het niet eens is met de
geheimhoudingsplicht, die een meerderheid gezamenlijk bepaalt, dan dient men op het
moment van de behandeling van het onderwerp op te stappen. Een voorbehoud maken over de
geheimhouding is óók niet op zijn plaats, omdat men op die manier altijd een vrijbrief creëert
om toch met gegevens naar de pers te kunnen gaan. Breda '97 stelt dat we geen enkele reden
zien om van het eenmaal ingenomen standpunt over geheimhouding en vertrouwelijkheid af te
wijken.
De heer JOOSSE
De vorige sprekers hebben al veel verstandige woorden hieraan gewijd dus ik zal proberen heel
kort te zijn. Wat ons betreft is het heel duidelijk: openbaarheid, tenzij. Dat staat voor ons
voorop. Geheimhouding en vertrouwelijkheid moeten zo kort mogelijk duren en alleen als het
noodzakelijk is. Ik denk, en ik kan daarbij aansluiten bij de heer Kwakkenbos en de heer
Haarhuis, dat wij in deze periode en ook daarvoor zeer terughoudend zijn geweest in het
houden van geheime of besloten vergaderingen. Daarvan is geen misbruik gemaakt. Maar het is
natuurlijk wel zaak dat je, op het moment dat je dat met elkaar afspreekt, je daaraan ook weet
te houden. Als je op een gegeven moment een vergadering begint en je hebt in meerderheid
afgesproken dat er geheimhouding of vertrouwelijkheid zal zijn, dan moet je het ook goed en
volgens de regels spelen en je daaraan houden. Anders moet je niet deelnemen aan die
vergadering, dat staat voor ons vast. Kennelijk is het nodig om met enkele partijen in deze raad,
wij hebben dat bij eerdere gelegenheden al geconstateerd, harde afspraken daarover te maken.
En dat is jammer. We gingen ervan uit, en dan ga ik toch even in op het specifieke geval, dat