k
22 FEBRUARI 2001
31
het een goede afspraak was die we bij die bijeenkomst hadden gemaakt. Kennelijk was die
afspraak niet hard genoeg. Dat is te betreuren. Overigens had die bijeenkomst een bijzonder
karakter, omdat we in feite die avond als commissie in overleg gingen met de
Bestuurscommissie, en niet met het college. De Bestuurscommissie en de commissie kwamen
overeen dat het in dit geval het beste was om in vertrouwelijkheid met elkaar te spreken. Dat is
een uitzonderlijke situatie vergeleken met een gewone commissie- of raadsvergadering. Verder
denk ik, dat is de laatste opmerking, dat het iedereen vrij staat om met elkaar in overleg te
treden. De heer Haarhuis heeft dat zojuist al aangegeven. De coalitiepartijen hebben wat dat
betreft toch een extra verantwoordelijkheid en aan zo'n overleg kan natuurlijk verder geen
enkel recht worden ontleend. Het is gewoon een kwestie van overleg, niet meer en niet minder.
De VOORZITTER
Ik wil even reageren in de volgende zin. We hebben in de, overigens besloten, vergadering van
fractievoorzitters al eens een keer over dit onderwerp gesproken op verzoek van GroenLinks,
omdat we in het voorjaar, iemand uit de raad wees al daarop, nog eens zo'n moment hebben
gehad, waarbij er enige discussie was over vertrouwelijkheid enzovoorts. Laat ik u even een
paar heldere dingen mededelen. Volgens de verordeningen, de regeling, de wet is het zo dat er
sprake is van twee begrippen, namelijk beslotenheid, dat is het ene begrip, en geheimhouding.
Vertrouwelijkheid kennen we niet. Afspraken kennen we ook niet. Er wordt wel voortdurend
hierop gewezen, maar daarover maak je gewoon geen afspraken. Als je een afspraak maakt om
het vertrouwelijk te gaan doen, dan heeft die geen status. Dan reken je op eikaars intentie en
dan kun je je daaraan houden, maar die heeft dus geen juridische status. Er zijn maar twee
juridische momenten: beslotenheid en geheimhouding. Beslotenheid kun je als voorzitter van
een commissie of van de raad voorstellen. Dan wordt de vergadering besloten aangevangen.
Dat kan ook door minstens eenvijfde van het aantal leden worden verzocht. Dan moet die
vergadering dus ook besloten beginnen, maar als de vergadering besloten begint, dan is het
eerste punt dat op de agenda staat of we in beslotenheid voortgaan, want dat moet worden
beargumenteerd. Er komen dus al vertrouwelijke zaken aan de orde. De vergadering bepaalt
dan of in beslotenheid wordt doorgegaan en dat is gewoon een kwestie van de helft plus één,
dus een democratisch besluit. En als men besluit niet besloten verder te gaan, dan gaan de
deuren weer open en is de vergadering open. Besluit men om in beslotenheid verder te gaan
dan gaat men door. Beslotenheid wil echter niet zeggen dat datgene wat daar is gezegd of
wordt besloten geheim is. Dat is een tweede fase, een ander facet. Dus vervolgens kan in zo'n
vergadering op voorstel van een van de leden of van de voorzitter of van wie dan ook, worden
besloten tot geheimhouding. Dat is geen afspraak, dat is gewoon een besluit en dan is datgene
wat in die vergadering is gezegd en besloten geheim. Dan hoeft u niet meer aan de mensen te
vragen of zij zich alsjeblieft daaraan willen houden. Daar staat gewoon een strafsanctie op. Als
u zich niet daaraan houdt dan pleegt u een strafbaar feit en kunt u worden vervolgd. Het
Wetboek van Strafrecht voorziet daarin. Dat is echt alles. Dus wat wij vooral moeten doen is
transparant zijn, en, wanneer wij menen dat er reden is om een besloten vergadering te
houden, die twee momenten goed in de gaten houden. Gaan we inderdaad besloten verder,
wat is daarvoor de reden, overwegen wij en besluiten wij tot geheimhouding? That's all. Bij
beide voorbeelden van het afgelopen jaar is er wel besloten vergaderd maar is er geen
geheimhouding opgelegd. Er is wel geappelleerd aan: er moeten nog mensen worden ingelicht,
het is misschien wijs en verstandig om niet daarmee naar de pers te gaan. Als een fractie echter
zegt daarover nog eens te willen nadenken of zich niet daaraan wil houden, dan is dat op zich
haar goed recht. Ik bedoel, sociaal-maatschappelijk kun je daarover misschien anders denken,
maar juridisch is dat correct. In beide gevallen, ook de vorige keer, heeft het even gerimpeld en
hebben wij als college tegen GroenLinks gezegd: jammer, want we hadden toch gedacht dat we
daarover een aardige afspraak hadden. Maar juridisch is daarmee niks aan de hand. Welnu, dat
is de situatie, dat is de status, en dat heb ik ook in het fractievoorzittersoverleg zo gemeld.
Daarom jeukten mijn handen om eens even heel scherp te stellen wat nou precies de situatie is.
Dus: beslotenheid, besluitvorming daarover, en geheimhouding; geen afspraken over
vertrouwelijkheid, vertrouwelijkheid kennen we niet in dit stadium. Het is, denk ik, goed dat we
dat even heel scherp stellen. Nu begin ik met het antwoord van het college op de vragen. Het
college heeft altijd als standpunt gehanteerd, het hanteert dat nog en het zal dat ook blijven
doen, dat in principe altijd openbaar moet worden vergaderd, tenzij er redenen zijn om het niet
in openbaarheid te doen en dan toetsen we dat met name aan artikel 10 van de WOB. De heer