25 OKTOBER 2001
347
Wethouder DE WERD
In de richting van GroenLinks het volgende. De opmerking van de heer Schroder, dat de relatie
met de wijk- en dorpsraden niet constructief zou zijn, laat ik helemaal voor zijn rekening, hij kan
dat absoluut niet aantonen. Alle publicaties en datgene wat er in de commissievergadering is
gezegd, waar u schitterde door afwezigheid, bewijst het tegendeel. Ik zie ook nergens dat de
resultaten van de evaluatie na de zomer bekend worden gemaakt. Het enige dat in het
onderliggende stuk staat is dat we verlengen tot in ieder geval na de zomer om met name het
proces van de evaluatie dié kans te geven die het verdient. Overigens merk ik op dat alle wijk
en dorpsraden akkoord zijn gegaan met het tijdstraject zoals dat daar ligt. De heer
Schoenmakers heeft aangegeven dat er inderdaad wat knelpunten zijn in de richting van het
districtsgewijs werken. Mijnheer Schoenmakers, u kunt ervan overtuigd zijn, en u moet dat ook
uit een aantal andere voorbeelden dicht uit uw omgeving kunnen constateren, dat wij er alles
aan doen om dat zoveel mogelijk te stroomlijnen. Er zit absoluut verbetering in. Datgene wat de
heer Leunisse heeft gezegd zie ik als een stemverklaring.
Akkoord.
12. BENOEMING VOORZITTER EN PLAATSVERVANGEND VOORZITTER COMMISSIE SOCIALE
ZEKEHEID.
Akkoord met benoeming van de heer M.L. Cremer tot voorzitter en mevrouw J. de Bruijn-Oskam
tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie Sociale Zekerheid.
13. DOELGROEPENBELEID BREDA: UITBREIDING PEUTERPLUS EN BESTEDINGSPLAN VOOR- EN
VROEGSCHOOLSE EDUCATIE.
De heer SCHOENMAKERS
Het is een goed voorstel dat tegemoet komt aan de ideeën om onderwijsachterstanden te
bestrijden en dat is een onderwerp dat mij en mijn fractie heel na aan het hart ligt. Deze raad
heeft ook prioriteit gelegd bij de voor- en vroegschoolse educatie. De peuterplus met een
doorwerking naar de basisschool is van erg groot belang. Kinderen die met onderwijs
achterstanden aan de basisschool beginnen kunnen die achterstanden praktisch niet meer
inlopen. Dit is dus een voorstel dat wij van harte steunen, maar we moeten er wel aan denken
dat het één van de instrumenten is die we hebben en die ons ten dienste staan, want van nog
groter belang is, en ik wil dat daarom vandaag hier ook uitspreken, dat er vanuit de school met
allerlei instanties moet worden samengewerkt. Uit allerlei onderzoeken blijkt immers dat de
impact van het leren in een buitenschoolse omgeving vaak groter is dan in de scholen zelf.
Belangrijk zijn in dezen ook het buitenschools milieu zoals het gezin en de manier waarop de
ouders bij dit project worden betrokken, de clubs, de vriendjes en vriendinnetjes, de
buitenschoolse opvang. En in dit verband kunnen de Brede Scholen een cruciale rol vervullen. Er
moet een integrale aanpak komen van partners die gelijkwaardig zijn. Dan zal er pas echt sprake
kunnen zijn van een gerichte aanpak van onderwijsachterstand.
Mevrouw VAN WEEZEL
De PvdA is blij met de voortvarende uitvoering van de hoofdlijnennotitie Kinderopvang. Er zijn
intussen al heel veel extra plaatsen gerealiseerd en ik ga haast denken dat we naast
opplushoofdstad ook kinderopvanghoofdstad van Nederland aan het worden zijn. Het
doelgroepenbeleid is een onderdeel van die notitie en ligt nu uitgewerkt voor ons. Het gaat om
een aantal extra dagdelen en om specifieke programma's. Dit geheel past ook in de 0 tot 6-
jarige aanpak en uiteindelijk willen we tot een sluitende aanpak komen. Hier ligt ook mijn
vraag. Met de peuterplus bereik je kinderen van 2 tot 6 jaar, maar je hebt natuurlijk ook nog de
kinderen van 0 tot 2 jaar. Als je daarmee aan de slag gaat dan zit je natuurlijk helemaal in de
preventieve sfeer. Als ik naar dit geheel kijk wil ik het college het volgende vragen: heeft u al
een idee hoe u deze groep wilt bereiken en aan welke aanpak denkt u dan?
Wethouder OOMEN
Gelukkig dat er een ondergrens is van 0 jaar.