25 OKTOBER 2001
353
doen, daarmee de mensen wat minder van het werk houdend zodat er wat minder
bouwvertraging ontstaat.
De heer LEUNISSE
U heeft geen idee waarover u praat, dat is punt een. Als u er eens een keer langs was geweest
dan had u respect kunnen opbrengen voor degenen die daarin interesse tonen. Het zou alleen
maar bevorderen dat wij als gemeenschap daarin minder geld hoeven te pompen.
Wethouder OOMEN
Mijnheer Joosse, de heer Leunisse zegt dat hij langs gaat. Hij zegt niet dat hij aangaat.
Wethouder ADANK
Op de eerste plaats denk ik dat ik namens het college kan spreken als het gaat om een gepaste
waardering voor de wijze waarop de raad reageert op de consequenties van een eigen keuze die
zowel het dagelijks bestuur van deze gemeente als het algemeen bestuur in een lange reeks van
deelbesluiten en besluiten op weg naar de definitieve vorm van het poppodium heeft gemaakt.
Dat bewijst dat we in die zin toch nog steeds kunnen rekenen op een groot draagvlak met in het
achterhoofd de doelstelling waarom we het zo belangrijk vonden dat aan de aan ons ten
dienste staande culturele accommodaties er in ieder geval één moest worden toegevoegd,
namelijk een accommodatie met een stedelijke functie die dus niet specifiek regionaal, niet voor
half Nederland bestemd was, maar typisch gericht zou zijn op onze jongeren in relatie tot
moderne muziek en dans. De genoemde doelgroep wordt overigens gedragen door een bestuur
met medewerkers dat die leeftijdsgroep goed aanvoelt en met een programmering zal komen
die ook heel specifiek daarop is toegesneden. Bij de keuze van de accommodatie was dat in
ieder geval voor de raad aanleiding om te kiezen voor kwaliteit. Dat zouden we met de
programmering van de muziek ook hebben gedaan. Die keuze voor kwaliteit in plaats van een
snelle klus heeft zich vertaald in een aantal risico's die we eerder samen hebben geschetst en
ook eerder samen hebben genomen. We zien daarvan nu, nu het eind van het bouwproject in
zicht is en het dak bijna dicht is, het resultaat. Laat ik vooropstellen dat de vragen die zijn
gesteld en de opmerkingen die zijn gemaakt door mij als functiewethouder namens het college
goed zijn begrepen, maar dat ik niet van plan ben om achterom te kijken. Mevrouw Remie
vroeg daar heel nadrukkelijk naar. Laten we bij het bouwproject voor cultuur dat we nu gaan
opstarten, en de staatssecretaris heeft gisteren dienaangaande over het plan van aanpak een
uitzonderlijk positieve uitspraak gedaan, ik meld u dat binnenkort, het volgende afspreken. Om
te komen tot goede resultaten ten aanzien van het projectmatig werken zullen we de lessen die
we van Bakkenist hebben geleerd voor ons nemen. Het gaat daarbij dan om de architect, om de
aannemer, om hoe je omgaat met de standaardreglementen architecten of de uniforme
aanbestedingsreglementen ten aanzien van de aannemers, het gaat over het dichttimmeren van
contracten, de juridische begeleiding en de diverse stapjes die we moeten zetten voor het
opvullen van hiaten. We kijken dan dus meer vooruit dan achterom en in die zin praten we wel
over hetzelfde. De notitie over prepatineren heb ik de commissie toegezegd, die was toen niet
direct voor handen. Waarom niet? Indertijd, en dat is ook door mijn voorganger namens het
college gezegd, behoorde een geprepatineerd dak niet tot de mogelijkheden. In november 1999
is namens het college wel gezegd dat een duurzaam dak op het concept van toepassing was. Er
is geen uitspraak gedaan over wel of niet prepatineren. De brief van het Hoogheemraadschap is
terecht waar het gaat om de nodige risico's als er wordt geloogd. Dit college en ook uw raad
zijn niet van plan onverantwoorde milieurisico's te nemen. Wij zullen dat voor u in een notitie
vastleggen, inclusief de consequenties die eventueel daaraan zijn verbonden. De heer Braat
schetst nog eens uitvoerig de wijze waarop het project tot stand is gekomen. Ik heb waardering,
en ook in de commissie zijn daarover veel woorden gezegd, voor de manier waarop we in juli en
augustus bezig zijn geweest om stap voor stap de twee voortgangsrapportages op te stellen.
Daarvan zegt de heer Snier terecht dat we ten aanzien van één rapportage samen nog een
appeltje zullen moeten schillen. Dat zal, denk ik, een stevige klus worden. Ik leg dat ook zo uit in
de richting van het bestuur. We weten dat er in de loop der jaren vanaf 1996 ook in de
popmuziek het een en ander is veranderd. Maar de raad heeft uitspraken gedaan over de
exploitatie en het plafond dat daaraan is gegeven. Als commissie zult u daarop ongetwijfeld
terugkomen, maar namens het college zal ook ik daarop terugkomen. Samen met het bestuur
moeten we, voordat de opening in april plaatsvindt, over alle ins en outs van de exploitatie
duidelijkheid hebben. Wat de beheersbaarheid betreft, mijnheer Braat, het volgende. U heeft