25 OKTOBER 2001 354 daar zelf een marge aan gegeven. Ik heb gezegd dat ik u geen enkel bedrag of limiet toezeg. Namens het college heb ik u gezegd dat alle moeite zal worden gedaan om het proces ook in financiële zin beheersbaar te houden. Het projectmanagement dat daar dagelijks bovenop zit is daarvoor de eerstverantwoordelijke en koppelt dat in die zin regelmatig terug naar het bestuur. Ik heb op dit moment geen andere signalen dan datgene wat ik u in de commissie heb verteld. Ik sluit me aan bij de positieve opmerkingen van de heren Schoenmakers en Joosse alsmede met bijzondere sympathie bij die van de heer Kwisthout. Naar aanleiding van datgene wat de heer Leunisse heeft gezegd zijn er twee opmerkingen die mij van het hart moeten. De eindrapportage had u op dit moment in uw bezit gehad, ware het niet dat er een vertraging is opgetreden en wie zou dat beter kunnen en moeten weten dan een lid van de Parel van het Zuiden. Mijn kennis ligt voor een groot deel in het bouwrecht en niet specifiek in de bouwtechnische zaken. Als u daarin ook ondeskundig bent dan zou ik het advies van de heer Joosse opvolgen, want des te eerder kan zowel voor de jongeren als voor de gemeenteraad het poppodium Mezz worden opgeleverd. We hebben het poppodium dan in het jubileumjaar 2002 ten dienste van de jongeren, mijnheer Leunisse. Ook in die zin hoop ik uw steun te krijgen. TWEEDE TERMIJN Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Ik vind het jammer dat de wethouder niet achterom wil kijken. Het lijkt mij af en toe een heel gezonde zaak om te kijken waar je vandaan komt en welke kant je dan opgaat. Wat mij betreft is het in ieder geval geen aanloop naar een motie van wantrouwen. Bovendien gaat het dan over een wethouder die er al lang niet meer is. Ik vind het jammer dat u niet achterom wilt kijken. De heer LEUNISSE Uit de beantwoording van de wethouder proef ik dat hij zich in alle bochten wringt om maar iets anders te kunnen vertellen in plaats van antwoord te geven op mijn vragen. Het is een openeindconstructie, het is een blanco cheque, het is een voortgangsrapportage om geld te doneren. Onze uiteindelijke conclusie is dat wij tegen dit agendapunt zijn. Wethouder ADANK Ik zal dat de jongeren melden. In de richting van mevrouw Remie het volgende. Ik ben het, denk ik, inhoudelijk met u eens. Echter, het college gebruikt de stappen van projectmatig werken bij het volgende nieuwbouwproject. Ik heb het dan over een controlfunctie die je toepast op andere bouwprojecten uitgaande van de punten waarvan je eerder hebt geleerd. Dan evalueer je dus terwijl je al werkt aan een ander project. Het is niet erg om op dat moment achterom te kijken en te zeggen: we doen het nu zo, in het verleden deden we het anders. Ik denk dat we bijvoorbeeld het dichttimmeren van een contract anders zullen doen alsmede bijvoorbeeld bepaalde zaken in de sfeer van de aanneming en dat de afspraken met de architect anders zullen zijn dan we in het verleden hebben gemaakt. Maar dat is dan in alle oprechtheid een geconstateerde opvatting waarmee we iets kunnen. Kunnen we elkaar zo toch een beetje vinden? De VOORZITTER Ik constateer dat het debat kan worden gesloten en dat we tot besluitvorming kunnen overgaan. Ik neem aan dat u de voortgangsrapportage poppodium Mezz ter kennis neemt. Aldus besloten, met de aantekening dat de Parel van het Zuiden De heer SCHRODER Het dictum bestaat uit twee onderdelen: op de eerste plaats kennisneming van de voortgangsrapportage en op de tweede plaats de kredietvotering. Wij zijn voor beide onderdelen. De VOORZITTER U bent voor beide onderdelen. De Parel is tegen beide onderdelen? Dan wordt aldus besloten. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 354