8 NOVEMBER 2001 361
De heer SCHRODER
Bij interruptie. Voorzitter, misschien is het heet van de naald, maar vandaag heeft de politie zich
uitgelaten over het inzetten van burgers bij surveillances in de eigen buurt. Is dat een gedachte
die het college, of u als verantwoordelijk bewindspersoon, volgt, of vindt u dat daarover eens
een debat, ook in de commissie, zou moeten plaatsvinden?
De VOORZITTER
Ik wil dat met alle plezier in de commissie behandelen, maar ik kan u nu al zeggen dat ik met de
spreker, de heer Martens, daarover vandaag een gesprek heb gehad en dat hij mij heeft verteld
dat een en ander uit zijn verband was gerukt. Het is absoluut niet de bedoeling om een soort
burgerwacht te gaan instellen, maar hij heeft bewust het voorbeeld genoemd van de gemeente
waaraan de genoemde prijs werd uitgereikt. Dat vond hij een goed voorbeeld van een
ontwikkeling waarbij de verantwoordelijkheid voor de veiligheid niet alleen bij de politie ligt,
maar ook bij eenieder die betrokken is bij het maatschappelijk gebeuren, dus ook bij de burgers
zelf zou die aanwezig moeten zijn. En dat is, zo heeft hij mij verteld, wat vertaald in de richting
van burgerwachten. Dat is niet zijn bedoeling geweest. Dit is in ieder geval niet een opvatting
die bij mij leeft, en ook niet bij het college. Nog steeds niet. De jongerenoverlast. Daarover is
met name door de VVD gevraagd. U boort de overlast door jongeren in sommige delen van de
stad aan. Uiteraard wordt overlast vooral met preventieve, maar uiteindelijk toch ook met
repressieve maatregelen aangepakt. Bij crimineel gedrag dient te worden opgetreden door
politie en justitie. Wij dringen daarop aan en daarover bestaan in de driehoek afspraken. Tot
slot hebben verschillende fracties gesproken over de bereikbaarheid van de politie en het
aangiftebeleid op dat punt. Landelijk is het nieuwe nummer ingevoerd. We hebben het al vaak
daarover gehad, ook in de commissie. Er zijn heel veel problemen bij de invoering geweest. Ik
was er toen van overtuigd en nu achteraf ook zeker nog, dat die invoering té overhaast is
gebeurd. Er is veel aandacht gevraagd voor dit probleem, ook in het regionaal college, door mij
met name. Inmiddels is de teleservice in Breda operationeel en daarbij is extra personeel en ook
geïnstrueerd personeel ingezet. De bereikbaarheid van de politie via dat nummer is in
vergelijking met de landelijke cijfers aan de bovenkant, dat is dus goed. Het afsprakensysteem
bij de politie is ingevoerd om juist meer blauw op straat te krijgen. Wij constateren ook dat
daarbij wat betreft de communicatie op zijn minst nog een slag te slaan is en dat is in de
driehoek het gesprek, zou ik haast zeggen, van de dag. Dat is mijn bijdrage en ik zou nu graag
het woord willen geven aan wethouder Oomen.
Wethouder OOMEN
Ik wil mijn beantwoording beginnen in de richting van de VVD met betrekking tot het
onderwerp buitenruimte. In uw algemene beschouwingen maakt u melding van "de
boekhouding is op orde". Ik moet zeggen dat deze passage uit de mond van de VVD mij
teleurstelt. Ik zou bijna willen zeggen dat die mij zeer teleurstelt, aangezien u toch ook vanuit
de commissie, waarin u het hele jaar prominent aanwezig bent, weet wat door mij als
portefeuillehouder met betrekking tot dit punt is en wordt gedaan. Misschien mag ik u even
meenemen en de zaken nog eens op een rijtje zetten. Het is inderdaad zo dat er een spanning is
tussen het budget en de werkzaamheden, dat zal ik niet ontkennen. Maar het extra budget is
met name nodig om de eenmalige bijdrage uit 2001 te handhaven. Bovendien is het zo dat een
dienst als Stadsbeheer uitdrukkelijk te maken heeft met de spanning op de markt, met name op
de arbeidsmarkt. U weet dat die in het afgelopen jaar gespannen was in verband met het
aanleggen van grote werken, de HSL en de Betuwelijn. Er was dus enorm veel vraag en weinig
aanbod en dat betekent ook dat de prijzen daar gemiddeld meer stijgen dan elders in andere
organisaties. Daarmee heeft een dienst als Stadsbeheer natuurlijk uitdrukkelijk te maken. U zegt
dan dat wij het moeten zoeken in de efficiency. U weet ook dat ik daarmee volop bezig ben.
Ook daarbij wil ik u even noemen de efficiencymaatregelen en wat die op dit moment
inhouden. 1. Wij zijn bijvoorbeeld bezig met gebiedsplannen, waar het onderhoudsniveau
wordt vastgelegd gekoppeld aan een bepaald budget. 2. Het werk dat we laten doen, doen we
met behulp van contracten gekoppeld aan een uitgekiende en scherpe inkoop- en
aanbestedingsprocedure en strakke inspecties. Zo krijgen we waar voor ons geld. 3. Het werk
dat we zelf doen, doen we vaak ook met interne contracten. Binnen de gemeente is bij mijn
weten, ik zeg dat tussen haakjes, de buitenruimte een van de weinige onderdelen waarbij we
dat op deze manier doen, zodat we ook zelf kunnen kijken of deze contracten concurreren met