8 NOVEMBER 2001
364
expliciet, en dat kan dan in relatie met de portefeuille van collega De Werd, de relatie
onderwijs-arbeidsmarktbeleid uit de doeken te doen en elkaar bij te praten. Ook in de richting
van de VVD-fractie als het gaat om de verdere ontwikkeling van de Jachthaven het volgende. Er
is overleg met de eigenaar van jachthaven De Werve, de ANWB, de KNWV en de Vereniging
Vaarroute, zelfs met de eigenaar van een rondvaartboot, met vertegenwoordigers van de
woonboten uit de Belcrumhaven, en met het Hoogheemraadschap en de watersportvereniging
in Breda. Er is een ontwerp, dat hebben we u eerder gemeld, om de bestaande jachthaven te
verplaatsen van de huidige plek onder de spoorbrug naar de Zwaaikom van de Suikerfabriek.
Hiermee wordt het probleem opgelost dat ontstaat als het water in de rivier te hoog wordt. Als
we in de Zwaaikom kunnen gaan zitten, kunnen we daar een semi-permanente oplossing
creëren tot het moment waarop er wat meer middelen beschikbaar zullen zijn en wij daar een
definitieve oplossing kunnen creëren. Door de verplaatsing naar de nieuwe locatie, die
ongeveer tweehonderd meter verder ligt, net uit de vaarloop, hebben we in ieder geval de
ruimte om daar een fatsoenlijke aanlegsteiger te creëren met wat randvoorzieningen. Dat
betekent dat ook met de eigenaren van de kade ter plekke onderhandeld zal moeten worden
en die onderhandelingen zijn nog gaande. Op het moment dat daar resultaten worden bereikt
en er een artikel 19-procedure moet worden gevoerd, zullen wij u dat terstond melden. De
planning is om in ieder geval begin 2002 te starten met de werkzaamheden ten behoeve van de
aanlegplaatsen voor passanten. Dat betekent dat ook de binnenstad in die zin wat
aantrekkelijker kan worden voor degenen die hier over het water naartoe komen. In de richting
van GroenLinks betreffende "de terugloop van de cultuurparticipatie", denk ik dat die
uitermate betrekkelijk is. Als u aanwezig bent geweest, en dat was u, dacht ik, bij het
actieprogramma Cultuurbereik van 2 november, dan weet u ook dat we de komende vier jaar
voor 700.000,-- daarin verspijkeren, juist met het doel om andere groepen in onze Bredase
samenleving gebruik te laten maken van onze cultuuraccommodaties en meer
samenwerkingsprojecten en cultuureducatieve projecten tot stand te brengen. Dus ik denk dat
de kwalificatie "een terugloop bij cultuurparticipatie" wat overtrokken is. U praat over de
wachtlijsten bij De Nieuwe Veste. Daarover heb ik gisteravond nog even gesproken naar
aanleiding van de Marap. Dat is het verhaal van vraag en aanbod. Er is geen wijziging in de
behandeling van de wachtlijsten. Bij uitstroom volgt instroom, zo is dat nu eenmaal, en dat is
altijd gebonden aan de discipline of een docent en aan de mogelijkheden en wensen van de
aspirant-cursist. Er zullen dus altijd wachtlijsten zijn. Sneller inkorten kan alleen als je je ambitie
en je doelstellingen naar boven bijstelt en wij weten samen wat dat betekent, daarover heb ik
gisteravond ook gesproken. Dat betekent dat je dus meer middelen ter beschikking moet
stellen, maar ook dat je een andere verhouding in je vraag- en aanbodstructuur krijgt en dat
was tot dit moment niet de optie van ons college. Wij hebben onder meer afgesproken, en dat
standpunt heb ik ingenomen, dat je één keer in de vier jaar als je een program vaststelt met
elkaar spreekt over de consequenties van de wachtlijsten. Breda '97 vraagt naar het
communicatieplan voor het Museum voor Grafische Vormgeving. Het plan is klaar, het komt op
29 november in het college en het zal, zoals ik u gisteren al heb gemeld, worden geagendeerd
voor de commissie ECG van 4 december. Ik denk dat we dan uitgebreid kunnen spreken over de
functies die het Museum voor Grafische Vormgeving zal krijgen en hoe we daarover uitgebreid
met de stad kunnen gaan communiceren. Dat waren in eerste termijn mijn antwoorden.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
De afgelopen jaren zijn op het terrein van ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuwing,
volkshuisvesting, verkeer en vervoer eigenlijk een paar grote lijnen uitgezet. Tegelijkertijd zijn
die lijnen ook weer reden tot zorg voor de diverse partijen. Ik denk dat dat ook juist is, je zult
daar zorgpunten in blijven houden, maar daarin kan ook een gezamenlijke inspanning worden
gevraagd van raad en college want het zijn niet zómaar lijnen. Alle fracties delen de aandacht
voor het volkshuisvestingsbeleid, zowel voor de nieuwbouwprogrammering als de
kwaliteitsverbetering van de bestaande stad. Zoals u weet en zoals we ook samen hebben
ontdekt, gaan nieuwbouw en stedelijke vernieuwing hand in hand. U zegt eigenlijk ook dat de
volkshuisvesting gezien de evaluatie een heel nuttige functie heeft. Die gedachte deelt het
college. In de voorliggende nota Maatwerk in Programmering geven wij aan waarop de
inspanning gericht zal zijn. Dat hebben we al een keer met elkaar besproken, maar daar zal ook
een raadsbesluit op volgen. Dat is de gedifferentieerde wijze van bouwen in de wijken, van
vernieuwen in de wijken, rekening houdend met de markt, maar aan nieuwbouw en de