8 NOVEMBER 2001 367 De heer SCHRODER Het lijkt een soort afscheidsrede waarin u zegt wat u allemaal met plezier hebt gedaan en dat doe je meestal als je weggaat. Wethouder DE WERD Dan wacht ik op uw bijdrage in tweede termijn. Wat betreft onderwijshuisvesting het volgende. Ik ben blij dat de coalitie dit probleem ook raadsbreed heeft onderkend en zeer uitgebreid daarbij heeft stilgestaan. Ik kan er niet omheen dat de gemeente hier een zorgplicht heeft, maar dat er in 1997 bij de decentralisatie van deze taken vanuit het Rijk niet voldoende geld is meegekomen. Ik denk dat we kunnen constateren, en dat hebben we recentelijk kunnen vaststellen, dat er een grote spanning is tussen de vraag van de scholen en de beschikbare middelen. Het vervelende is dat de bedragen die dan rondgaan variëren van 40 tot 100 miljoen en soms weieens tot 200 miljoen. Op basis van een aantal vragen uit de diverse partijen kan ik u toezeggen dat we inmiddels al een aantal zaken in gang hebben gezet en dat is achtereenvolgens: inzicht in de technische staat van de schoolgebouwen, inzicht in het toekomstig scholenbestand daar waar er behoefte aan bestaat, inzicht in de wijzigingen die voortvloeien uit de inhoudelijke wijziging in het onderwijs, en het sleutelen aan een nieuw meerjarenplan. Daarnaast zullen we ook kritisch moeten kijken naar de verordening, in hoeverre is die verordening beklemmend of werkt die juist bevrijdend? En last but not least denk ik dat we een goede dialoog zullen moeten aangaan met het scholenveld omdat daar ook enige discipline absoluut noodzakelijk is. Het recente aantal aanvragen, 103 in totaal, geeft toch weer dat er een bepaalde wildgroei is en ik denk dat we, ook al zouden er straks wellicht meer financiële middelen aanwezig zijn, toch met elkaar een dialoog moeten openen op basis van juiste cijfers, van juiste behoeftes om Breda ook dat onderwijs te geven wat er nodig is. Er is stilgestaan bij het leerlingenvervoer. We hebben daarover een aantal hectische commissie vergaderingen gehad. Er is een uiterst moeizame start geweest vanuit Connexxion, dat kon ook haast niet anders gelet op de geringe voorbereidingstijd, maar het loopt nu goed. Natuurlijk gaat er weieens iets verkeerd, maar in zijn algemeenheid hoor ik in ieder geval van ouders en van scholen dat men tevreden is over de wijze waarop Connexxion op dit ogenblik haar taak uitvoert. Dat neemt niet weg dat er in de jaren 2003 en 2004 aanmerkelijke tekorten zullen zijn. U weet dat, dat hebben we ook vastgesteld tijdens het besluit over Connexxion, maar het volgende college zal de taak op zich nemen om daarover nadere besluiten te nemen. De Brede School is vorig jaar in de steigers gezet, misschien was het een wat langzame start, maar ik denk dat we in ieder geval nu impulsen hebben gevonden om die Brede School tot een succes te maken. Overlegmodellen zijn gewijzigd en we zijn nu meer bezig met uitvoeren dan met praten, hoewel dat praten uiteraard nodig is geweest om een goede start te kunnen maken. De wijk- en dorpsraden. Het laatste onderdeel van mijn portefeuille en ook datgene wat mij op enig ogenblik op deze stoel bracht. Ik mag zeggen dat ik in de afgelopen periode intensief contact heb gehad met alle wijk- en dorpsraden en ik moet u zeggen dat het absoluut zo is dat de verstandhouding goed is en dat de wijk- en dorpsraden praten mét het college en niet tégen het college, zoals GroenLinks wil doen geloven, maar laatstgenoemde is gelukkig bij die gesprekken nooit aanwezig. Er zal inderdaad toch wel wat moeten veranderen. Met name de positionering van de wijk- en dorpsraden, en wat hun juiste taak, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn, zijn vaak reden tot wat strubbelingen. Ook de communicatie zal moeten verbeteren. Intern zijn er processen om de trojka's beter uit te rusten op hun taak, die vaak heel erg ondankbaar is, maar wij willen proberen ook daaraan te gaan sleutelen. U allen weet dat er aan het eind van dit jaar, ik heb daarover op de 26e mijn eerste bespreking met de heer Weterings, een onderzoek gestart zal worden om de wijk- en dorpsraden die plaats te geven die ze in de Bredase samenleving toekomt en ik heb er alle vertrouwen in, gelet op de uitspraken die de wijk- en dorpsraden zelf hebben gedaan, dat we daar op enig ogenblik uitkomen. Daarbij wil ik het graag laten. Wethouder HEERKENS In mijn portefeuille zijn drie hoofdonderwerpen aangekaart en is er nog een enkele vraag gesteld. Allereerst de multiculturele samenleving. Mede naar aanleiding van 11 september is het goed om hier te constateren dat het goed functioneren van een multiculturele samenleving ons allemaal aan het hart gaat, en dat we waar nodig ook projecten willen intensiveren, en zeker ook de contacten. Ik wil nog even iets zeggen naar aanleiding van het artikel dat onlangs in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 367