8 NOVEMBER 2001 375 De heer SCHRODER Maar de bouwlocatie Om de Haenen en de mogelijkheid daar van een bestemmingsplan voor de hele bebouwing Teteringen Noordoost? Neen hoor, dan knipt u het uit elkaar in vijf deelgebiedjes ex artikel 19. Dan kunt u Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Maar, mijnheer Haarhuis, u bedoelt toch dat u de heer Schroder erger vindt dan een bouwlocatie? De heer HAARHUIS Dat is nou ook weer zoiets. Ik bedoel: iemand schrijft iets in zijn bijdrage of zegt iets in de tweede termijn over milieueffectrapportages in de richting van GroenLinks, en dan ineens is er een item om daarover te praten, terwijl de heer Schroder natuurlijk buitengewoon goed weet hoe het bij milieueffectrapportages in elkaar zit. De heer DE ROOS Maar u blijkbaar niet, want u wacht de uitkomst van die milieueffectrapportages niet af. U gaat gewoon door met ontwikkelen als het aan u ligt. Want er moet gebouwd worden. Bouwen, bouwen, bouwen. De heer HAARHUIS Ja, bouwen, bouwen, bouwen. En waarom moeten we bouwen, bouwen, bouwen? Omdat we dat met elkaar afgesproken hebben. En waarom? Omdat we de mensen in Breda willen laten wonen. Ik merk steeds bewegingen bij GroenLinks dat deze alles in het werk stelt om bouwen, bouwen, bouwen tegen te gaan. Maar goed De heer DE ROOS Dat het doel de middelen niet heiligt heb ik ook weieens eerder tegen u gezegd. De heer HAARHUIS Neen, maar we hebben met elkaar afgesproken dat we binnen een bepaalde termijn een flink aantal woningen nodig hebben, om zowel voor de mensen aan de onderkant van de woningmarkt als voor de mensen aan de bovenkant van de woningmarkt gelegenheden voor beter wonen mogelijk te maken. Ik dacht dat we daarbij uw steun hadden, maar ik merk daar eigenlijk steeds maar tegenbewegingen. Op het moment dat je dóór wilt pakken om eens een locatie te ontwikkelen, begint GroenLinks, dan is het het verkeer, dan is het de wal, dan is het iets anders. Zo kom je met elkaar natuurlijk niet verder. Maar goed, dit is een herhaling want dit hebben we al eerder tegen elkaar gezegd. De VOORZITTER Ga door. De heer HAARHUIS Wat betreft de beantwoording van de burgemeester wilde ik nog wat opmerken met betrekking tot de aangiftes. Wij merken toch dat het bij burgers heel erg moeilijk ligt, heel onbekend is en ook heel vervelend uitpakt dat men voor een aangifte een afspraak moet maken. In alle emotie die de mensen overspoelt nadat ze net een delict is overkomen wordt hun gezegd dat ze pas dagen daarna een afspraak voor een aangifte kunnen maken. Ik weet ook wel dat ze naar het centrum kunnen komen en dat daar kunnen doen, maar wat ik hoor is dat de mensen dat niet weten en niet begrijpen wat de redenen daarvoor zijn. Daarover wordt onvoldoende en niet goed gecommuniceerd. Ik denk dat we, u zei dat overigens ook al, met elkaar een flinke taakstelling hebben om met de politie helderheid daarover te krijgen en het duidelijk te maken, zodat het voor het publiek beter aanvaardbaar is en beter te begrijpen. In de richting van de heer Oomen het volgende. U heeft het over plannen, die natuurlijk prima zijn, waarbij met buurtconvenanten wordt gewerkt. Mijn fractie had u de vraag gesteld hoe het komt dat, als er convenanten liggen, het heel erg lang duurt voordat die, door personeelswisselingen of om welke redenen dan ook, worden uitgevoerd. Dat is erg vervelend en dat levert problemen op omdat bij de bewoners natuurlijk ook verwachtingen zijn gewekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 375