22 FEBRUARI 2001 37 De VOORZITTER U zegt dat punt 3 wél een wijziging van het beleid is? Hoor ik dat goed? De heer SCHRODER Punt 3 is geen staand beleid. De heer KWAKKENBOS Bij interruptie. Dat lijkt mij een mening en niet een feit. De heer KWISTHOUT Ik heb regelmatig een agenda met een uitnodiging voor een besloten vergadering gekregen. Daarbij heb ik zelden een motivering op basis van de wet gezien, waarom die vergadering besloten zou moeten zijn. De VOORZITTER Maar dat hoeft ook niet. Laat mij het nog even duidelijk maken. Beslotenheid gebeurt nooit met een motivering, dat gebeurt gewoon op initiatief van de voorzitter of van eenvijfde van het aantal leden. Dat zegt de wet. De vergadering wordt geopend en het eerste wat aan de orde is, is die beslotenheid. En dan krijgt u dit toegepast, en dat gebeurt, althans dat behoort te gebeuren. Ik heb één keer vorig jaar een besloten vergadering gehad. Daarop is al gewezen. Ik heb in die vergadering over die beslotenheid meteen gesproken en gevraagd of we het daarmee eens waren. Ik heb vervolgens ook, ik hoop dat u zich dat herinnert, aan het eind van die vergadering gezegd: vindt u dat we geheimhouding moeten opleggen? En toen werd er wat over getwijfeld. Het hoefde niet, maar we moesten het wel goed met elkaar afspreken. Dat is wél aan de orde geweest. Punt 3 is dus niets nieuws. Zijn er nog stemverklaringen, behalve dat u het met mij eens bent? De heer KWAKKENBOS Wij hadden niet de beschikking over de motie. Ik denk dat die in een besloten gezelschap is uitgereikt. De heer Schroder drong aan op een zeer zorgvuldige behandeling. Vandaar dat hij het punt ook aan het begin van de vergadering wilde hebben. Ik wil graag een korte schorsing om even te overleggen met mijn fractiegenoten. De VOORZITTER U wilt een schorsing, begrijp ik? Is vijf minuten genoeg? Dat moet kunnen. Wij komen om 20.30 uur hier terug. De heer KWISTHOUT Voorzitter, wilt u wellicht eerst de stemverklaringen afmaken? De VOORZITTER Dat doen we daarna wel. De VOORZITTER schorst de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer KWAKKENBOS Mijn fractie zal de motie niet steunen. De overwegingen schetsen het beeld dat er een enorme onoverbrugbare kloof zou bestaan tussen de burgers en het bestuur. Dat subjectieve beeld wenst de WD niet te onderschrijven. Zeker, we moeten ons continu beraden op de manier waarop we met die burger communiceren. Dat doen we ook. Wij spreken regelmatig hier en in de commissie over dat soort dingen. Heel veel initiatieven zijn er ook op gericht om dat te doen. De overwegingen leidend tot de genoemde uitspraken worden door de VVD niet onderschreven, zodat we de motie niet kunnen steunen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 37