20 DECEMBER 2001 415 De heer ENGELS Ja, maar u hebt mij nog niet helemaal overtuigd, mijnheer Snier. Het was eigenlijk alleen teleurstellend om te merken dat er tijdens de commissievergadering van de zijde van het CDA en de VVD absoluut niet is deelgenomen aan deze discussie. Ik ben blij dat er vanavond in ieder geval door de heer Taks nog enige woorden aan zijn besteed. Na lang aandringen hebben we het over de evaluatietermijn gehad en het enige wat toen uit de CDA- en de WD-fractie kwam was: laten we dat maar doorschuiven naar de volgende periode. Ik betreur het zeer dat er door de twee grootste partijen binnen deze raad op een dergelijke wijze aan het debat is deelgenomen. Tot zover mijn eerste termijn. De VOORZITTER Er zijn minder indrukwekkende maidenspeeches afgestoken in de afgelopen vijftig jaar. De heer AUGENBROE Wij hebben inderdaad in de commissie weinig aan de discussie deelgenomen die op dat moment plaatsvond, omdat wij van mening waren dat er in het voortraject al meerdere malen over is gediscussieerd en toen hadden wij al aangegeven dat wij ons konden vinden in het stuk dat op dit moment voorligt. Ik ga niet herhalen welke argumenten wij daaronder leggen, want dat heeft de heer Taks, en in een later stadium de heer Snier, denk ik, nadrukkelijk gedaan. Wij sluiten ons dan ook gewoon aan bij het voorliggende stuk en ook wij willen graag de evaluatie die door de wethouder is toegezegd zien. In tegenstelling tot wat GroenLinks beweert, dat die geen zin zou hebben, heeft deze naar onze mening wel degelijk zin. We kunnen daarbij bezien wat dan de situatie is en wat we kunnen ondernemen om te kijken wat we met het instrument kunnen doen. Dat is ons standpunt. De heer KWISTHOUT Aangezien van de drie fracties die zich hebben opgegeven er inmiddels zeven hebben gesproken, zal ik ook een korte stemverklaring afleggen. Ik heb mijn naam onder het amendement gezet. De SP-fractie steunt onverkort de argumentatie van de naamgever van dit amendement. Wethouder VAN OS Namens het college kan ik u zeggen dat wij geprobeerd hebben om bewust in november een eerste discussie in de commissie Middelen te starten om duidelijk te krijgen hoe de standpunten en de verhoudingen in de raad liggen ten aanzien van het referendum. In dat verband is het misschien wel aardig dat het misschien in een dualistisch stelsel ook een aantal keren zo zal gaan gebeuren. Ik ben blij met de algemene steun als het gaat om de beperkingen en de uitsluitingen die we hebben aangebracht, met name over de belastingverordeningen et cetera, want het zal duidelijk zijn dat dat soort referenda tot hele rare dingen zouden leiden. Ik wil nadrukkelijk zeggen De heer TAKS Dat diskwalificeert toch wel het referendum min of meer. Je mag er vooral geen erg moeilijke onderwerpen in onderbrengen. Dat zou inderdaad verkeerde resultaten opleveren. Dat betekent toch, als je echt gevoelige onderwerpen aan een referendum onderwerpt, datje grote risico's loopt, en dat is juist nu een punt dat de VVD bij het referendum ook vreest. De heer LEUNISSE Als de heer Taks dit gebruikt om het referendum in mindere mate naar voren te brengen dan vind ik het een verkeerd argument. De VOORZITTER De wethouder gaat door. Wethouder VAN OS Het is natuurlijk zo, en daarop wil ik wel degelijk ook namens het college wijzen, dat wij nu tot deze verordening komen, gelet op het feit dat de wet is aangenomen. In nogal wat andere steden zijn natuurlijk ervaringen in het kader van het referendum, en die steden zijn op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 415