20 DECEMBER 2001 419 en besluit: het college van burgemeester en wethouders op te dragen er bij de overige deelnemers van de gemeenschappelijke regeling op aan te dringen dat een extern en onafhankelijk onderzoek zal worden gehouden naar de opkomst en ondergang van de Bestuursacademie Zuid-Nederland; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer KWAKKENBOS Mag ik kort hierop reageren? De VOORZITTER Ja. De heer KWAKKENBOS Ik heb dat ook in de commissie in die bewoordingen gezegd: ik denk dat het traject zoals het tot nu toe is geweest, door wethouder Van Os klip en klaar is toegelicht. Daar was geen woord buitenlands bij. Het was een chaos, er was mismanagement, er waren ook discussies over de marktpositie van zo'n Bestuursacademie, er was niks vreemds aan. De WD-fractie stelt zich op het standpunt dat het nu instellen van een onderzoek, na alle open informatie die wij hebben gehad in al die zeer directe bewoordingen, hetzelfde is als naar buiten kijken wat voor weer het is en dan toch nog om een onderzoek naar het weer vragen. En dan zeg ik neen. Los van de kosten vinden we dat niet zinvol. De VOORZITTER Oké, ik stel voor om niet de commissie over te doen, die standpunten zijn uitgewisseld. De heer LEUNISSE Ik maak nog graag gebruik van de eerste termijn. De Parel van het Zuiden kreeg even een koude douche over zich heen bij het horen van de VVD, die zei dat ze alle argumenten hadden gehoord en dat het dus wel zo zal zijn en dat het eigenlijk allemaal wel zo kan. Wij vinden van niet. Het gaat hier om academici, hooggeplaatste bestuurders, en om een opleiding, om het begeleiden daarvan. Zoiets kan dus nog voorkomen in Nederland. Dan krijgen wij inderdaad ijswater over ons heen, dan gaat de oester over de parel en dan moeten we even wat warm worden om er weer uit te komen. Wat nu is gebeurd kan eigenlijk niet. Daarbij wilde ik het even laten. De VOORZITTER Er werd even een biologisch beeld opgeroepen dat ik niet herken. Maar mij dunkt dat ik de wethouder het woord geef. Wethouder VAN OS Misschien overtuigt dat laatste argument van de heer Leunisse de heer Schroder om de motie niet in te dienen. Zolang die koude douche over die parel blijft komen, zit hij in ieder geval dicht. Ik heb inderdaad uitgelegd, en ook ik heb, eerlijk gezegd, ook na de commissiever gadering nog eens even goed zitten bladeren in alle stukken die ter visie hebben gelegen, en zowel in de twee voorlaatste als in de laatste commissievergadering nadrukkelijk aangegeven, dat er flink wat dingen waren misgegaan en dat u uiteindelijk ook dit college en deze portefeuillehouder daarop kunt aanspreken als het gaat om de controle op deze gemeen schappelijke regeling. Dat is ook precies de argumentatie, denk ik, die al eens vaker in deze raad is besproken namelijk datje eigenlijk dit soort gemeenschappelijke regelingen vooral niet meer moet hebben en niet meer moet willen. De getrapte verantwoordelijkheid die hier, geloof ik, in een soort drietraps- of viertrapsraket aan de orde was, blijkt dan inderdaad te leiden tot een gemeenschappelijke regeling die gewoon door heel veel deelnemende gemeenten niet meer wordt gecontroleerd. Dat is één. Dat is een feit en dat is ook de manier waarop het is gegaan. Dat heb ik klip en klaar in de commissie gesteld. Het tweede punt is, denk ik, dat er van een interim-directeur ook een glashelder verhaal ligt van wat er aan de orde geweest is: zes of zeven directeuren in twee jaar tijd, problemen bij de financiële administratie, en accountants-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 419