20 DECEMBER 2001
440
renoveren van woningen, het zorgen voor voldoende voorzieningen, wat heel belangrijk is, en
het verbeteren van de sociale cohesie en de betrokkenheid van de bewoners met de buurt. De
indruk die onze fractie echter heeft is dat het college aanstuurt op een tamelijk grootschalige
sloop met daarvoor in de plaats nieuwbouw van duurdere woningen, al is dat met allerlei
eufemismen omkleed. Dat is niet de insteek van de SP en dat is ook niet de insteek van een van
de belangrijkste partners van de gemeente, de woningbouwvereniging WonenBreda en de
SWOB. Het past wel precies in het straatje van het college, dat vooral wil bouwen voor de
bovenkant en de dure inkomens in de stad wil houden. Onze keuze is echter een andere. Wij
zullen het voorstel niet ondersteunen.
De heer LEUNISSE
Er is nu al veel gezegd over dit onderwerp, maar wij hebben een kleine bijdrage. Wij zijn
positief gestemd omdat het een ontwikkeling is die, zoals wij dat zien, toch langzaamaan de
goede kant uit gaat. Wij willen natuurlijk veel meer, maar dat willen meer mensen. Maar wij
zijn bovendien gesterkt door de uitspraak van de VVD: 'nooit meer in de kou staan.' Dat zegt
nogal wat. Als iemand dat zo zegt, belooft hij eigenlijk beterschap. En daar houden wij ze aan.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik denk dat er bij zo'n groot plan geen groter compliment en steun in de rug gegeven kan
worden aan alle mensen die daarmee bezig zijn, met name aan de bewoners, dan een raad die
in grote meerderheid een akkoordverklaring in een stemverklaring legt. Natuurlijk zitten daar
zorgen bij. Er zijn zorgpunten, maar daarvan hebben wij gezegd dat die aldoor terugkomen in
de verdere plannen. Maar ik denk dat dit echt een steun in de rug is voor de plannen voor
Noordoost.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wenst te worden te hebben
tegengestemd.
22. VERDEELBESLUIT STEDELIJKE VERNIEUWING 2002.
Akkoord.
23. FIETSROUTE TUSSEN BREDA EN ETTEN-LEUR.
De heer KWAKKENBOS
Een korte verklaring. Ik heb eens van een van de politieke collega's geleerd dat het laatste
woord altijd het beste wordt onthouden, en in de commissie ben ik abusievelijk begonnen met
de complimenten en geëindigd met de knelpunten, waarop overigens een prima en
vertrouwenwekkend antwoord kwam. Toch zou ik willen vragen om een herkansing ten
aanzien van het laatste woord: het is een geweldig plan. Dank u wel.
De VOORZITTER
Daarom gaf ik u het eerst het woord.
De heerSCHELTENS
Daarbij kan ik mij uiteraard volledig aansluiten. Ik heb, geloof ik, in de commissie geprobeerd
zelfs helemaal niets kritisch naar voren te brengen, maar ik heb mij daarna wel aangesloten bij
de kritische woorden van de heer Kwakkenbos over het Jagerpad. Dat neem ik ook niet terug.
Ik wil ook best de volgorde veranderen maar het blijft toch wel staan. Ik wil herhalen dat wij
duidelijk hebben gemaakt dat mijn fractie het een plan vindt om van te smullen en daarnaast
heb ik, geloof ik, zelfs gezegd: om je vingers bij af te likken. Kortom, het kon eigenlijk helemaal
niet op. Ik heb ook gezegd, en dat wil ik nog even naar voren brengen, dat ik voor het rijmpje
'meten is weten' een ander heb verzonnen. Bij dit fietspad zou moeten gelden: 'tellen is
versnellen'. Daarmee bedoelde ik: als er eens geteld gaat worden hoeveel mensen er gebruik
maken van de fietspaden die er nu liggen tussen Etten-Leur en Breda, want dat is een
verscheidenheid aan aanbod, dat is heel apart, en we gaan een tijdje later, als dit fietspad
functioneert, weer tellen dan zouden we kunnen zien dat dat met een factor 10 of zo is
toegenomen. Dat zou dan zeer motiverend kunnen werken om verder te gaan met het