20 DECEMBER 2001
442
24. PROGRAMMA EN OVERZICHT HUISVESTINGSVOORZIENINGEN ONDERWIJS VOOR HET JAAR
2002.
De heer ADRIAANSEN
Het huisvestingsprogramma Onderwijs 2002 geeft duidelijk aan dat er heel wat schort aan onze
onderwijsgebouwen. Veel scholen zijn in Breda slecht gehuisvest of zitten lang in noodlokalen.
Als voorbeeld: de St. Liduinaschool met acht locaties is er zo een. Deze had verbouwingsplannen
vanaf begin 1990 met een raming aanvankelijk van 6 miljoen gulden en moet nu anno 2002 in
feite terug naar af, omdat de verbouwing bijna net zo veel kost als nieuwbouw. De nu
ingezette nieuwbouwplannen voor deze school kunnen pas op zijn vroegst in 2003 worden
gehonoreerd als het schoolbestuur zich het komende jaar, in 2002, samen met de gemeente
hiervoor inspant. Uiteraard zal ook deze school in competitie gebracht worden met de andere
plannen volgens het huisvestingsplan. Het is met dit raadsvoorstel een afvalrace geweest tussen
100 ingediende aanvragen van schoolbesturen. De criteria zijn danig aangescherpt, zodat het
honderd procent zeker zal zijn dat de plannen in het onderhavige voorstel wel uitgevoerd
kunnen worden in 2002, dus geen onderuitnutting. Bij ongewijzigd beleid worden in de
toekomst de problemen in de huisvesting alleen maar sterker. Wij zijn ook blij dat de
portefeuillehouder Onderwijs op zeer korte termijn wil weten welke achterstanden in kwaliteit
van onderwijsgebouwen er zijn, en hoe te komen tot een meer planmatige aanpak voor
meerdere jaren. De ingestelde werkgroep samen met het onderwijsveld zal in februari 2002 zijn
werk gereed hebben. Het CDA vindt het huidige onderwijshuisvestingsbudget van krap 16
miljoen gulden onvoldoende om de achterstand in goede huisvesting voor het onderwijs in te
lopen, laat staan, bij te benen. In de komende coalitiebesprekingen zal het
onderwijshuisvestingsbudget voor ons hoog op de politieke agenda komen te staan, in de
verwachting dat ook het kabinet zijn verantwoordelijkheid zal nemen en in belangrijke mate de
gemeente budgettair tegemoet komt. Immers, het heeft in 1997 de gemeenten opgezadeld met
een taak zonder hier voldoende middelen tegenover te zetten. Het is een uitgebreide
stemverklaring-plus. Wij zijn toch akkoord met dit voorstel, wat wij in de commissie ook hebben
gezegd, maar wij zijn er niet écht blij mee.
Mevrouw DUNSELMAN-ROSMAN
Ook een stemverklaring. Onderwijshuisvesting is een punt waarmee we al een aantal jaren
worstelen, en het op peil brengen hiervan is niet alleen een moeizame maar ook een kostbare
zaak. Niet alles kan in één keer. En op dit moment zijn er keuzes gemaakt, waarmee niet
iedereen altijd even gelukkig is. Het scholenveld verdient duidelijke regels en afspraken. Die
gaan namelijk verwarring en teleurstelling tegen. De opstelling van realiseerbaarheid van de uit
te voeren werkzaamheden in 2002 gaat gelukkig de onderuitnutting tegen. Op dit moment
wordt veel aandacht gevraagd voor de St. Liduinaschool. De kwetsbare leerlingen verdienen
dan ook maximale zorg. Maar er zijn meerdere scholen aan verbetering van onderwijshuis
vesting toe. Dat de St. Liduinaschool al zo lang aan het worstelen is om een goed schoolgebouw
van de grond te krijgen, hoeft geen voorbeeld te zijn voor de werkwijze van de toekomst. Er
komt een herziening van de verordening, en de aanpak van de verdeling van de
werkzaamheden gaat intensiever samen met het scholenveld tot stand komen. Wel kunnen we
verwachten dat het onderwijshuisvestingsbudget volgend jaar nog onder grotere druk komt te
staan, onder andere door het afwijzen en vooruitschuiven van aanvragen. En het is een grote
zorg. Hoe hoog echter het budget zal zijn, is niet te voorzien. We zijn dan ook in afwachting
van wat het Rijk ter beschikking zal stellen. Hoe dan ook, ook volgend jaar zullen we gebonden
zijn aan een budget en de WD wil benadrukken dat een optimale samenwerking tussen de
scholen en de gemeente, maar ook tussen de scholen onderling, noodzakelijk is voor een veilige
onderwijshuisvesting naar de huidige inzichten.
De heer POSTHUMA
Zoals ik al in de commissie heb gezegd en de heer Adriaansen wees daar eigenlijk ook op, is dit
geen voorstel waar je echt blij van wordt. We besteden weliswaar meer dan 20 miljoen gulden
in totaal aan onderwijshuisvesting, tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat er een groot aantal
aanvragen niet is gehonoreerd. Zelfs zonder het bevlogen betoog van de heer Meertens
vanavond namens het onderwijsveld, en ook zonder die bijbehorende brief, waren we er, denk
ik, allemaal al van overtuigd dat er forse problemen zijn met betrekking tot de onderwijshuis-