20 DECEMBER 2001 443 vesting. Ik denk dat er voor het onderwijsveld drie lichtpuntjes zijn. Het eerste lichtpuntje is dat er een werkgroep is ingesteld die een onderzoek begeleidt dat op korte termijn in ieder geval meer inzicht moet geven in wat nu de werkelijke omvang is van het probleem waar we voor staan. Een tweede lichtpuntje is dat bijna alle partijen voor de komende raadsverkiezingen aan de onderwijshuisvesting een prominente plaats hebben gegeven in het verkiezingsprogramma. Ik ga ervan uit dat voor de komende periode een behoorlijke verhoging van de hoeveelheid gemeentelijke middelen, die wij voor dit beleidsveld beschikbaar willen hebben, mogelijk moet zijn. Het derde lichtpuntje is dat het ook bij de rijksoverheid lijkt door te dringen dat ook van die zijde een belangrijke bijdrage noodzakelijk zal zijn. Die drie dingen samen geven toch het vertrouwen dat we in de volgende periode Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Even ter interruptie. Dat derde punt klinkt mij inderdaad als muziek in de oren, maar op basis waarvan kunt u dat zeggen? De heer POSTHUMA Het zijn maar geluiden. Ik zeg niet dat er zekerheden zijn, maar je merkt dat het bewustzijn ook daar groeiende is dat er een fors probleem is waar het de onderwijshuisvesting betreft, en ook de terugkoppeling door de wethouder van de gesprekken met mevrouw Adelmund duidt daarop. Er komen al kleine bedragen zo nu en dan. U hoort mij niet zeggen dat ik daar zeker van ben. Ik ga er ook in de allereerste plaats van uit dat het een gemeentelijke verantwoordelijkheid is en dat wij primair zelf die verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar het is natuurlijk meegenomen als er van de kant van het Rijk daarin wat ondersteuning zou komen. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat mevrouw Adelmund en de heer Hermans zowel de wethouder als u bekend in de oren klinken, dus die lijn is niet zo groot. Wethouder VAN OS Kunt u ze dan in ieder geval meegeven dat ze het niet uit het accres moeten financieren? De heerSCHELTENS Wij hebben als mensen maar een beperkt aantal zaken met elkaar gemeen. We zijn allemaal geboren en wij hebben ook nog een andere zekerheid: we gaan allemaal dood. En daartussenin zijn er nog twee zaken die wij met z'n allen delen, wij hebben allemaal, de een wat meer, de ander wat minder, onderwijs genoten, al zou je dat niet zeggen als je sommige bijdrages hoort in deze raad. En wij hebben op zijn tijd allemaal behoefte aan zorg, en dat zou je wel zeggen als je diezelfde bijdrages hoort. Nou zijn zorg en onderwijs twee zaken die per definitie eigenlijk de meeste aandacht krijgen in de landelijke politiek, maar dat is niet helemaal terecht. Want met name bij het punt onderwijs speelt dat dus ook op lokaal niveau. Dat is weliswaar pas sinds een paar jaar, maar juist in de randvoorwaarden die dat onderwijs toch mogelijk moeten maken, zoals de huisvesting, speelt de lokale overheid een rol. Blijkbaar, dat blijkt wel uit de brandbrief die we hebben gekregen, de vele signalen die we regelmatig krijgen en de werkbezoekjes die we afleggen, zijn we het met z'n allen best erover eens, zeker in deze raad, dat dat te weinig is. De afgelopen jaren zeker, maar het lijkt wel alsof dat steeds nijpender wordt. Als je bepaalde zaken niet op orde hebt en je krijgt te weinig geld, dan gaat de kwaliteit natuurlijk rap achteruit. En dat lijkt nu te gebeuren. Dus we zijn het best met z'n allen eens dat er te weinig geld is. Het is een behoorlijk bedrag, bij elkaar toch een slordige 18 miljoen gulden, dat naar onderwijs gaat, maar het is blijkbaar niet voldoende. Er gebeurt een aantal goede zaken mee, daarom zijn wij ook voor dit voorstel, maar we kunnen niet met z'n allen zeggen dat we daarmee helemaal tevreden zijn. Dus wat moeten we doen? Als we alle plannen die op papier zijn gezet zouden moeten of zouden willen realiseren, dan praten we over vele tientallen miljoenen. Het valt niet mee om die in één keer daarvoor te voteren, al heeft mijn fractie al meerdere malen duidelijk gemaakt dat je op dat punt qua financiën keuzes moet durven maken, dus ook zo af en toe dingen achterwege moet laten om andere zaken die we met z'n allen belangrijk vinden voorrang te kunnen geven. Wij vinden dus de plannen zoals die gepresenteerd zijn best wel prima. Wie zijn wij om de vele tientallen scholen te kunnen bezoeken om die dingen in te vullen? Dus dat is door anderen gebeurd en daarmee kunnen wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 443