20 DECEMBER 2001
444
akkoord gaan. Er blijft toch een zeer schrijnend geval over. Het doet echt pijn als je dat allemaal
ziet, en zeker als je dat hoort uit de mond van de insprekers in de vorige commissievergadering,
de bestuursvoorzitter en de directeur. Ik heb het dus over de St. Liduinaschool. Dit verhaal doet
mij heel erg denken aan de volgende vergelijking. Je hebt boodschappen gedaan in de
supermarkt en met een kar vol artikelen inclusief diepvriesartikelen sta je bij de kassa. Je bent
aan het afrekenen en op het laatst leg je de diepvriesartikelen op de band. Maar dan zegt de
caissière: sorry, maar voor die diepvriesartikelen moet u bij die andere kassa zijn. Met veel
gemok en enige tegenzin ga je dan met al je afgerekende spullen en met een paar
diepvriesartikelen naar die andere kassa, dat vind je al moeilijk maar je doet het wel, en dan
krijg je daar te horen dat je weer achter in de rij moet aansluiten, met als gevolg natuurlijk dat
je daarvan ontzettend baalt en dat al je diepvriesspullen ontdooid zijn. Dit is de beeldspraak die
bij mij naar boven komt bij het horen van het 'Liduina-verhaal'. Eerst enkele jaren met een
bepaald budget dat iedere keer wordt verhoogd, streven naar vernieuwbouw en aanpassen van
de behuizing, en dan op een gegeven moment, als je bijna aan de eindstreep bent, te horen
krijgen: het bedrag is nu zo opgelopen, dat wordt net zo hoog als de kosten van nieuwbouw,
gaat u toch maar streven naar nieuwbouw of vernieuwbouw, u moet wel weer eventjes
beginnen met een nieuw plan, met een nieuw voorlopig ontwerp, dat zal wel even duren, sorry,
maar jammer. Dit zijn veel woorden om iets duidelijk te maken. Wij hebben samen met de
Socialistische Partij besloten om over de St. Liduinaschool een motie in te dienen, en dat zal ik
overlaten aan mijn collega van de SP. Wat ik nog wil zeggen aan het einde van mijn eerste
termijn is, dat we in gezamenlijkheid zouden moeten optreden richting Den Haag. Daarmee
bedoel ik dus raadsbreed, samen met deze wethouder een vuist maken, want er zal ook meer
geld moeten komen van de landelijke overheid. Alleen zullen wij het niet kunnen redden. Ik
zou nu graag het woord willen geven, ook wat de motie betreft, aan mijn collega.
De VOORZITTER
Zullen we even de ronde doen? Dan komen we vanzelf bij de heer Kwisthout. Wij onthouden
dat hij met een motie komt.
De heer SCHOENMAKERS
Ook mijn fractie is niet erg gelukkig met dit voorstel. In mijn bijdrage tijdens de
commissiebehandeling heb ik gesteld dat het Bredase onderwijs beter verdient, maar we staan
met de rug tegen de muur. De huisvestingsproblemen zijn groot en de middelen zijn beperkt.
Bij ongewijzigd beleid, het is al eerder gezegd vanavond, komt de onderwijshuisvesting-
problematiek nog verder onder druk te staan. En als we als raad hiervan nog niet doordrongen
waren dan hebben de insprekers tijdens de commissievergadering ons dat wel duidelijk
gemaakt. Breda '97 heeft uitvoerig stilgestaan bij dit huisvestingsprogramma en je wordt er niet
erg vrolijk van. Het roer moet om en er is politieke moed en durf voor nodig. Ik juich dan ook de
vorming toe van de werkgroep die een inventarisatie gaat opstellen voor de in de komende
jaren gewenste huisvestingsvoorzieningen en de daarmee samenhangende investeringen. Maar
hoe men het ook keert of wendt, iedereen die geen vreemde is in onderwijsland zal het
duidelijk zijn dat er meer financiën ter beschikking moeten komen. We hebben van wethouder
De Werd vernomen dat de G-21-gemeenten hiervoor een front willen vormen en dat ook de
staatssecretaris niet doof blijkt te zijn voor de roep vanuit het veld, maar dat doet niets af aan
het feit dat ook de gemeente veel meer middelen ter beschikking zou moeten stellen, een
opgave waaraan, naar ik hoop, het nieuwe college en de nieuwe raad hoge prioriteit zullen
verlenen. Als je naar het onderwijshuisvestingsprogramma 2002 kijkt en je overziet de reacties
die ook bij de fracties binnenkomen dan is er nog veel werk aan de winkel. We weten wel waar
de pijn zit, en we weten ook dat er bestuurlijk en ambtelijk een uiterste krachtsinspanning is
geleverd om de beperkte middelen voor 2002 zo goed mogelijk te verdelen. Toch wil ook mijn
fractie aandacht vragen voor de St. Liduinaschool. Ik besef ten volle dat ik me hiermee op glad
ijs begeef door een bepaalde school uit het geheel te lichten. Maar ik waag het erop en als ik
door het ijs zak, och, dan merk ik het wel. In de commissievergadering heeft de directeur zijn
frustratie en teleurstelling en die van zijn medewerkers, leerlingen en ouders, niet onder stoelen
of banken gestoken. We kunnen ons ook het nodige daarbij voorstellen. Meer dan tien jaar is
men al bezig om een nieuwe huisvesting te krijgen. De school is gehuisvest op acht verschillende
locaties verspreid over de stad. Mijnheer de voorzitter, u kent zelf de problematiek die dislocatie
met zich meebrengt. Vandaag heeft wethouder Van Os de eerste steen gelegd van Stadskantoor