20 DECEMBER 2001
448
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 20 december 2001 ter behandeling van
het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het programma en overzicht
huisvestingsvoorzieningen onderwijs voor het jaar 2002, agendapunt 24;
overwegende:
dat gehoord de ellende die de scholieren ondervinden van de slechte toestand waarin hun
scholen zich bevinden;
dat gehoord de directies het hoge ziekteverzuim onder de leraren mede wordt veroorzaakt
door het slechte onderhoud aan de scholen;
dat het onderwijs zelf daar dus onder lijdt;
dat het achterstallig onderhoud tegen de 60 miljoen gulden loopt en er maar hooguit 20
miljoen gulden ter beschikking is;
besluit:
dat het onverantwoord is geweest van dit Paarse kabinet om de gemeente de verantwoorde
lijkheid te geven voor het onderhoud van de scholen, zonder daar voldoende middelen bij te
voegen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Ik stel voor om de volgende procedure af te spreken. De wethouder geeft in eerste termijn een
reactie, daarna schorsen we even zodat u kunt zien of de moties elkaar voldoende afdekken. Ik
moet u zeggen dat ik, als ik ze zo lees, de indruk krijg dat dat zo is. Neen? Is dat niet zo? Goed,
dan schorsen we dadelijk even, maar het is, denk ik, goed dat de wethouder in eerste instantie
even een reactie geeft.
Wethouder DE WERD
In de commissie hebben we bijna drie uur gesproken over dit onderwerp en de meesten van u
hebben zich beperkt tot een stemverklaring, waarbij de situatie rondom de St. Liduinaschool
centraal heeft gestaan. Ik heb de voorzitter om een schorsing gevraagd omdat er nu drie moties
liggen die, snel door mij bekeken, nagenoeg dezelfde kant uit willen, dus ik denk dat we
daarbij dan even moeten stilstaan. Ik ben het met u eens dat de zorg voor de onderwijs
huisvesting een grote is. We zijn in het laatste halfjaar naar mijn mening zeer nadrukkelijk op
de feiten gedrukt. Alle geluiden die ons hebben bereikt spreken inderdaad van een bepaalde
noodsituatie. Ik denk dat we aan de andere kant ook heel erg realistisch moeten zijn, want er is
natuurlijk ook een aantal positieve ontwikkelingen te noteren. Voor het eerst, en ik dacht dat
we dat al een halfjaar geleden met elkaar hadden afgesproken, is er raadsbreed zeer duidelijk
aandacht voor de financiële paragraaf wat betreft de onderwijshuisvesting. Een tweede niet
onbelangrijk feit, en ik denk zelfs dat daar de oplossing van een stuk van de problematiek zou
kunnen liggen, is dat je soms ziet dat nood de mensen tot elkaar brengt en als dat ergens het
geval zou kunnen zijn dan is dat wel bij het scholenveld. De dialoog met het scholenveld is een
aantal maanden geleden uiterst moeizaam gestart, maar inmiddels ziet men daar ook wel in dat
alleen een nadrukkelijke en hechte samenwerking kan leiden tot het maken van keuzes voor
onderwijshuisvesting in Breda. Een aantal fracties heeft aangedrongen op de steun van Den
Haag. U weet, ik heb dat toegezegd en ik heb het ook in de commissie gemeld, dat we binnen
de G-21 in het memorandum aandacht daaraan zullen besteden. In mijn vergaderingen met
mevrouw Adelmund is mij gebleken dat zij toch ook begint in te zien dat er wat problemen zijn