20 DECEMBER 2001
449
ten aanzien van de onderwijshuisvesting. Ik ben wat voorzichtiger ten aanzien van haar
uitspraken dan de heer Posthuma. U zult kunnen begrijpen waarom. Ze heeft in ieder geval
gezegd in de Voorjaarsnota daarop te zullen terugkomen, dus ik heb er alle hoop op, als we
met z'n allen blijven drukken, dat we in ieder geval ergens komen. Wat de opmerking van de
heer Scheltens betreft ten aanzien van het hebben genoten van onderwijs en de bijdragen in de
raad van een aantal mensen het volgende. Ik weet niet wat u daarmee precies bedoelt, maar ik
had de indruk dat de heer Scheltens net had aangegeven dat hij een aantal dagen geleden was
gezakt voor zijn aspirant-wethoudersexamen, dus ik heb niet de indruk dat dit dan voor
iedereen geldt. Ik zou nu graag even een schorsing willen.
De VOORZITTER
Is vijf minuten lang genoeg? Meer dan genoeg. Wij schorsen de vergadering vijf minuten. Wij
zullen om 22.25 uur hier terug zijn.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Het woord is aan wethouder De Werd. Wij willen graag nog even reageren op de moties, omdat
we denken er dan snel uit te zullen zijn.
Wethouder DE WERD
Er zijn drie moties. Over de motie van De Parel kan ik heel erg kort zijn. Deze heeft niets met
het onderwerp te maken. Dus ik zou die maar willen laten verwerpen. Dan rest ons de motie
van Breda '97 en die van de SP en GroenLinks. Wat betreft de motie van Breda '97 het volgende.
Een aantal van de daarin genoemde punten met name 1, 2 en 3 is al ingevuld, dus wat dat
betreft zou die motie voor een gedeelte overbodig kunnen zijn. De motie van GroenLinks en de
SP is van een dusdanige aard dat het college voorstelt die motie over te nemen en dan denk ik
dat in ieder geval zowel Breda '97 als de indieners van deze motie aan hun trekken kunnen
komen.
De VOORZITTER
We kunnen natuurlijk debatteren over de punten en de komma's, maar ik kan mij goed
voorstellen dat we ons snel hierin kunnen vinden.
De heer SCHOENMAKERS
Voorzitter, u kunt het misschien niet zo goed zien, maar eigenlijk bedekt het schaamrood mijn
kaken voor de geweldige taalfout die ik heb gemaakt.
Wethouder DE WERD
Dat wilde ik nou net niet zeggen.
De heer SCHOENMAKERS
Wij kennen elkaar goed genoeg, dat we dat tegen elkaar kunnen zeggen. Ik ga akkoord met
het voorstel zoals het door de wethouder naar voren is gebracht.
De VOORZITTER
Dank u wel. Als u het niet had gezegd van die taalfout dan hadden we het niet geweten.
Sommigen niet. Het heeft te maken met die opleiding, weet u wel? Met die school.
De heer VAN YPEREN
Hij heeft 42 jaar in het onderwijs gezeten.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Wij kunnen de motie ondersteunen zoals verwoord door de wethouder.