20 DECEMBER 2001 450 Besluitvorming ten aanzien van de motie (4), ingediend door de heer Schoenmakers namens de fractie van Breda '97, inzake: 1. het opdragen aan het college van burgemeester en wethouders zo vlug mogelijk het overleg met het schoolbestuur te heropenen teneinde te komen tot een gezamenlijke aanpak; 2. de bij de onderwijshuisvestingsplannen van 1998/1999/2000 toegekende kredieten/budget ten te handhaven ten behoeve van de voorbereiding van de nieuwe huisvesting; 3. de procedures die nodig zijn bij de bouwvoorbereiding te intensiveren, zodat binnen aanvaardbare tijd met de bouw kan worden begonnen; 4. te onderzoeken of het mogelijk is om bij de Kadernota 2003 financiële voorstellen op te nemen ten behoeve van de nieuwbouw; 5. het hoofdgebouw en de dependances in de komende tijd zodanig te onderhouden dat de veiligheid van leerlingen en leraren niet in gevaar komt en het onderwijsproces geen geweld wordt aangedaan. De motie (4) is niet apart in stemming gebracht, omdat de indiener van de motie zich kan vinden in het voorstel van het college om de motie (5), ingediend door de fracties van de SP en GroenLinks, over te nemen. Besluitvorming ten aanzien van de motie (5), ingediend door de fracties van de SP en GroenLinks, inzake het verzoek aan het college om (ver-)nieuwbouw van de St. Liduinaschool hoge prioriteit te geven, en bij de Kadernota 2003 nadere voorstellen te doen met betrekking tot de financiering van (ver-)nieuwbouw, in relatie met de dan beschikbare inventarisatie; De motie (5) wordt met algemene stemmen aanvaard. Besluitvorming ten aanzien van de motie (6), ingediend door de heer Leunisse namens de fractie van de Parel van het Zuiden, inzake het punt dat het onverantwoord is geweest van het Paarse kabinet om de gemeente de verantwoordelijkheid te geven voor het onderhoud van de scholen, zonder daar voldoende middelen bij te voegen. De motie (6) wordt verworpen, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming ten aanzien van het voorstel van burgemeester en wethouders. Akkoord. 25. AANPASSING ROUTERING GEVAARLIJKE STOFFEN BINNENSTEDELIJKE WEGEN BREDA. De heer SCHELTENS Heel kort. Het zal niet meevallen om nog even de gedachten erbij te houden. Ook maar twee korte opmerkingen bij dit punt, routering gevaarlijke stoffen. Wij hebben in de commissie uitgebreid erover gesproken en een van de sleutelwoorden die naar voren kwam was het begrip handhaving. Daar willen wij nogmaals op hameren, net als andere fracties. Alles wat je doet op het gebied van routering van gevaarlijke stoffen, en dat geldt voor meerdere onderwerpen, staat of valt bij handhaving, dus wij zullen er ook op moeten letten dat die goed gebeurt. Een andere zaak die we nog even naar voren willen brengen is de ontheffing die bij verschillende bedrijven wordt gebezigd. Dat is dan blijkbaar een van de weinige oplossingen om die bedrijven draaiende te houden. Wij denken dat het goed zou zijn om aan die ontheffing minimaal een termijn te koppelen, bijvoorbeeld van vijfjaar. Neem nou bijvoorbeeld de ontheffing die, laten we paard en wagen maar gewoon noemen, de CSM heeft voor bepaalde stoffen die daar moeten worden aangevoerd. Daarvoor kan geen route worden ontworpen. Zo'n bedrijf moet dan maar een ontheffing krijgen. Als je die nou koppelt aan een termijn van, laten we zeggen, vijf jaar dan zit er nog een beetje druk achter om dat ofwel op te lossen ofwel dat bedrijf duidelijk te maken dat, als dit zo zou doorgaan, het op termijn weieens een keer zou kunnen worden gevraagd om die locatie te verlaten. Die ontheffing koppelen aan een periode van vijf jaar zou in het geval van de CSM een zoethoudertje zijn, maar duidelijk moet zijn dat dit zo niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 450