20 DECEMBER 2001
451
kan voortduren omdat het een ongewenste situatie is. Ik zou daarop graag een korte reactie
van de wethouder willen horen.
De heer DE CRAEN
Wij zijn als gemeente bevoegd maar niet verplicht om binnen de gemeente wegen aan te
wijzen die wel of niet beschikbaar zijn voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Langs de trajecten
waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd moet de veiligheid van de bewoners goed
gewaarborgd zijn. Wij pleiten dan ook voor een adequate handhaving. Voor de rijkswegen en
de spoorlijnen hebben wij als gemeente geen bevoegdheid om een en ander te regelen. Toch
verzoeken wij u om ook bij de betreffende instanties een gedegen handhaving te melden.
De heer LEUNISSE
Dit is best een goed agendapunt. Alleen hebben wij toch een aantal opmerkingen geplaatst,
ook binnen de commissie. Uiteraard ging dat, wat ook de andere partijen opmerken, over de
handhaving. Die is heel erg belangrijk, want zonder handhaving kun je dit ook allemaal niet
doen. Waarvoor wij extra aandacht vragen is de ontheffing. Het is zo dat men ontheffing kan
verlenen, maar uiteindelijk zijn er toch bedrijven, ook in Breda, en Breda heeft de grote gepakt,
waarmee we heel voorzichtig moeten zijn, want als we als plaatselijke overheid bepaalde
dingen gaan regelen of besluiten nemen, en deze bedrijven hebben daardoor geen
bestaansrecht meer, dan hebben we zelf ook een probleem. Daarover moeten we goed
nadenken. Ik zeg niet dat dit is gebeurd, maar we moeten de routes niet zo gaan aanpassen dat
die bedrijven niet meer kunnen werken. Daarvoor vraag ik aandacht, maar verder zijn wij voor
dit agendapunt.
Wethouder DE WERD
In de commissie hebben we ook uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp handhaving. Ik kan
niet méér zeggen dan wat ik daar heb gezegd. Wij proberen in samenwerking met degenen die
daarvoor verantwoordelijk zijn daaraan het optimale te doen. Wat betreft datgene wat de heer
Scheltens heeft gezegd ten aanzien van de CSM het volgende. Ik ben het met u eens dat de
manier waarop het nu is geregeld natuurlijk best op een aantal onderdelen wat kritiek kan
ondervinden. Er zijn geen andere mogelijkheden, maar we zijn met de CSM voortdurend in
dialoog om in ieder geval ten aanzien van de bereikbaarheid en de handhaving de zaak zo
goed mogelijk te regelen.
Akkoord.
III. VASTSTELLING VAN DE BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
26. VASTSTELLEN BEGROTINGSWIJZIGINGEN 2001.
De VOORZITTER
Ik kom nu bij het allerlaatste punt voor de afscheidnemende wethouder, het vaststellen van de
begrotingswijzigingen 2001. Iemand daarover het woord? Mijnheer Leunisse. Het zal toch niet
waar zijn?
De heer LEUNISSE
Kunt u de raad even tot de orde roepen, voorzitter? De vaststelling van de begroting. U weet
dat wij vrij nauwkeurig zijn in dit soort zaken en omdat ook de golfstrips in Teteringen erin
staan zijn wij tegen.
De VOORZITTER
Daar maken we notitie
Wethouder VAN OS
Voorzitter, ik probeer het nog één keer. Zo wordt de boekhouding écht een rommeltje.