De stad in regionaal (internationaal) verband
Bijlagen bij de notulen van 29 mei 2001 Kadernota 2002 Gemeente Breda
pagina 14
vervullen en komt nooit in de plaats van direct politietoezicht. Mijn fractie verwacht dat de
afspraken hierover worden nagekomen evenals zorgvuldigheid met de aantasting van de
persoonlijke levenssfeer. Belangrijk blijft de inzet van de inzet van wijkagenten en
samenwerking met de troika in de wijken.
De discussies over handhaving en veiligheid in relatie tot de problemen in Enschede en
Volendam, leiden voor de PvdA fractie tot nog een opmerking. Handhaving hoeft niet altijd door
een functionaris ter plaatse te gebeuren. Er zijn goede controlesystemen met meer eigen
verantwoordelijkheid bekend uit bijvoorbeeld de luchtvaart. Stijging van het handhavingniveau
hoeft niet noodzakelijk gepaard te gaan met een grote kostenstijgingen.
De toezegging dat de gemeenteraad bij de vaststelling van het spreidingsplan bibliotheken
integrale afwegingen kan maken stemt de PvdA fractie tevreden. Het beleidsplan bibliotheken
wordt door ons ondersteund. Wijziging van de inzet van de middelen mag niet leiden tot
verminderde mogelijkheden voor kwetsbare groepen. Mijn fractie gaat er van uit dat dit niet het
geval zal zijn en zal nadere voorstellen nauwkeurig bezien.
Breda 750. In alle plannen voor de viering van Breda 750 vinden we weinig aandacht voor
jongeren terug. De PvdA vraagt zich af of er niet een project te ontwikkelen is (met gedeeltelijk
Europese subsidie) waarin jongeren uit europa de viering van 750 jaar Breda mee kunnen
maken. Ook vanuit promotie van de stad en internationale samenwerking lijkt ons dat een
goede zaak.
De tijd dat een stad op zichzelf stond is voorbij. Wat er ook aan de vijfde nota ruimtelijke ordening
uiteindelijk nog gesleuteld wordt, enkele zaken zullen daarin zeker niet veranderen.
Waar gemeenten vroeger met elkaar in concurrentie stonden, zal in de toekomst meer moeten worden
samengewerkt. Deze samenwerking kent op verschillende niveaus verschillende partners en
verschillende oriëntatierichtingen. De vraag waar Breda zich nu op oriënteert (west of oost) is daarom
geen juiste vraag.
Grensoverschrijdend ruimtelijk beleid tussen gemeentes moet worden ontwikkeld, onder
andere op het gebied van bescherming en ontwikkeling van milieu en groen.
Verkeer en vervoersbeleid van de steden en de provincie, sterker afgestemd op de regio. De
HOV moet er nu heel snel komen. Dat kan waarschijnlijk het beste via de pre-HOV. De
kostendekkingsgraad van het Openbaar Vervoer moet verbeteren en de modal split
(percentages gebruik van vervoermiddelen) moet verschuiven naar langzaam vervoer en
Openbaar Vervoer.
Naast de HOV moeten in de toekomst investeringen plaatsvinden in Lightrail, regiospoor of
vergelijkbare snelverbindingen tussen Breda, Oosterhout Etten Leur en Tilburg. Het is van het
grootste belang om met de regio dit geluid te versterken in de richting van het Rijk. Liever dan
voor een spoorlijn naar Utrecht, pleiten we voor het verbeteren en versnellen van de verbinding
via 's Hertogenbosch. De haalbaarheid daarvan achten we de eerste 25 jaar realistischer dan
een directe spoorverbinding naar Utrecht.
Ook het aanleggen van bedrijfsterreinen moet duurzamer en zal in toenemende mate
afstemming vergen met andere gemeenten. Duurzamer betekent ook een intensiever gebruik
van de ruimte, samenwerking op het punt van mobiliteit en energiebenutting.
Tenslotte. Niet zelden horen we zowel binnen als buiten de stad, dat Breda het op veel terreinen heel
goed doet. Toch hoor je daarbij nogal eens de opmerking dat Breda op het punt van het "verkopen" van
deze goede kwaliteiten beter moet scoren. Het mag wat zichtbaarder, misschien wel wat brutaler. Laten
we het jubileumjaar gebruiken om aan de uitstraling van de stad nog beter vorm te geven.
Henk Haarhuis, fractievoorzitter PvdA
Breda, 23 mei 2001