Bijlagen bij de notulen van 29 mei 2001 Kadernota 2002 Gemeente Breda
pagina 23
Verkeer
De toenemende intensiteit van het verkeer is niet tegen te houden. Het is een autonome ontwikkeling, die
ongetwijfeld samenhangt met het economisch hoogtij. Misschien is het wel de prijs die we daarvoor
moeten betalen. Lastig is het wel, want voor onze stad met haar historische kern, is het beheersen van de
verkeersstroom geen geringe opgave.
De visie op het verkeer die nu leeft in de boezem van het college zal tot uitdrukking moeten komen in de
het op handen zijnde verkeersplan. Omdat ook Breda bij het uitzetten van beleid moet vertrekken vanuit
de bestaande situatie, is realiteitszin geboden. Zonder op de behandeling van het verkeersplan vooruit te
lopen, stelt Breda '97 als uitgangspunt dat het onmogelijk en ongewenst is de oorlog te verklaren aan het
gemotoriseerd verkeer.
De overlast die het bezorgt moet wel draaglijk gemaakt worden. Interessanter is het de automobilist te
verleiden voor zijn korte ritten in de stad een alternatief te kiezen. De fiets, tegenwoordig een luxe-
vervoermiddel- is er een van. Wij prijzen de ontwikkelingen die op dit terrein al in gang gezet zijn.
Voorrang voor de fiets, goede, comfortabele en veilige fietspaden en veilige stallingsplekken zullen het
fietsgebruik zeker bevorderen. Aardig is in dit verband de suggestie met de binnenstadswinkeliers een
'bestelservice' te bespreken, omdat de fietser nu eenmaal niet zoveel aankopen zelf mee naar huis kan
nemen.
Auto' s zullen er blijven komen. We zullen ze ook moeten blijven parkeren. Breda is goed voorzien van
parkeergarages, dus in feite kan heel wat blik van de straat, zeker als het om langparkeerders gaat.
We hebben de indruk dat bij het college de gedachte leeft dat de aanvoerroutes naar de stad te verengd
moeten worden. Tegen dat laatste heeft Breda '97 overigens niet zoveel bezwaar als het maar gepaard gaat
met de aanleg van parkeerterreinen buiten de stad. Park- en Pendel-we zeggen het maar weer eens- kan
ook voor de dagelijkse binnenstadsbezoeker een goede oplossing zijn.
Goede en snelle afvoerroutes zijn noodzakelijk. Files op de singelring en op andere plaatsen zijn de
oorzaak van veelluchtverontreiniging en ze zijn een crime voor de passerende fietser." Met mate de stad
in, vlot er weer uit": dat is volgens Breda '97 een goed adagium.
De plaats van het Openbaar Vervoer in de stad is Breda '97 een doom in het oog. Het lijkt ons een utopie
dat met het huidige materiaal en met de huidige dienstregeling iemand voor de bus kiest als hij een auto
voor de deur heeft staan. We hebben de indruk dat aan het openbare stadsvervoer sinds 1960 niets
veranderd is. Alleen zijn de bussen tegenwoordig rijdende reclameborden.
We verzoeken het College dringend eens fors met de vervoerder te onderhandelen, met name over het
imago van de stadsdiensten, als de nieuwe dienstregeling weer op tafel moet komen.
Onderwijs en jeugdbeleid
Dit is een steeds terugkerend onderwerp bij Breda '97. Wij voelen ons zeer met het onderwijs verbonden,
zeker nu wij als gemeente verantwoordelijk zijn voor een aantal onderwijstaken. Het is goed in de
kademota te lezen dat het onderwijs opnieuw op de agenda staat. Vorig jaar konden wij daarover minder
enthousiast zijn.
De pilots Brede School verdienen, naar onze opvatting, een extra stimulans. Het wordt hoog tijd dat er op
dit onderwerp activiteiten zichtbaar worden. Anders gaat de rek bij de betrokkenen emit en is alle moeite
vergeefs.
Een nauwe samenwerking en integratie van onderwijs en jeugdbeleid brengt veel winst. Daar zal harder
aan getrokken moeten worden. Niet alleen op het uitvoerende vlak, maar ook bestuurlijk en ambtelijk. De
Brede School kan ook in dit opzicht een functie vervullen.
Over onderwijshuisvesting is de laatste tijd genoeg gezegd. Wij wachten met ongeduld op de
aangekondigde voorstellen over aanpassing van de huisvestingsverordening.
Cultuur
Gelukkig is Breda een stad met een in alle opzichten rijke cultuur. Die bepaalt mede ons eigen gezicht.
Om die cultuur in stand te houden is inspanning van velen nodig en heel wat geld. Wanneer wij het
hebben over evenwicht in de gemeentelijke bestedingen, denken wij ook aan evenwicht tussen
bestedingen voor cultuur en voor b.v. fysieke investeringen.
Cultuur lijkt niet uw eerste prioriteit, maar gelukkig kunnen wij toch kennisnemen van een aantal goede
voornemens-