Bijlagen bij de notulen van 8 november 2001 Begroting 2002 Gemeente Breda 18 DEMOCRATEN Algemene Beschouwingen bij de begroting 2002 van de gemeente Breda De gebeurtenissen van 11 september in de Verenigde Staten en daarna hebben ons allen weer eens duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar we zijn en hoe gevaarlijk het wapen van de onverdraagzaamheid en onverzoenlijkheid kan zijn. In Nederland mogen we ons gelukkig prijzen met een tolerante samenleving waarin mensen van verschillende culturen en afkomst elkaar in hun waarde laten. Maar ook voor ons is waakzaamheid geboden. D66 gelooft niet in een overheid die verdraagzaamheid en integratie kan afdwingen. Mensen zuilen het zelf moeten doen. De overheid heeft wel tot taak om mensen de ruimte te bieden zich op hun eigen wijze te ontwikkelen. En tolerantie mag niet leiden tot een gedogen van discriminatie achterstelling misbruik of onvrijheid. Op die punten verwacht D66 ook in Breda dat zowel de politie, het openbaar ministerie, de gemeente als de politiek waakzaam zijn en optreden als daar aanleiding toe is. De afgelopen jaren heeft D66 steeds voor uitvoering van beleid gepleit. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Overal in de stad is te zien dat er gewerkt wordt. Om de bereikbaarheid van Breda in stand te houden en waar nodig te verbeteren zijn forse ingrepen noodzakelijk. Logisch dat dit ook kan leiden tot ongemak op de korte termijn, maar als er niets zou gebeuren in de stad, hoe zou Breda dan haar ambities, zoals verwoord in de Stadsvisie, waar kunnen maken? Een goede communicatie met burgers en bedrijfsleven blijft daarbij van het grootste belang. De komende jaren zal het nog beter voelbaar zijn dat Breda zich ontwikkelt, maar deze ontwikkelingen bieden ook veel nieuwe kansen voor de 8ste stad van Nederland. Behalve een stad met karakter is Breda ook een stad met ambities. Volgens D66 is daar niets mis mee. D66 vindt dat eerder uitgezette projecten ook met kwaliteit moeten worden uitgevoerd. Dit geldt zeker voor het terugbrengen van water in de stad. Deze door D66 al lang bepleite ingreep moet nu de komende jaren echt gestalte gaan krijgen. We spreken hier wel over een nieuwe kans voor een van de grootste monumenten van de stad! Het belang van het heropenen van de haven voor het toerisme, verkeer en voor Breda als monumentenstad is intussen voldoende aangetoond en door een bijna voltallige raad onderschreven. Ook het spoorzone project zal in de komende periode echt vorm moeten krijgen.Hier kan een echte kwaliteitsslag gemaakt worden voor het trein-, bus- en fietsverkeer. Kwaliteit van werken en wonen moeten hier voorop staan. D66 betwijfelt of die kwaliteit haalbaar is met de aanwezigheid van de suikerfabriek. D66 zou graag zien dat de gemeente dit bedrijf uitnodigt om mee te denken over de vraag of het, gezien de ambities van Breda, niet beter zou zijn voor beide partijen als de CSM zich op termijn buiten de stad verder zou ontwikkelen. Ook horen wij graag of het mogelijk is om de effecten van de aanwezigheid van de CSM op de spoorzone-plannen in kaart te brengen. Breda is een groene gemeente met een rijke natuur in en om de stad. Dit bepaalt voor een belangrijk deel het karakter van Breda. Om die natuur te behouden en te versterken is al het nodige gedaan, maar de groei van Breda zal zeker tot knelpunten leiden als er ook op dit gebied niet verder dan nu vooruit gekeken wordt. Zoals er voor een aantal investeringsprojecten een dekkingsplan ligt tot 2009, zou dat ook voor natuurontwikkeling moeten gelden. Ook moeten er duidelijke keuzes gemaakt worden. Wat D66 betreft blijft de Rith als open gebied behouden. Behalve voor de groene monumenten blijft ook voortdurende aandacht nodig voor die van steen. Eerder hadden wij het al over de haven, dat als monument weer zichtbaar zal worden. D66 is ook tevreden met de invulling van de pm-post uit de kadernota voor het project Kwaliteit Gebouwen Binnenstad. Eén van onze toekomstige monumenten, het Chassé theater, blijkt intussen een zeer groot succes. Iets waar elke Bredanaar trots op mag zijn!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 503