22 FEBRUARI 2001 51 in het verleden zijn gemaakt, en die onze oude mooie stad hebben verminkt. Maar dezelfde fouten maken kan wel. Het zijn nu nog slechts mooie woorden. Waar het op aankomt zijn natuurlijk de daden. Onze fractie stemt in met deze nota, maar, zoals u van ons gewend bent, wij zullen de uitvoering ervan kritisch volgen. Om daarmee maar meteen te beginnen, vragen wij speciale aandacht voor twee zaken die ons inziens gevaar lopen. Allereerst de Lange Stallen. Ook al zijn het nog maar geruchten, wij pleiten er nu al voor om hier geen 'Korte Stallen' van te maken, maar het geheel overeind te houden. De Lange Stallen vormt geen blokkade tussen het Chassé Park en de binnenstad. Er zijn ruim voldoende doorsteekjes. Er een stuk van afhalen, of er tussenuit halen, zou het karakter van het geheel weghalen. Laten we dat, om te beginnen, nu maar eens koesteren. Ten tweede, de Vishal aan de Haven. Als de Haven in oude luister wordt hersteld, hoort daar naar onze smaak de Vishal in oude luister bij. En niet een glazen visrestaurant. De monumenten in de stad hoeven toch niet allemaal geëxploiteerd te worden? Sommige dingen zijn alleen al om hun verschijningsvorm de moeite van het behouden waard. Wij pleiten ervoor om een andere list te verzinnen om het gebouwtje voor instorten te behoeden dan het aanbrengen van een keuken en glazen muren. Tot slot spreken wij onze verwondering uit over de gang van zaken rond de inschakeling van een deskundige die ons, de raad, gaat adviseren over de Heilig-Hartkerk. Natuurlijk is het voor zo'n deskundige vervelend om bestookt te worden door allerlei belangengroeperingen, maar ik zou zeggen: dat hoort nu eenmaal bij zo'n klus. Er is nu slechts één groepering die invloed heeft op deze deskundige, en dat is het college van burgemeester en wethouders. Dat heeft immers de opdracht gegeven. Niet erg vertrouwenwekkend, moet ik zeggen. Want met welke opdracht is deze deskundige op pad gestuurd? Niemand anders dan het college kan zijn belangen en wensen aan deze deskundige kenbaar maken. En dat is toch op z'n zachtst gezegd verwonderlijk. Tot zo ver mijn eerste termijn. De heer LEUNISSE Als de Parel van het Zuiden het heeft over gekoesterde monumenten, en hier heet het dan 'Gekoesterd Karakter', maar wij lezen gewoon: 'gekoesterde monumenten', dan vinden wij dat de gemeente daarmee bedoelt: wat er is gebeurd, dat is heel erg, maar wat we dan nog hebben, moeten we behouden en moeten we koesteren. Juist dat woord 'koesteren' vonden wij zo belangrijk dat wij tijdens de commissievergadering aan de wethouder hebben gevraagd: bedoelt u nou hetzelfde wat wij bedoelen met dat koesteren, namelijk dat u inderdaad monumenten niet gaat afbreken of slopen? Die vraag heeft hij naar onze overtuiging toen beantwoord, maar misschien is hij daarop teruggekomen en zegt hij nu dat het makkelijk zo zou kunnen zijn dat er nog wat gesloopt of afgebroken moet worden. Wij hebben na de commissievergadering daarover nog eens goed overlegd en wij hebben besloten die vraag opnieuw in de raad te stellen. Als de wethouder bij die mening blijft dan gaan wij niet mee met dit raadsvoorstel. De VOORZITTER Dus als u uw zin krijgt, gaat u niet mee? De heer LEUNISSE Als de wethouder blijft volhouden om toch nog in de toekomst monumenten te gaan slopen of afbreken, dan gaan wij met deze nota niet akkoord. Wethouder ADANK In zijn algemeenheid mijn dank voor de positieve opmerkingen over de vaststelling nu in de raad van de nota Gekoesterd Karakter. Deze kent een lange voorgeschiedenis met verschillende voorronden waarbij heel uitdrukkelijk ook de Klankbordgroep Monumenten is betrokken en op een aantal inspraakavonden adviezen zijn gegeven die in de nota zijn verwerkt. U heeft daarvan ook kennis genomen en uw waardering daarover uitgesproken. In die zin was de laatste commissievergadering een heel plezierige, om die brede steun, en dit in de richting van mevrouw Remie, die nu beleid is maar die overigens al voor een deel wordt gepraktiseerd, verder om te zetten in actief beleid. Daarvoor heb je natuurlijk menskracht nodig, zodat er intern, en dit is ook in de richting van de heer Braat, zal worden gekeken hoe we toch maximaal de formatie kunnen uitnutten binnen de bestaande mogelijkheden om alle aandacht te richten op datgene wat zich in deze nota tot nieuw beleid laat voegen, en wat het de burgers in deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 51