22 FEBRUARI 2001 53 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Met het Kerkenboek, dat is in de commissie RO gemeld, proberen wij in het voorjaar te komen. De scheiding tussen rooms-katholieke kerken en protestantse kerken is vaak een volstrekt toevallige, omdat de rooms-katholieke kerken meer in aanmerking komen om erediensten te beëindigen enzovoorts. Dus dan moet je eerder kijken naar wat je aan het doen bent. Ik wijs even op de Petrus en Pauluskerk, en de Johannes de Doperkerk. Die situatie doet zich dus op dit moment bij de andere kerken minder voor. De heer SNIER Ter interruptie. Maar als ik even de doelstelling terughaal waarom we dat Kerkenboek gaan maken, dan is het zo dat we dat doen omdat we geen ad-hocbeleid willen voeren. We willen niet geconfronteerd worden met een situatie waarbij de een na de andere kerk sluit, waarover we dus opeens een beslissing moeten nemen Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het staat er ook in, maar De heer SNIER Er zou een totaaloverzicht worden gemaakt. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat komt ook, maar daarbij zeg ik dat die situatie zich bij de andersoortige kerken ofwel voordoet, kijkt u maar naar het Ginneken waar men met een restauratie bezig is, ofwel de kerken zijn gewoon in gebruik. Maar dan is het nóg goed om je af te vragen: stel nou dat je iets zou willen doen, wat zou daar dan kunnen? Maar op dit moment is het eigenlijk zo dat we gesproken hebben over een paar kerken die zich in het westen van Breda bevinden, waarop de zaak zich toespitst. De meeste vallen onder het bestemmingsplan, maar van een paar is de situatie heikel. Ik moet zeggen dat in de loop der tijd een paar dingen duidelijk zijn geworden, die hebben zichzelf opgelost, zoals de Petrus en Pauluskerk en de Johannes de Doperkerk. Maar we doen dit samen. In de commissie RO heb ik dit al gezegd. De heer SCHRODER Misschien moet de wethouder eens met het CDA in conclaaf, of de rooms-katholieke kerk als instituut misschien op de monumentenlijst kan komen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik denk dat ik contact genoeg heb met de leden van het college, waarin diverse partijen zitten. Dus dat lukt wel, mijnheer Schroder. De VOORZITTER Er is genoeg beweging in de kerk, er zijn net een paar kardinalen benoemd. TWEEDE TERMIJN De heer BRAAT De laatste suggestie van de heer Schroder lijkt mij minder interessant, maar dit even terzijde. Mijn dank voor de beantwoording van de wethouder. Als we even kijken naar de nota, dat heb ik al in mijn eerste termijn opgemerkt, dan blijkt daaruit nadrukkelijk de zelfwerkzaamheid die noodzakelijk is om de doelstellingen te optimaliseren. Maar dat geldt zowel voor de gemeente alsook voor de burgers. Ik ben blij met de toezeggingen van de wethouder over beide punten: dat met betrekking tot de gevraagde menskracht de formatie wordt uitgebreid en dat zal worden gezorgd voor de informatie naar de burgers. Daarvoor mijn dank. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Zoals ik ook in de eerste termijn al zei, biedt deze nota kansen om een goed monumentenbeleid te voeren en krijgt deze onze steun. Dat blijft zo. Ik probeer aan de wethouder een aantal uitspraken te ontlokken. Ik zal niet proberen de naam van de deskundige te achterhalen, want die zal ik waarschijnlijk niet krijgen. Maar ik had een hele duidelijke vraag gesteld: met welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 53