25 JANUARI 2001
7
De heer LEUNISSE
Datgene wat dan overblijft is dat wij de wethouder hebben gevraagd er goed op toe te zien dat
het gebied waarover we praten, dat is de Stadsmark, op een deugdelijke manier wordt
onderhouden en dan hebben we het ook over het achterstallig onderhoud. Je kunt er misschien
wel een nieuw plan opzetten, maar dat plan wordt door een vloedgolf weggespoeld en dan is
het zonde van het geld. De wethouder heeft ons beloofd dat het allemaal goed zat en dat er
maar één keer in de 50 jaar een overstroming kan komen. Hij moet dat met zijn eigen
gemeenteboot nog maar een keer controleren. Als dat ook zo is, dan kunnen wij helemaal
meegaan met dit plan.
Wethouder OOMEN
Ik heb niet direct een vraag van de heer Leunisse gehoord. Hij had opmerkingen over het
verslag. In de commissie kunnen die nog een keer worden rechtgezet. Wat de gemeenteboot
betreft, mijnheer Leunisse, als het onderhoud op sterkte is kan de boot uitvaren. Wie weet, als
de meerderheid van de commissie het goedvindt, mag u ook mee.
Akkoord.
9. VESTIGING VOORKEURSRECHT WESTFLANK.
De heer DE ROOS
Dit raadsvoorstel is enigszins gewijzigd tot ons gekomen na behandeling van dit onderwerp in
de commissie ECG. Wij hebben in de commissie al positief geadviseerd over de vestiging van een
voorkeursrecht in dit gedeelte van de stad, de Westflank, om te voorkomen dat er speculatie en
prijsopdrijving gaat plaatsvinden. Wij hadden een paar kanttekeningen gemaakt, hetgeen
overigens onverlet liet dat wij ons positief opstelden ten opzichte van het raadsvoorstel. Het
eerste punt was dat het voorkeursrecht wel laat was gevestigd, tweeënhalve maand na het
raadsbesluit daarover. Het tweede punt was dat het aan communicatie blijkbaar enigszins heeft
gemankeerd, gelet op het feit dat gesprekspartners in dit gebied, met name de ING, bij de
commissie hebben geklaagd over het niet goed communiceren over het vestigen van dit
voorkeursrecht. Het derde punt, en daar kan de gemeente niets aan doen, is dat de Wet
voorkeursrecht gemeenten gebrekkig blijkt te functioneren blijkens uitspraken van de Hoge
Raad. Inmiddels hebben wij het gewijzigd raadsvoorstel ontvangen en daaruit blijkt dat er
alsnog op de valreep een zienswijze is binnengekomen. Klaarblijkelijk was die nog net op tijd
binnen, zij het na de bijeenkomst van de commissie ECG. Blijkbaar is naar aanleiding van de
uitgebrachte zienswijze een overleg gestart met de betrokkene. Mijn vraag is: heeft dat overleg
nog tot iets geleid en kunt u dat wat meer toelichten? In het raadsvoorstel staat het erg
summier weergegeven.
Wethouder ADANK
De eerste drie opmerkingen van de heer De Roos vat ik op als een stemverklaring, met daarbij
een kleine nuance als het gaat om de communicatie, want door bijna alle vertegenwoordigers
van de fracties is op die avond nadrukkelijk ook gezegd dat dat een kwestie van interpreteren
is. Wij hebben toen gezegd dat door de ING en de politie de communicatie als slecht is opgevat,
maar dat de overige partijen de communicatie heel anders hebben geïnterpreteerd. Ik heb ook
gezegd dat ik het betreur dat u dat zo opvat, maar het is niet onze uitleg van de communicatie.
Overigens moet ik u erbij melden dat het op dat moment voor de partijen ING en de politie nog
onduidelijk was hoe de economische en juridische posities waren. Wellicht dat hun eigen
onduidelijkheid in de interpretatie is overgegaan na het raadsvoorstel over het vestigen van het
voorkeursrecht. Naar aanleiding van de tweede bedenking het volgende. Bij het opstellen van
de kadastrale lijst van eigenaars ten behoeve van het collegebesluit van 15 december is
gebruikgemaakt van interne eigendomsgegevens. Normaal is nu in de procedure ingebouwd
dat het ook wordt gecheckt met de kadastrale gegevens. Er zat een periode van zes weken
tussen waardoor dat misverstand is kunnen ontstaan. Via het Grondbedrijf is inmiddels contact
geweest met degene die de bedenking heeft ingediend en ik neem aan dat de lucht is geklaard.
TWEEDE TERMIJN