26 APRIL 2001
87
De heer SNIER
Dat is dan misschien wat overdrachtelijk bedoeld geweest. Laten we eerlijk zijn, mijnheer Leunisse,
het voorstel dat in de commissie voorlag betrof het wel of geen monument zijn en op een bepaald
moment ging de discussie in de richting van wat dat dan eventueel zou kunnen gaan kosten. Ook
toen heb ik, in het belang van de duidelijkheid, onder andere waarschijnlijk wel die term gebruikt. Wat
ik toen heb bedoeld, heb ik nu geprobeerd nog een keer toe te lichten in een wat meer genuanceerde
zin dan ik toen misschien oneline-ig heb geuit.
De heer LEUNISSE
Ik dank u voor uw voortschrijdend inzicht.
De heer SNIER
Graag, ik ben altijd bereid om dat te hebben, mijnheer Leunisse. Ik ga even naar wat vragen toe die ik
nog wilde stellen. Het standpunt is, denk ik, helder genoeg. De heer Braat heeft de vraag over de
aansprakelijkheid al gesteld. Ik zou mij zeer zeker bij die vraag willen aansluiten. Daarnaast hebben
wij ook de brief van De Ruijter, De Wildt De Vroom, de advocaten van Ouwehand, en we zitten naar
aanleiding daarvan toch nog wel met een vraag. De eerste vraag is: wat dacht het college te bereiken
in dat gesprek? Was dat inderdaad vrij smal, in termen van een mededeling, of werd er op dat
moment nog meer gepoogd? Zijn er op dit moment opmerkingen van de wethouder die van belang
kunnen zijn in dat verband naar aanleiding van die vraag? En ten tweede: waarom heeft de
wethouder toch uiteindelijk niet besloten om dit voorstel als een alternatief in discussie te brengen? Je
zou het kunnen zien als een alternatief, het ligt er natuurlijk een beetje aan of je heel erg aan die
monumentale waarde hecht of niet. Je zou het als een alternatief kunnen bespreken als je met name
hecht aan die beeldkwaliteit.
De heer DE ROOS
De gemeenteraad heeft de afgelopen jaren al vaker te maken gehad met de kwestie de Heilig-
Hartkerk al dan niet te behouden. GroenLinks, en dat wil ik toch even heel duidelijk stellen,
heeft zich van meet af aan opgesteld vóór het behoud van dat gebouw. Dat geldt ook dat
laatste bestemmingsplan werd voorgesteld dat op de locatie Heilig-Hartkerk de bestemming
bijzondere doeleinden, de bestemming kerk, zeg maar, zou komen te rusten. Maar tevens, en
dat was ons inziens toen ook het probleem, zou er een wijzigingsbevoegdheid komen voor deze
locatie in de bestemming wonen. Bij de raadsbehandeling van het raadsvoorstel over het
bestemmingsplan op 22 oktober 1998 heeft de GroenLinks-fractie in een amendement
voorgesteld om deze wijzigingsbevoegdheid weg te nemen en daardoor het risico van sloop en
nieuwbouw weg te nemen. Het CDA vond toen dat GroenLinks geen alternatief kon bieden en
de andere partijen, afgezien van de Parel en het toentertijdse Breda Vooruit, stemden tegen het
amendement van GroenLinks zonder daar verder woorden aan vuil te maken. De situatie, ik heb
het al gezegd, is inmiddels ingrijpend veranderd. Tegenover het advies van de commissie WAM
van januari 1995, dat de kerk geen monumentaal gebouw was, zijn twee zeer andersluidende
adviezen komen te staan: het advies van de Raad voor Cultuur uit 2000 en het recente advies
van De Fabryck uit 2001. Er is in oktober 2000 een hernieuwde aanvrage ingediend ingevolge de
Monumentenwet die ertoe heeft geleid dat de sloop vooralsnog niet mogelijk was en dat de
raad zijn leven kan beteren door positief te adviseren voor het behoud van de Heilig-Hartkerk.
Wat constant is gebleven is het behoorlijk massieve geluid vanuit de bevolking die zei dat dit
beeldbepalende gebouw behouden moest blijven. Ik denk dat het ook vandaag op zijn plaats is
om diegenen buiten de raad, die steeds hebben geijverd voor het behoud van de Heilig-
Hartkerk, een compliment te maken. Mede door hun inspanningen is de kerk nog steeds niet
gesloopt en zijn er reële perspectieven op het behoud ervan en een zinvolle invulling, en dat is
natuurlijk ook belangrijk, van de functie van dat gebouw. In de commissie Economische Zaken
van 18 april is ook de vraag aan de orde geweest: hoe nu verder? Toen is duidelijk naar voren
gekomen dat dat niet goed is te overzien. De raad adviseert vandaag. Uiteindelijk zal de
staatssecretaris beslissen. Het is natuurlijk wel van belang dat de gemeente in de toekomst steun
gaat verlenen aan diegenen die actief zijn met het zoeken naar een zinvolle invulling voor dit
gebouw, zoals de Stichting Toekomst Heilig-Hartkerk. Het gaat niet aan om nu al te roepen dat
dit de gemeente geen cent mag kosten, zoals namens de Partij van de Arbeid in de commissie is
gesteld, en nu dan wat meer genuanceerd in de raad. Zo kunnen we niet omgaan met de
breedgedragen wens in Breda om die kerk de plaats te geven in de samenleving die ze
verdient.voor de eerdere procedure in 1995 die liep tot aanwijzing van de Heilig-Hartkerk als