26 APRIL 2001 88 monument. Daarover is een raadsbesluit dat dateert van 3 mei 1995. Uiteindelijk leidde dat raadsbesluit tot de negatieve advisering aan de staatssecretaris op basis van de advisering van de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten. Vandaag, alweer zes jaar later, komen we tot een volledig andersluidend advies. Hoe dan ook, GroenLinks heeft toen ook al duidelijk naar voren gebracht dat wij hierover geen negatief advies moesten geven. Dat gold ook voor de procedure die in 1998 heeft geleid tot het vaststellen van het bestemmingsplan Breda-Zuid. In De heer SNIER Dat betekent dus automatisch, mijnheer De Roos, dat u een blanco cheque gaat tekenen voor alle wijken die straks bij u om het behoud van de kerk die in hun wijk staat komen vragen. De heer DE ROOS U hebt de nuance in mijn opmerking niet gehoord. Een blanco cheque wordt hier niet getekend. Wat ik heb gezegd is dat zorgvuldig moet worden omgegaan met de belangen van de mensen die ijveren voor het behoud van de kerk, en de invulling daarvan, en datje niet bij voorbaat al kunt zeggen dat wij geen cent hiervoor uittrekken. Dat kan niet. Ik heb het niet over een blanco cheque. De heer SNIER Bij interruptie. Maar dit betekent uiteindelijk wel, als er in welke wijk dan ook van Breda voldoende mensen op de been komen voor behoud, dat GroenLinks vrij automatisch daarvóór zal zijn en altijd oren zal laten hangen naar een breed draagvlak. Zo gauw dat er is, blijft zij ook staan ongeacht de consequenties. De heer DE ROOS Ik ben een beetje verbijsterd dat uit uw mond te horen en ik zal uitleggen waarom. Vorig jaar is bijvoorbeeld de kerk in de Belcrum, de Christus Koningkerk, aan de orde geweest, en met name het bestemmingsplan daaromtrent. Wij waren de enige partij die toen heeft gezegd dat we het Kerkenboek, de inventarisatie die wordt gemaakt over welke kerk wel en welke niet het behouden waard is in Breda, moesten afwachten. Alleen GroenLinks heeft dat zo gesteld en ik denk dat we om die reden ook recht van spreken hebben om nu te zeggen dat we het Kerkenboek moeten afwachten en geen definitief oordeel moeten vellen in negatieve zin over de kerkgebouwen in de stad. Vanuit dat perspectief gezien, kunt u nu niet gaan zeggen: hoe moet het dan met die andere kerken? U hebt eigenlijk zelf al gezegd dat de Christus Koningkerk wel gesloopt kon worden. Goed, ik De heer SNIER Neen, dat hebben wij niet gezegd, mijnheer De Roos. Dit even voor alle duidelijkheid. De heer DE ROOS Natuurlijk. Daar komt het wel op neer, mijnheer Snier. De heer SNIER Neen, daar komt het niet op neer. Het komt erop neer dat wij hebben gezegd dat wij er niet voor kiezen om die kerk te behouden. Dat is iets heel anders. De heer DE ROOS Dat is een heel mooi woordspelletje. Wij hebben gesteld: wacht nou alsjeblieft dat Kerkenboek af. Dat Kerkenboek komt er nou eindelijk in mei, maar u hebt ervoor gekozen om dat Kerkenboek niet af te wachten. Ik ga verder. Ik had al genoteerd dat ik het over het Kerkenboek wilde hebben, maar dat is in feite nu ai gebeurd. Hoe dan ook, nu al roepen dat de Heilig-Hartkerk niet mag worden voorgetrokken boven andere kerken in Breda is een gelegenheidsargument en prematuur, zolang er geen helderheid is over wat er verder gaat gebeuren met de Heilig-Hartkerk en met de andere kerken in Breda die er nog over zijn. In het advies van De Fabryck is al erop gewezen dat in de afgelopen jaren veel rooms erfgoed is afgebroken, 14 kerken, en dat ook om die reden gebouwen als de Heilig-Hartkerk het behouden waard zijn. Dat is ook in lijn met de nota Gekoesterd Karakter, de monumentennota, die het gewijzigde inzicht van de gemeente als het gaat om het monumentenbeleid markeert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 88