26 APRIL 2001
94
De heer DE ROOS
Op zich ben ik zeer tevreden met de reactie van de wethouder, maar ik vind zijn reactie op het
punt dat de heer Braat aanroerde, niet erg overtuigend. Ik snap heel goed dat je het wilt
hebben over datgene waarover het werkelijk gaat en dat is het advies dat voorligt. Niettemin,
dit is dan toch een reactie van een rechthebbende, en die reactie liegt er niet om. Wat de heer
Braat ook al zei: de notitie van het overleg die in het dossier lag, was buitengewoon, ik wil niet
zeggen 'scryptisch', maar toch wel heel vaag. Ik denk dat die brief in kopie ter kennisname erbij
gevoegd had kunnen worden. En dat is niet gebeurd, dus de reactie in dat opzicht vond ik niet
helemaal overtuigend. Overigens, en dat voor alle helderheid, zijn de voorstellen van de kant
van Ouwehand naar de mening van onze fractie niet serieus te nemen. Het gaat dan om een
gedeeltelijke sloop en het uiteindelijk realiseren van een niet publieke bestemming. Bovendien
was Ouwehand zelf ook nooit thuis als wij eens een keer met die partij contact zochten in deze
hele discussie de afgelopen tijd. Dus wat dat betreft hebben we niet de neiging om de brief van
de advocaat van Ouwehand erg serieus te nemen. Tot zover de tweede termijn.
De heer LEUNISSE
Toch even het formele gedeelte met het aanbieden van een motie. U las haar voor en de reactie
op de inhoud van de motie kwam meteen, dus wij gaan akkoord met de beleving van de raad
die zozeer meeleeft met zo'n motie van de Parel, en als u zegt: dan is
De VOORZITTER
Dat is nog nooit gebeurd. Volstrekt uniek, jazeker.
Wethouder ADANK
Kort in de richting van de heer De Roos en de heer Braat. Ja, dat had inderdaad gekund. Als dat
een omissie is dan mijn verontschuldiging. Maar ik heb dat zó geïnterpreteerd dat ogenblik
kelijk een bevestiging van de brief is gestuurd, dat ik vervolgens voor juridische advisering om
de lijn van het college zuiver te houden, het gaat om de vraag van de staatssecretaris over
monumentwaardigheid, geen misverstand wilde laten bestaan in een discussie over het
standpunt van het college. Ik zeg u toe dat op het moment dat de brief met zijn consequenties
beantwoord zal zijn ogenblikkelijk de zaak voor uw commissie ter visie zal worden gelegd.
De VOORZITTER
Ik stel voor om tot besluitvorming over te gaan. De motie is overbodig verklaard omdat die
ogenblikkelijk werd uitgevoerd. Daarop hoeven we dus niet terug te komen. Een uniek
moment, zoals ik al zei.
De heer LEUNISSE
Uniek, voorzitter.
De VOORZITTER
Ja, precies. En nu de besluitvorming. Er is unanimiteit in deze raad. Dat is ook heel bijzonder.
Voor diegenen die zich hebben ingespannen nog eens een keer ook vanuit het college onze
complimenten, deze zijn van harte bedoeld, (applaus). Zo is er over en weer geapplaudisseerd
en dat is fantastisch.
Akkoord.
7. AANWIJZEN LANDHUIS DE HARTEL ALS BESCHERMD MONUMENT IN HET KADER VAN DE
MONUMENTENWET 1988.
De heer BRAAT
Terecht wordt de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen positief
geadviseerd De Hartel op te nemen in het Register van Beschermde Rijksmonumenten. Dit
landhuis, na de gemeentelijke herindeling onder het aandachtsveld van de Teteringse
Dorpsraad vallend, is in combinatie met een schitterende tuin een juweeltje. Het is dan ook
onbegrijpelijk dat de commissie WAM ter zake een negatief advies heeft uitgebracht.