26 APRIL 2001 96 Oranjeplein lijkt ons niet zo erg overzichtelijk, en als je dan nog een in- en uitrit hebt met betrekking tot parkeren maakt het de overzichtelijkheid er niet beter op. Dus ons lijkt deze verandering in ieder geval een verbetering. Bovendien worden de parkeerplaatsen betaald door de projectontwikkelaar en hebben ze als voordeel dat de bewoners of bezoekers van het Ginneken 's avonds en in het weekend ook gebruik kunnen maken van deze parkeerplaatsen. Bovendien zijn wij ook blij met de toezegging die wij in de commissie hebben gehoord dat de projectontwikkelaar het Oranjeplein een facelift wil geven. Daar zijn we erg blij mee, want die kan het Oranjeplein best gebruiken. Het zal voor u geen verrassing zijn dat wij instemmen met dit plan. De heer HAARHUIS De opmerkingen en de bijdragen van zowel het CDA als de VVD dekken voor het allergrootste deel de opmerkingen die wij ook in de commissie hebben gemaakt. De reden voor de Partij van de Arbeid om destijds artikel 48-vragen te stellen bij het verschijnen van het bouwplan in de krant was er vooral in gelegen dat we zeker wilden weten dat de opmerkingen bij het vaststellen van het bestemmingsplan op de bezwaren 130 en 131 vooral betrekking hadden op de verkeerssituatie, en we veilig wilden stellen dat de verkeerssituatie daadwerkelijk voldoende en serieuze aandacht zou krijgen bij de ontwikkeling van het definitieve bouwplan in de artikel 19-procedure. Dat vinden we duidelijk terug. Mevrouw Van Hasselt heeft dat nog eens goed toegelicht, we hebben in de commissie ook uitgebreid met elkaar erover gesproken. De directe bouwtitel, zoals de WD dat ook heel zorgvuldig zegt, die er nu in het bestemmingsplan is, geeft ruimte voor een ontwikkeling die in onze ogen absoluut veel minder goed is dan de ontwikkeling die nu bij ons voorligt. Wij sluiten ons daar ook bij aan. De heer DE ROOS In de commissie RO is de kwestie van de overkluizing van de Zuidelijke Rondweg naast het Oranjeplein al uitvoerig aan de orde geweest en er is ook uitgebreid ingesproken. De fractie GroenLinks heeft geen definitief standpunt ingenomen, maar de zaak teruggenomen voor beraad. Inmiddels hebben we de tekeningen van het bouwplan nog eens goed bekeken en tevens zijn we gaan kijken bij de bewoners van het complex aan de Watermolen, het flatcomplex aan de noordzijde van de locatie waar het nu allemaal om gaat, waar het flatgebouw zou moeten gaan komen. De fractie GroenLinks staat in het algemeen welwillend tegenover, sterker nog, is voorstander van inbreiding, binnenstedelijke uitbreiding, ook ter voorkoming van aantasting van het buitengebied. Voor ons betekent dat ook dat het idee van de compacte stad, en dan hoort hoogbouw ook tot de mogelijkheden, een na te streven optie is. Maar een voorwaarde is dan wei dat de inpassing goed is, er moet rekening worden gehouden met de bestaande omgeving. In dit geval bestaat die afgezien van de rondweg waar overheen wordt gebouwd, aan de zuidzijde uit een nieuw appartementengebouw dat nog in aanbouw is en dat zo'n 7,5 meter verwijderd ligt van de gevel van de geplande nieuwbouw. Ik ben heel benieuwd wat de visie is op de komst van dit gebouw van degenen die daar gaan wonen. Maar goed, dezen hebben niet gereageerd. Aan de noordzijde, op een afstand van 10 a 11 meter, ligt het flatcomplex de Watermolen, en de bewoners van dat gebouw hebben wel massaal geprotesteerd. Nu hebben zij nog uitzicht op het zuiden en op het zuidoosten. Maar een kantoorflat van 13,5 meter hoog neemt dat uitzicht weg en neemt ook veel licht weg. Het gaat om sociale huurwoningen die door veel oudere mensen worden bewoond, velen van hen hebben weinig mogelijkheden om elders te verblijven. GroenLinks vindt dat de belangen van de bewoners van deze flatwoningen in dit geval prevaleren. Het klopt dat er geen bezwaren zijn gemaakt bij de behandeling van het ontwerpbestemmingsplan Breda-Zuid in 1998 met betrekking tot deze ontwikkelingslocatie, een van de vele ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan Breda-Zuid. Maar GroenLinks vindt niet dat dat kan worden tegengeworpen aan de bewoners die zeggen het niet geweten te hebben. Ik zeg niet dat dat altijd een excuus is maar ik zeg wel dat, als de hele kwestie opnieuw aan de orde komt omdat het huidige plan nu eenmaal afwijkt van het bestemmingsplan, dit dan betekent dat die mensen nu wel degelijk recht hebben om bezwaar te maken en hun bezwaren door te geven aan de volksver tegenwoordigers. En vervolgens hebben de volksvertegenwoordigers opnieuw het recht om in zijn volheid deze kwestie opnieuw te bekijken. Dat betekent naar onze mening dat wij wel degelijk de mogelijkheid hebben om nu te zeggen dat dit plan niet leidt tot een goede inpassing en dat dit plan moet worden afgewezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 96