26 APRIL 2001 99 De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het voeren van een artikel 19 WRO-procedure voor het realiseren van een kantoorgebouw boven de Zuidelijke Rondweg (Oranjeplein); overwegende dat: een groot aantal burgers uit Breda-Zuid tegen dit kantoor is; zij echter geen bezwaar hebben gemaakt tegen dit deel van het bestemmingsplan; de plannen niet passen binnen het bestemmingsplan; de burgers bij de artikel 19-procedure wel veel bezwaar gemaakt hebben; de gemeente nu deze bezwaren ten onrechte ongegrond heeft verklaard; er al grote parkeeroverlast is en deze door de bouw van het kantoor alleen maar groter wordt; de lawaaioverlast in de flats aan de Watermolen ook toe zal nemen; besluit: het kantoor te vervangen door een parkeergarage; en gaat over tot de orde van de vergadering. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het belangrijkste is dat ik kan constateren dat de overgrote meerderheid in de raad de situatie ten aanzien van het bestemmingsplan begrijpt. Men begrijpt ook dat, wanneer van een rechtstreekse bouwtitel sprake is, je dan een slechtere oplossing hebt dan wanneer iemand verbeteringen aanbrengt ten aanzien van het vigerende bestemmingsplan, en dat dat geen reden kan zijn om vervolgens te zeggen het geheel maar niet te doen. Er moet altijd een toetsing plaatsvinden en het bouwplan is getoetst. Ik noem ze niet allemaal op, maar de toetsing gebeurde aan de hand van: de toename van de geluidsbelasting, die was niet aan de orde, eerder was van het tegendeel sprake; de veiligheid, de brandweer heeft die getoetst en akkoord bevonden; het uitzicht en de privacy, het uitzicht is voornamelijk op blinde muren; rekening houden met privacy. Op de vraag hoe de zuidzijde dat vindt zeg ik dat je zo wel aan het vragen kunt blijven. De bouwer van de appartementen weet ervan en heeft daartegen geen enkel bezwaar. De eigenaar van de flats aan de andere kant heeft niets ingediend waaruit het tegendeel zou blijken. Op uw opmerking over de lichtinval zeg ik dat die lichtinval voldoet aan het bouwbesluit. Wat betreft het parkeren het volgende. Voor het parkeren zijn voorzieningen getroffen. Het Oranjeplein wordt opgeknapt en de ontwikkelaar betaalt daaraan mee. Dus aan alle bezwaren tegen het direct uitvoeren van het plan is tegemoetgekomen en daarom is een artikel 19-procedure nodig. Het is hoogst ongebruikelijk dat je een bestaand slecht plan prefereert boven een verbetering van dat plan. Dan ben je daar erg bezwaarlijk aan het handelen. De afwijkingen waar het hier om gaat, geven naar objectieve maatstaven beoordeeld een verbetering.te zien. Zonder bezwaren tegen het bouwplan heb je dan eigenlijk geen titel om bestuurlijk niet positief daar tegenaan te gaan. leder staat het natuurlijk vrij om vervolgens te oordelen hoe je dat doet, maar er zijn gewoon bepaalde regels. Ook een projectontwikkelaar heeft in het vigerende plan punten waarbij hij heel degelijk kan kijken naar wat hij daar kan. Wat betreft de vraag van de heer Joosse over het blijven volgen van het parkeren en de parkeerdruk, denk ik dat dat, zoals in de rest van de stad, ook moet. Als alles goed gaat op hetzelfde terrein dan is dat vaak aan de heer Oomen en mij te danken. En ook bij een punt als het parkeren is hij verplicht mee te kijken en oplossingen te vinden. Dat gaat over en weer. Alhoewel het wel zo is dat ik de suggesties doe over het beleid en dat volgen we collegiaal. Wethouder OOMEN Ik wil mevrouw Van Beusekom op één punt corrigeren. Ik dacht dat ik was ingehuurd voor het betaald parkeren. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Na zoveel jaren kan een moeilijkere opdracht er vast ook nog wel bij. Maar we blijven het samen doen. Daar kijken we naar, en die verkeersafwikkeling houden we ook in de gaten. Er komt nog een punt en dat doen we natuurlijk met het hele college, en dat is dat we, als we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 99