26 MAART 2002 103 wat meer garantie geeft. Dat klopt? Onze tweede vraag gaat ook over de rechtszekerheid. Is er geke ken naar de mogelijkheid van een mandaatregeling waarin in principe de artikel 19-procedure aan de raad wordt gehouden, maar de uitvoering daarvan door het college plaatsvindt en dus de raad vrij is om te kijken wanneer die welke artikel 19-procedure aan zich wil trekken? Daarvoor kun je dan nade re voorwaarden formuleren. De vraag is: is er naar die mandaatmogelijkheid gekeken? Demissionair wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het antwoord op de laatste vraag is: neen. Dit is wat de raad heeft aangegeven en daar is naar geke ken. Andersom beginnend, slordig. Je kunt het slordig noemen, je kunt ook zeggen: nauwkeurig tot het einde. Want als wij het vorige voorstel hadden ingebracht en als ik nu zou moeten bekennen dat het handig zou zijn om even naar de advocaat te gaan, dan zou u hebben gezegd: waarom heeft u dat niet eerder gedaan? Zo is het altijd óf het een óf het ander. Dat zeg ik eigenlijk ook in de richting van de heer Taks. Mijnheer Taks, wij kunnen elkaar buitengewoon verwarrende zaken toesturen, maar ik denk dat u een van de eersten bent die zegt: liever wat laat en goed uitgezocht dan iets toe gestuurd waarop later weer wordt geschoten. Ik zal nu met het begin beginnen. Het CDA is akkoord gegaan. De heer Taks zegt: het college is verdeeld. Dat klopt. Op dit moment zijn we demissionair wethouder en tevens lid van de fractie waarbij we horen. Dat is dus anders dan dat het mogelijkerwijs in de toekomst gaat. Op dit punt hebben de VVD-wethouders zich solidair verklaard met het stand punt dat de fractie inneemt dat gebaseerd is op de bestuursbevoegdheid en de uitvoering. Daaraan hebben wij ons gehouden. Als u vraagt: vindt u het lastig om een meerderheids- en een minderheids standpunt te verkondigen, dan zeg ik: neen, want het zijn twee overtuigingen die in de raad spelen en ik heb altijd begrepen dat dat kan, dat dat mag en dat dat democratisch is. Dus voor mij is dat geen enkel probleem. U heeft wel enkele vragen gesteld, namelijk: welke argumenten zijn er nog meer om voor te zijn? Breda is natuurlijk niet de enige stad die op een dualistische manier te werk gaat, ook andere steden doen dat. Als je naar de vijf Brabantse steden kijkt die ons referentiekader zijn dan zie je dat Eindhoven en Tilburg het Delegatiebesluit zo hebben geformuleerd dat het onverkort naar het college gaat. Wat Den Bosch betreft, daar zit het eigenlijk ook onverkort in maar daar zit een soort ruimtelijke commissie tussen die zegt: akkoord, ja, doorgaan. Dat zijn de varianten. We zijn niet na gegaan hoe Helmond het heeft geformuleerd. Een van de argumenten is dus bijvoorbeeld dat het belangrijk is om als grote steden op één lijn te zitten en dat heeft ook te maken met de concurrentie positie van de steden. Het argument dat u gebruikt is: wij willen daarbij zitten, wij willen dat beoorde len en wij zijn wijs genoeg om daarmee zorgvuldig om te gaan. Dat argument moetje ook uitzoeken. En de advocaat heeft gezegd: als je dat wilt wees dan wijs, je moet dan wel iets repareren en dat is die vier weken tijd. Dat is één punt. Ik wil ook nog terugkomen op datgene wat ook is gezegd, name lijk: we kunnen dit makkelijk doen, want straks krijgen we een nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening en dan zijn het allemaal bestemmingsplannen. Dat is nu ook de grote heikele vraag, want dan worden het weer allemaal hele kleine postzegelplannen waar vervolgens ook de Provincie niet meer ter toet sing tussen zit en dat is ook zo bedoeld, want men wil het proces versnellen. Maar overheden met elkaar zijn altijd heel wijs en we zullen aan het eind wel merken of de rijksoverheid dan wel de plaat selijke overheid überhaupt in staat is om zaken te versnellen. De rijksoverheid is er ook nog niet uit, die streept wel aan bij alle plaatsen: het zou leuk zijn als jullie wat opschieten met allerlei bouwplan nen, met bedrijventerreinen, met kantoorpanden enzovoort. Maar daar krijg je ook het juiste argument niet bij. Dus misschien is het wel zo, ook al doe je dingen niet vlekkeloos, dat het toch niet loopt ofwel loopt. Dat moeten we gewoon maar uitvinden. De voorzitter heeft tijdens de vergadering op 14 maart gezegd dat u er natuurlijk altijd bij gebaat bent om te zeggen: nu bevalt mij iets niet. Het is aan u om dan te zeggen of er iets anders moet gebeuren. Dat kan het college dan gewoon afwachten en dat zien we wel. Dat is dan ook weer zo gerepareerd, of niet gerepareerd, het hangt ervan af hoe u dat vindt. Het is dus niet voor de eeuwigheid dat u dat besluit neemt. U kunt ook zeggen, en misschien is dat ook wel verstandig, om tussentijds een evaluatie te houden die, volgens mij, altijd klip en klaar zal zijn, want u zult zelf hebben bijgehouden wat er in die tussentijd wel en niet is gebeurd. Ik heb zo even wat kort door de bocht antwoord gegeven op de vraag: is mandatering ook nog onderzocht? Ik heb gezegd: neen. Ik wil daarin wel iets nauwkeuriger zijn. Mandatering mag helemaal niet en daar over is nu toevallig wel een uitgebreide jurisprudentie. Dus dat voorstel laten we maar liggen. Het is al verwarrend genoeg, denk ik. De VOORZITTER Ik wil nog even ingaan op de mandatering. Mandatering betekent namelijk dat het college in naam van de raad de bevoegdheid uitoefent. En dat gebeurt dus nergens en nooit, dus het kan niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 103