25 APRIL 2002 112 De heer SCHELTENS Ik kan me bij de inbreng van mijn voorgangers grotendeels aansluiten. Wij hebben nog een vraag naar aanleiding van de mededeling vanuit de VVD door de heer Kwakkenbos. Zoals al in de pers heeft gestaan klopt het dat wij al op voorhand een motie van wantrouwen hebben voorbereid. Die waren wij van plan in te brengen aan het eind van onze interpellatie, dus die hangt inderdaad boven de markt. Het verhaal dat door de VVD naar voren is gebracht doet daaraan helemaal niets af. Wij vragen ons namelijk af wat de status is van die mededeling. Wat is de status van de heer De Werd, als wij zouden volgen wat de VVD naar voren brengt? De heer De Werd heeft gezegd dat hij min of meer vrijwillig - ja, wat heet vrijwillig in deze zaak? - heeft besloten zijn taak niet uit te oefenen. Maar wat gebeurt er als er over een of twee weken een andere wind waait, als hij wat positiever is geworden, het ziet er allemaal wat zonniger uit, en er komt een mededeling uit Den Haag dat de heer Pronk een gesprek wil hebben met de wethouder, bijvoorbeeld over het convenant over de avi-slakken? Misschien denkt de heer De Werd dan: nou, kom, ik ga mijn werkzaamheden maar weer eens even oppakken. Nogmaals, wij gaan geen rechtbank maken van deze raadzaal, dit is een raadzaal, en hier speelt het vertrouwen in een wethouder een rol. Zolang deze zaak boven de heer De Werd hangt, en indirect ook boven ons allemaal, kan hij en mag hij gewoon niet functioneren als wethouder van deze gemeente. Dus onze vraag is of duidelijk gemaakt kan worden wat nou eigenlijk specifiek de status is van de heer De Werd als we hem daarin zouden volgen. Als dat niet duidelijk wordt dan wachten wij het verloop van het interpellatiedebat af en zullen wij alsnog met een motie van wantrouwen komen. De heer DUBBELMAN Mag ik een vraag stellen aan de geachte vertegenwoordiger van GroenLinks? De VOORZITTER Ja, ga uw gang. De heer DUBBELMAN Volgens mij verwart u wat terminologie. Een motie van wantrouwen hoort thuis in de Tweede Kamer richting minister. Artikel 49 van de Gemeentewet, en dan kijk ik even naar de heer De Roos, zegt dat het opzeggen van vertrouwen al voldoende is. Concreet luidt de vraag, die door het CDA, daarbij ge steund door de PvdA en ook duidelijk door Breda '97, naar voren is gebracht: bent u met ons van me ning dat het voorgevallene ook bij u tot de conclusie leidt dat u op dit ogenblik geen vertrouwen meer heeft in het functioneren van de wethouder? De heer SCHELTENS Dat is het dictum. Ik ben geen jurist, een van de weinige niet-juristen in mijn fractie. De heer DUBBELMAN U bent in de meerderheid. De heer SCHELTENS Het komt op hetzelfde neer. Het klopt helemaal wat u zegt. Wij kunnen dat onderschrijven. Wij hebben geen vertrouwen in de persoon van de heer De Werd als wethouder voor de komende periode. De heer KWISTHOUT De SP is van mening dat het verder aanblijven van de heer De Werd als demissionair wethouder de geloofwaardigheid van de politiek ernstig schaadt. Natuurlijk, we spreken hier niet over de schuld vraag. Die is hier niet aan de orde, maar de ernstige beschuldigingen, de forse ingreep van justitie en het in voorlopige hechtenis houden vormen een dermate beschadiging van een bestuurder, dat deze niet kan aanblijven als wethouder. Het was onze hoop, en dat heb ik ook in de krant gezegd, dat de heer De Werd dit zelf al geconcludeerd had en was afgetreden, zodat dit toch gevoelige debat niet gevoerd had hoeven te worden. De wethouder heeft er echter voor gekozen om in ieder geval formeel in functie te blijven en niet zijn ontslag te nemen. De SP vindt dat een op een dergelijke manier aan geschoten wethouder niet geacht kan worden om nog langer deel uit te maken van een stadsbestuur. En ook wij voelen ons genoodzaakt om het vertrouwen in de heer De Werd op te zeggen. De heer JOOSSE Allereerst wil ik zeggen dat D66 het ook een zeer betreurenswaardige zaak vindt, die natuurlijk schade doet aan de persoon van de heer De Werd, maar ook aan de politiek als geheel. Ik heb met respect geluisterd naar de woorden van de heer Kwakkenbos. Toch denk ik dat wij enige vraagtekens kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2002 | | pagina 112