26 APRIL 2002
150
SCHORSING.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Wie wil het woord? De heer Kwakkenbos.
De heer KWAKKENBOS
Ik wil u zeggen dat ik in de laatste passage van mijn eerdere betoog een onvoldoende zorgvuldige
woordkeuze heb gedaan en ik bied u daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Vanzelfsprekend res
pecteren wij de keuze van de meerderheid van der raad, ook al is dat dan een verdergaande keuze
dan de onze. Dank u wel.
De heer DE ROOS
Bij interruptie, voorzitter. Wat neemt mijnheer Kwakkenbos nou precies terug?
De heer KWAKKENBOS
In zijn algemeenheid de passage waarin ik een waardeoordeel uitsprak over uw oordeelsvorming.
De VOORZITTER
Ik stel voor dat we dan die passage, die eerder is gemeld, in ieder geval door deze opmerking
schrappen.
De heer DE ROOS
Voorzitter, daar ben ik het niet mee eens. Die opmerking is gedaan. Die wordt nou teruggenomen. Ik
vind dat het zó maar in zijn volledigheid in de notulen moet komen.
De VOORZITTER
Dat kan ook, maar dat heeft hetzelfde effect, denk ik. Goed, wij gaan verder.
De heer DUBBELMAN
Ik constateer met instemming dat het beschuldigend karakter is teruggenomen door de woordvoerder
van de VVD-fractie en dat we vanavond een zakelijke discussie hebben. Ik begrijp best dat de VVD
op dit moment moeite heeft om het meerderheidsbesluit, zoals we verwachten dat dat genomen zal
worden, te steunen, maar laten we het zakelijk houden. Daarbij wil ik het op dit moment laten.
De VOORZITTER
Ik mag aannemen dat u namens de raad spreekt? Ja.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, ik denk dat het voorstel van het CDA, namens de ondertekenaars van de motie gisteren,
nu weer aan de orde is. Mijn fractie ziet ook in de informatie die we vandaag verder nog hebben ge
kregen geen aanleiding om het nu ingenomen standpunt te wijzigen. Wij willen ons aansluiten bij het
voorstel zoals het er ligt.
De heer BOER
Hoewel wij geen politieke of persoonlijke vrienden van wethouder De Werd zijn, vinden wij dat schuld
pas aanwezig is als er een veroordeling heeft plaatsgevonden. En dat is hier niet het geval. Dus wij
kunnen niet akkoord gaan met het voorstel.
De heer DE ROOS
De GroenLinksfractie is van mening dat de voorgenomen besluitvorming nu een logisch gevolg is van
het gisteren door de meerderheid van de raad ingenomen standpunt, dat ook kracht is bijgezet door
de motie die door de meerderheid van de fracties is ondertekend. De reactie daarop is de brief van de
heer De Werd, die nu voor ons ligt. Wij zijn van mening dat de brief de reden miskent waarom wij
onze afkeuring in een motie hebben neergelegd. Het gaat niet om het keiharde bewijs van de aan de
heer De Werd ten laste gelegde feiten, het gaat erom dat de heer De Werd door alle feiten en om
standigheden zoals die zich de afgelopen tijd hebben voorgedaan, in opspraak is geraakt. En dat doet
schade aan het functioneren van de heer De Werd in het publiek als wethouder. De brief van de heer
De Werd miskent dus dat standpunt. Wij zijn ook van mening dat bepaalde passages in de brief zelfs