157
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
VAST. Ik kom bij de sector cultuur. Daarbij gaat het over het stimuleren van de amateurkunst, waar
voor een redelijk deel extra geld naartoe gaat, alsmede over de plaats van cultuur in de gemeentelijke
organisatie. Een punt dat ik hier wil noemen is de bibliotheek. De afgelopen periode, eind vorig jaar, is
het spreidingsplan gepresenteerd en dat maakt ook deel uit van het beleidsplan. Voor het CDA is
duidelijk dat het pakket in de dorpen en wijken moet worden afgestemd op de behoefte van die wijk of
dat dorp en ik denk hierbij bijvoorbeeld ook aan Ulvenhout. Een evenementenhal, die komt er deze
periode. Daarin hebben wij alle vertrouwen. Dat is ook een goede zaak omdat er grote behoefte is
aan een grote evenementenhal en het zou geweldig zijn als die eventueel gekoppeld zou kunnen
worden aan een grote buitensportaccommodatie zoals het Breda Hippique. Ik kom bij de werkwijze
van de gemeente. We kunnen lezen, en uiteraard zijn wij het daarmee eens, een sluitende en trans
parante begroting. Bij de kadernota zullen wensen en nieuwe onderwerpen en projecten in competitie
worden gebracht met het bestaand beleid. Een ander nieuw element in het geheel is het districtsge-
wijs werken, en ook dat wil ik noemen omdat over het districtsgewijs werken de afgelopen periode
toch veel vragen en problemen zijn geweest. Het evaluatierapport 'Verwachting en Vertrouwen' geeft
een nieuwe werkwijze voor de dorps- en wijkraden. Belangrijk vinden wij dat nu via de accountmana
ger, die het probleem oppakt, de vraag direct bij de desbetreffende portefeuillehouder wordt gelegd.
Een onderwerp dat wij hier ook al vaker hebben aangegeven is het volgende. Wij hebben in de Bre
dase gemeente vele goede ambtenaren tot onze beschikking. Op het aantal ambtenaren hebben wij
niet zo heel veel zicht. In plaats van dat het er minder worden, in verband met het efficiënter werken
et cetera, hebben wij de indruk dat het aantal toch nog steeds toeneemt. Wij zullen daarover binnen
kort toch nog weieens van gedachten wisselen. Tot slot, en dat is echt heel nieuw voor de komende
periode, het duaal werken. In de korte periode dat we daarmee te maken hebben, hebben wij ervaren
dat we toch met z'n allen nog in een leerproces zitten. De raad, dat is de bedoeling, zal zich in de
komende periode kritischer dan voorheen moeten opstellen ten opzichte van het college en wij hopen
van harte dat daardoor de betrokkenheid van de burgers ook groter zal worden. Duidelijkheid naar
burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties is van het grootste belang. Wij hopen dat op
die manier de mensen die wonen, werken, leven en recreëren zich in de stad Breda ook welbevinden.
De heer DE ROOS
Bij interruptie. Ik heb de volgende vraag aan mevrouw Boidin naar aanleiding van datgene wat zij
zojuist heeft gezegd. Betekent dat, dat de coalitiepartijen zich ook kritischer gaan opstellen richting
het college?
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Dat is één van de onderdelen van het duaal werken.
De heer DE ROOS
Dus wij kunnen u daaraan houden in de toekomst?
De VOORZITTER
U kunt het in ieder geval proberen. Ik geef graag het woord aan de heer Taks van de VVD.
De heer TAKS
De VVD heeft haar politieke programma voor de periode 2002-2006 als titel gegeven: 'Breda, stad in
balans'. Met het motto 'Breda, stad in balans' wordt door ons bedoeld dat in het gemeentelijk beleid
een balans, een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds het ambitieniveau dat past bij
een stad met karakter en anderzijds de instandhouding van kwalitatief goede voorzieningen voor de
burgers tegen een redelijk lastenniveau. In dat opzicht sluit het Programakkoord naadloos aan op het
politieke programma van de VVD. Het Programakkoord kiest duidelijk voor een tweesporenbeleid, de
heer Oomen wees daarop zojuist. Aan de ene kant de zorg voor het beheer van de bestaande stad
waarvoor aanzienlijk meer financiële middelen worden ingezet en aan de andere kant worden ook de
grote infrastructurele projecten waartoe in het verleden is besloten uitgevoerd. Datgene wat vooral
opvalt is de extra aandacht voor het onderhoud van de buitenruimte. Dat is een noodzakelijk ant
woord op de in brede lagen van de burgerij levende kritiek op wat wordt gezien als dreigende verloe
dering van de stad. Van grote betekenis voor een kleinere groep Bredanaars, maar minstens zo be
langrijk, is de handhaving van het sociale beleid, waaronder het armoedebeleid. Als bovendien in
aanmerking wordt genomen dat meer financiën worden uitgetrokken voor onder andere onderwijs
huisvesting, het veiligheidsbeleid, de amateurkunst, en dat zijn slechts voorbeelden, kan naar onze
mening de conclusie worden getrokken dat voor de komende jaren een goed voorzieningenniveau is