164
De heer SCHOENMAKERS
De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer laat ons zien dat de politieke landkaart dras
tisch is gewijzigd. Ik ga daar nu niet verder op in, maar wij zullen toch op de een of ander manier
daaraan conclusies moeten verbinden. Door de benoeming van de wethouders en de aanbieding van
het Programakkoord wordt in feite de verkiezingsperiode voor de gemeenteraad afgesloten en kun
nen wij eindelijk beginnen met het werk waarvoor de burgers van onze stad ons als volksvertegen
woordigers hebben gekozen. De democratie moet doorgaan, ook al komt die onder druk te staan
zoals door de laffe moord op Pim Fortuyn. Voor- en tegenstanders van de denkbeelden van de heer
Fortuyn zijn vervuld met afschuw en terecht is dit aangemerkt als een aanval op de democratie, een
aanval op een van onze meest waardevolle grondrechten, namelijk de vrijheid van meningsuiting, wat
toch het hart is van onze democratie. Als we kijken naar de reacties die zijn losgekomen na de dood
van Fortuyn, kunnen we niet meer zeggen dat burgers niet geïnteresseerd zijn in de politiek. De emo
ties die hij heeft losgemaakt bewijzen het tegendeel. Hij sprak een taal die aansloeg bij grote groepen
van onze bevolking, en waarbij duidelijk werd dat de gevestigde politieke partijen hiertoe niet in staat
zijn geweest. Voorzitter, laat ik duidelijk zijn. In veel denkbeelden van de heer Fortuyn kan ik mij niet
vinden, maar hij heeft ons wel wat geleerd. Hij maakte iets los op de manier die veel mensen kenne
lijk aansprak. Hij heeft nog eens blootgelegd hoe groot de kloof is tussen de burgers en de bestuur
ders. Hij heeft ook een impuls gegeven aan het politieke debat, en ik hoop dan ook dat wij dat debat
hier in de raad met elkaar zullen aangaan, dat het Programakkoord ook door de coalitiepartijen zo zal
worden geïnterpreteerd, dat de raad door middel van het debat aan dit akkoord nog meer inhoud zal
kunnen geven en dat rekening zal worden gehouden met de minderheden in deze raad. De besluit
vorming dient plaats te vinden op grond van gewisselde argumenten en niet enkel en alleen omdat
het in een akkoord staat. Als het Programakkoord onder punt 1.2 spreekt over dualisering had ik ge
hoopt te kunnen lezen hoe het college, en hiervan afgeleid de coalitiepartijen, aan de dualisering ge
stalte wil geven, maar daarover vinden we niets terug. Wéér een gemiste kans. Met opzet spreek ik
over wéér een gemiste kans, zeker als ik terugdenk aan de discussie over de stemverhoudingen in
het fractievoorzittersoverleg. Als we kijken naar andere gemeenten mogen we constateren dat Breda
hierin een buitenbeentje is. Het argument dat de verkiezingsuitslag in de stemverhouding van het
overleg moet doorklinken, is een opvatting waarin Breda '97 zich absoluut niet kan vinden. Wij blijven
dit een staaltje vinden van machtspolitiek van de coalitiepartijen.
De heer TAKS
Blijkt daarvan iets in de praktijk, mijnheer Schoenmakers? Daar gaat het om. Blijkt in de praktijk dat
wij machtsmisbruik plegen? Ik denk het niet.
De heer SCHOENMAKERS
Ik wil nog even doorgaan, misschien dat het u dan wat duidelijker wordt. Wij vinden ons, wat dit be
treft, in goed gezelschap, want in de publicatie 'Vernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie'
kunnen we over dit onderwerp lezen, dat het doel is de fracties in het fractievoorzittersoverleg een
gelijke stem te geven bij het vaststellen van de agenda. Op deze wijze hebben minderheidsfracties
meer mogelijkheden om eigen onderwerpen op de agenda te plaatsen. De meerderheid van stemmen
bepaalt of een onderwerp al dan niet wordt opgenomen. Een ander doel was om de raad een actieve
re rol te geven in de raadsagenda. Individuele raadsleden kunnen onderwerpen voor de agenda aan
dragen. Tot zover de mening van de vernieuwingsimpuls. De enige plaats waar de verkiezingsuitslag
in de stemverhouding kan doorklinken is in de raadsvergadering. Het is niet de bedoeling van Breda
'97 om op dit moment de discussie hierover te heropenen, maar u kunt ervan overtuigd zijn dat wij op
enig moment hierop zullen terugkomen. Ook bij de manier waarop de coalitieonderhandelingen zijn
gevoerd plaatsen wij vraagtekens als het gaat om het duale systeem. Natuurlijk lag het gezien de
verkiezingsuitslag voor de hand dat CDA, VVD en Partij van de Arbeid de coalitie zouden gaan vor
men, maar van de grootst mogelijke openbaarheid is bitter weinig terechtgekomen. Wij hebben er
begrip voor dat een deel van de onderhandelingen in beslotenheid moest plaatsvinden, maar tussen
6 maart en 6 april zijn er maar twee openbare bijeenkomsten geweest die in hoofdzaak gingen over
de procesgang. Breda '97 vindt dit ook een gemiste kans. Naar onze mening hadden de beoogde
coalitiepartijen, zeker gezien de duur van de onderhandelingen, moeten trachten een groter draagvlak
te vinden bij de andere partijen voor de uitkomst van het akkoord. De besprekingen hebben veel te
lang geduurd. En nu kan men wel stellen dat de commotie rond de heer De Werd geen vertragende
rol heeft gespeeld, maar als we naar de inhoud van het Programakkoord kijken vragen wij ons af wat
dan de reden is dat de formatie zo lang heeft geduurd en welke problemen zich dan wel hebben
voorgedaan. Tijdens de raadsvergadering van 26 en 27 april jongstleden was er toch duidelijk sprake
van een vertrouwensbreuk tussen de VVD enerzijds en het CDA en de Partij van de Arbeid ander-